Tarimbekken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
Het '''Tarimbekken''' is één van de grootste geologische [[Bekken (geologie)|bekken]]s in de wereld. Het ligt in de [[Autonome regio (China)|autonome regio]] [[Sinkiang]] in het uiterste westen van [[Volksrepubliek China|China]]. Het wordt omsloten door drie [[hooggebergte]]n: de [[Tiensjan]] in het noorden, de [[Pamir]] in het westen en de [[Kunlun]] in het zuiden. Een groot deel van het bekken wordt ingenomen door de [[Taklamakan]]woestijn. De [[zijderoute]] splitste zich hier in twee routes, langs de noordelijke en zuidelijke randen van Taklamakan. Het laagste punt is [[Lop Nor]] in het oosten, een voormalig zoutmeer.
 
De naamgever van het bekken is de rivier de [[Tarim]], die langs het noorden van het bekken stroomt er er ook eindigt:. hetHet Tarimbekken is een [[endoreïsch bekken]] en heeft dus geen afvoer naar zee.
 
==Geschiedenis==
 
Aan het begin van de [[Bronstijd]] hebben een aantal migratiegolven naar het het bekken plaatsgevonden. De eerste daarvan moeten dan sprekers van [[Tochaars]], een [[Indo-Europese talen|Indo-Europese taal]] zijn geweest.
 
Latere migraties brachten sprekers van [[Iraanse talen]] naar het bekken. Dat moeten herders geweest zijn. De laatste migraties moeten pastoraal nomaden geweest zijn. Deze en andere migranten brachten een vorm van agrarische technologie en enkele rituele aspecten van een sedentaire samenleving naar het gebied. De oorsprong daarvan moet gelegen hebben in de gordel van agrarisch gebied dat zich uitstrekte van het noorden van [[Afghanistan]] naar het [[Aralmeer]]. Het handelt dan om regio's als bijvoorbeeld [[Bactrië]] en [[Margiana]].
 
In het gebied zijn vanaf begin twintigste eeuw enkele honderden [[Tarim-mummies]] gevonden. De mummies zijn door het droge klimaat met [[desiccatie]] van de lichamen als gevolg zeer goed geconserveerd. De meeste van die vondsten zijn gedaan in het oostelijk deel van het bekken in het gebied rondom [[Lob Nuur]] bij vestigingen en steden als [[Hami]], [[Turpan]], [[Xiaohe]] en [[Kroraina]]. Andere vondsten waren langs de zuidelijke rand van het bekken bij [[Khotan]], Cherchen en Niya. De oudste mummies dateren uit de periode rondom 1800 v. Chr. De jongste rondom 200 na. Chr. De oudste mummies worden toegeschreven aan sprekers van het [[Tochaars]], een [[Indo-Europese talen|Indo-Europese taal]] en zouden van [[europide]] oorsprong zijn.
 
Tijdens de [[Han-dynastie]] (206 v.Chr.- 220 na Chr.) begon China zijn invloed geleidelijk naar het Tarimbekken uit te breiden en wist daar een aantal militaire voorposten te vestigen. Ook de [[Tang-dynastie]] (618-907) heeft het gebied tot aan ongeveer 760 beheerst. Daarna maakte het tot midden negende eeuw deel uit van het [[Tibetaanse rijk]]. Na de val van het [[Oeigoerse Rijk]] in het midden van de negende eeuw wisten groepen [[Oeigoeren]] het bekken te veroveren, die daar het koninkrijk Qocho vestigden. De basis van dat koninkrijk waren een aantal oasesteden zoals [[Hami]], [[Kucha]], [[Turpan]], Gaochang en Bezeklik.
 
In de 13e eeuw werd het gebied veroverd door [[Dzjengis Khan]]. Daarna maakte het deel uit van [[Kanaat van Chagatai]], het [[Timoeridenrijk]] en het [[Moghulistan|kanaat van Moghulistan]]. Vanaf ongeveer 1400 werd het noorden van Sinkiang het woongebied van de stamfederatie van de [[Oirat-Mongolen]]. Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw werden ook delen van het zuiden van het gebied - het Tarimbekken - beheerst door de dan dominante stam binnen de federatie, de [[Dzjoengaren]].
 
Na de definitieve val van het [[Dzjoengarije|kanaat van Dzjoengarije]]]] in het midden van de achttiende eeuw ging Dzjoengarije en het Tarimbekken deel uitmaken van het Chinese rijk. In 1865 brak een opstand van [[Hui (volk)|Hui]], Chinese moslims, uit tegen het Chinese gezag. In een later stadium voegden zich Turkstalige moslims zich bij de opstand, die uiteindelijk werd gekaapt door [[Yakub Beg]], een avonturier van [[Tadzjieken|Tadzjiekse]] afkomst. Hij stichtte in het bekken een emiraat. In 1878 wist de [[Qing-dynastie]] het gebied te heroveren. Na die opstand werden in 1884 het Tarimbekken en Dzjoengarije samengevoegd in de nieuwe provincie [[Sinkiang]]. In 1933/1934 wisten Oeigoeren een kortstondige onafhankelijke [[Eerste Oost-Turkestaanse Republiek]] in een deel van het bekken te vestigen.
 
==Migratie==
 
Vanaf de achttiende eeuw tot aan het eind van de twintigste eeuw was de migratie van [[Han-Chinezen|Han]] en Hui vooral gericht op het het bekken van Dzjoengarije, het noordelijk deel van de provincie Sinkiang. In 2005 woonde 90% van de Han in dat noordelijk deel van de provincie. Pas vanaf 1985 is er sprake van enige significante migratie van Han en Hui naar het Tarimbekken, het zuidelijke deel van de provincie. In 2005 waren [[Oeigoeren]] met 80 % van de daar aanwezige bevolking nog de grootste groep.