Elektrotechnische verdeelinrichting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+Plaatje.
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 [[Groep (elektrotechniek)|groepen]] per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
De groepen zijn beveiligd met een [[smeltveiligheid]] of [[installatieautomaat]] met een maximale waarde van 16 A. Voorbij deze veiligheden zitten de [[Dubbelpolige schakelaar|tweepolige groepsschakelaars]] waarmee elke [[groep (elektrotechniek)|groep]] spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groter vermogen dan 2 kW (zoals een elektrische [[Oven (apparaat)|oven]], [[wasmachine]], [[wasdroger]] of [[boiler]]) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten. Toestellen met een nog groter vermogen – zoals bepaalde fornuizen en (keramische)[[Kookplaat|kookplaten]] – kunnen worden aangesloten als een [[kookgroep]].
 
De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo een verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "''stroomverbruikers''" (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "''stroomproducenten''" worden als hun [[Zonnepaneel|zonnepanelen]] en/of [[windmolen]]s meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.