'''Nieuwe Economische Politiek''' ('''NEP'''; [[Russisch]]: {{lang|ru|НЭП – Новая экономическая политика}}, ''NEP - Novaja ekonomitjeskajaekonomitsjeskaja politika'') is de naam waaronder een aantal maatregelen bekend zijn geworden, die in de zomer van [[1921]] door [[Vladimir Lenin|Lenin]] werden genomen. Met deze maatregelen verliet Lenin het strakke [[oorlogscommunisme]] van de jaren daarvoor. Die aanpak was rampzalig gebleken voor zowel [[landbouw]] als [[industrie]] en had geleid tot [[opstand|boerenopstand]]enboerenopstanden en [[hongersnood]].
Op het 10e Congres van de [[Communistische Partij van de Sovjet-Unie|CPSU]] werd op 21 maart 1921 een decreet aangenomen dat het regime van voedselrekwisities (inbeslagname van de oogst) verving door een vaste opbrengstbelasting op alle voedselproductie. Aanvullende decreten verbreedden dit tot andere industrieën.
Onder de NEP mochten boeren er weer een eigen [[bedrijf]]jebedrijfje op na houden. De boeren mochten hun overschotten, na betaling van [[belasting (fiscaal)|belasting]] [[in natura]], op de [[vrije markt]] brengen. Ook in de [[Handel (economie)|handel]] en de [[lichte industrie]] kregen [[particulier]]en meer mogelijkheden. De [[zware industrie]], het [[Bank (financiële instelling) |bankwezen]], het [[Vervoer|transport]] en de [[Internationale handel|buitenlandse handel]] (die bijna niets meer voorstelde), bleven stevig in handen van de [[staat]]. Ook moest het politiek bewustzijn verhoogd worden. Hier riep Lenin de hulp van de [[Sovjet]]sSovjets in.
De NEP bleek al spoedig een succes. Rechtlijnige communisten waren echter van mening dat met de NEP te veel werd afgeweken van het ware [[communisme]] en zij zagen met lede ogen aan hoe boeren zich als kleine [[ondernemer]]sondernemers konden ontwikkelen.
Nadat [[Jozef Stalin|Stalin]] de macht had overgenomen maakte hij in [[1928]] een einde aan de NEP en voerde het eerste [[vijfjarenplan]] in alsmede een [[centraal planbureau]]. Tegelijk zette hij de [[collectivisatie]] van de landbouw met harde hand door.
