Eijsden-Margraten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Geschiedenis: correctie
Regel 122:
 
==Geschiedenis==
Uit de aanwezigheid van de [[vuursteenmijnen van Rijckholt]] (ook elders in de gemeente aanwezig) kan worden afgeleid dat het gebied al in de prehistorie was bewoond. Sporen van Romeinse aanwezigheid zijn tamelijk zeldzaam, hoewel volgens de [[Heerlen]]se archeologe Karen Jeneson ook de Zuid-Limburgse plateaus gedurende de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling in cultuur gebracht waren. De vondst in 20132012 van een nederzetting met houten huizen uit de Romeinse tijd in [[Eckelrade]] lijkt deze stelling te bevestigen.<ref>{{aut|Aarts, M., B. de Fraiture, K. Jeneson, L. Verhart}}, 'Archeologische Kroniek van Limburg over 2013', in: ''Jaarboek 2014 van het [[Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap|Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap]]'' (Publications, Deel 150), pp. 189-192.</ref> Bij [[Cadier en Keer]] is de [[Romeinse villa Backerbosch]] slechts gedeeltelijk opgegraven, maar duidelijk is dat dit een van de grootste ''[[villa rustica|villae rusticae]]'' van Nederland was. De [[Oude Akerweg]] in [[Bemelen]] - via het [[Wolfshuis]] doorlopend naar de [[Heerstraat]] bij [[Scheulder]] - was waarschijnlijk onderdeel van de Romeinse [[heerweg]] die van [[Maastricht]] naar [[Aken (stad)|Aken]] voerde. Ook in de Middeleeuwen was deze weg nog belangrijk, getuige de aanwezigheid van een [[gasthuis]] van het [[kapittel van Sint-Servaas]] in de buurtschap [[Gasthuis (plaats)|Gasthuis]]. De dorpen in het Maasdal dateren uit de [[Vroege Middeleeuwen]] en zijn ouder dan de dorpen op het plateau. [[Breust]] en [[Eijsden (plaats)|Eijsden]] zijn hier de oudste kernen.<ref>Hartmann, pp. 318, 319.</ref> Het [[Plateau van Margraten]] werd pas vrij laat (opnieuw) ontgonnen (12e-13e eeuw).<ref>Hartmann, p. 317.</ref>
 
Het grondgebied van de huidige gemeente Eijsden-Margraten was tot 1794 een lappendeken van versnipperde territoria. Het grote aantal kastelen, met name in het Maasdal, getuigt ook heden nog van de toenmalige rivaliteit. Enkele dorpen vormden min of meer zelfstandige heerlijkheden binnen het [[Heilige Roomse Rijk]], zoals het [[rijksgraafschap Gronsveld]], de vrije rijksheerlijkheid [[Breust]] en de [[heerlijkheid Wijlre]], waartoe [[Scheulder]] behoorde. Het gebied [[Heer en Keer]] behoorde tot de zogenaamde [[Elf banken van Sint-Servaas]], die bestuurd werden door het [[kapittel van Sint-Servaas|Sint-Servaaskapittel]] in [[Maastricht]]. In het dorp [[Bemelen]] trad een andere Maastricht kapittel, dat van [[Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouw]], als wereldlijk heer op, terwijl in de buurtschap [[Antoniusbank]] de Maastrichtse [[Antonietenklooster (Maastricht)|Antonieten]] het voor het zeggen hadden. Andere delen van de gemeente Eijsden-Margraten behoorden tot het [[graafschap Dalhem]] ([[Mheer]], [[Banholt]], [[Noorbeek]], [[Cadier]] en [[Oost-Maarland]]) of het [[land van 's-Hertogenrade]] ([[Margraten (plaats)|Margraten]]), terwijl een klein gebied deel uitmaakte van het [[hertogdom Limburg]]. Bij het [[partagetractaat]] van 1661 werden enkele van deze territoria nog eens gesplitst in een [[Staten-Generaal der Nederlanden|Staats]] deel en een [[Spanje|Spaans]], later [[Habsburgse monarchie|Oostenrijks]] deel.