MIM-104 Patriot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k taal, opmaak
k voornaamwoordelijk bijwoord aaneen
Regel 9:
De ontwikkeling van het Patriot-raketsysteem begon in de [[1960-1969|jaren 60]]. Vanaf [[1976]] werd het specifiek aangepast voor luchtdoelen. In 1984 werd het systeem operationeel. De raket die toen in gebruik was, was de ''DIGITAL missile''. In [[1988]] werd de technologie geüpgraded naar de zogenoemde PAC-generaties (patriot advanced capability). De eerste verbetering betrof de SOJC (Stand-Off Jammer Configuration, PAC-1) die geoptimaliseerd was voor onderschepping op grote afstand van vliegtuigen met stoorzenders. Vlak voor de [[Golfoorlog van 1990-1991]] werd de ATM (Anti Tactical Missile, PAC-2) in gebruik genomen, die geschikt was voor het onderscheppen van [[ballistische raket]]ten. Omdat na de Golfoorlog bleek dat de ATM's zeer matig gepresteerd hadden, werd er een ontwerpverbetering doorgevoerd die bekend is onder de naam GEM (Guidance Enhanced Missile).
 
Doordat de dreiging van ballistische raketten in de wereld steeds groter wordt geacht, heeft de Amerikaanse overheid de industrie opdracht gegeven een ''hit-to-kill''-raket te ontwikkelen, dat wil zeggen een raket die het doelwit vernietigt door er tegenaanertegenaan te vliegen. [[Raytheon]] (de fabrikant van de originele DIGITAL- tot en met GEM-generaties) stelde een verbeterde versie van de GEM-raket voor, [[Lockheed Martin]] kwam met een volledig nieuw ontwerp: de Patriot PAC-3. Het ontwerp van Lockheed Martin is uiteindelijk gekozen. De PAC-3 is bij de [[Verenigde Staten]], [[Nederland]], [[Duitsland]] en [[Japan]] in gebruik.
 
Het Patriotsysteem is opgebouwd rond acht gecombineerde transport- en lanceerinrichtingen. Elke lanceerder (''launcher'') kan tot vier raketten uit de DIGITAL- tot en met GEM-generatie vervoeren en afvuren. Er kunnen maximaal zestien PAC-3-raketten op een launcher geplaatst worden;vier ''canisters'' met elk vier raketten. Het systeem bevat verder een controlestation (ECS - ''engagement control station''), een opsporingsradar en een antennegroep. Het systeem gebruikt ''[[track-via-missile]]''-besturing en ''[[active radar homing]]''.