Tarimbekken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
In het gebied zijn vanaf begin twintigste eeuw enkele honderden [[Tarim-mummies]] gevonden. De mummies zijn door het droge klimaat met [[desiccatie]] van de lichamen als gevolg zeer goed geconserveerd. De meeste van die vondsten zijn gedaan in het oostelijk deel van het bekken in het gebied rondom [[Lob Nuur]] bij vestigingen en steden als [[Hami]], [[Turpan]], [[Xiaohe]] en [[Kroraina]]. Andere vondsten waren langs de zuidelijke rand van het bekken bij [[Khotan]], Cherchen en Niya. De oudste mummies dateren uit de periode rondom 1800 v. Chr. De jongste rondom 200 na. Chr. De oudste mummies worden toegeschreven aan sprekers van het [[Tochaars]], een [[Indo-Europese talen|Indo-Europese taal]] en zouden van [[europide]] oorsprong zijn.
[[File:Xinjiang nationalities by prefecture 2000.png|thumb|300px|Etnische groepen en meerderheden in Sinkiang]]
Tijdens de [[Han-dynastie]] (206 v.Chr.- 220 na Chr.) begon China zijn invloed geleidelijk naar het Tarimbekken uit te breiden en wist daar een aantal militaire voorposten te vestigen. Na de val van de Han-dynastie kreeg het [[Kushana|Kushanrijk]] toenemende invloed in het zuiden van het bekken. De Chinese culturele invloed bleef echter aanzienlijk. De dominante militaire macht in het noorden van het bekken was tot in het midden van de vijfde eeuw de [[Rouran]]. Daarna waren tot aan het midden van de zesde eeuw de [[Hephthalieten]] de dominante macht.

Ook de [[Tang-dynastie]] (618-907) heeft het gebied tot aan ongeveer 760 beheerst. Daarna maakte het tot midden negende eeuw deel uit van het [[Tibetaanse rijk]]. Na de val van het [[Oeigoerse Rijk]] in het midden van de negende eeuw wisten groepen [[Oeigoeren]] het bekken te veroveren, die daar het koninkrijk Qocho vestigden. De basis van dat koninkrijk was een aantal oasesteden zoals [[Hami]], [[Kucha]], [[Turpan]], Gaochang en Bezeklik. Vanaf omstreeks het jaar 1000 zijn de [[Karachaniden]] de dominante macht in het bekken. In de twaalfde eeuw zijn dat de [[Kara-Kitan]]. De [[islam]] werd vanaf de elfde eeuw de dominante religie in het gebied.
 
In de 13e eeuw werd het gebied veroverd door [[Dzjengis Khan]]. Daarna maakte het deel uit van [[Kanaat van Chagatai]], het [[Timoeridenrijk]] en het [[Moghulistan|kanaat van Moghulistan]]. Vanaf ongeveer 1400 werd het noorden van Sinkiang het woongebied van de stamfederatie van de [[Oirat-Mongolen]]. Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw werden ook delen van het zuiden van het gebied - het Tarimbekken - beheerst door de dan dominante stam binnen de federatie, de [[Dzjoengaren]].