Bielsko-Biała: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 20:
 
== Geschiedenis ==
 
In de tweede helft van de 13de eeuw werden kolonisten uit het Duitse Rijk aangeworven om het gebied te ontginnen waarin het huidige Bielsko ligt, en daar dorpen aan te leggen en de vesting Bielitz (overigens pas in 1312 voor het eerst vermeld) tot stad te ontwikkelen (zie [[Oostkolonisatie]]). In 1281 maakte dit gebied deel uit van het hertogdom [[Hertogdom Teschen|Teschen]]. De hertog van dit gebied maakte zich in 1327 los van zijn leenheer, de koning van Polen, ten gunste van die van Bohemen. In 1526 viel de Boheemse kroon aan de [[Habsburg]]ers en sindsdien was Bielitz Oostenrijks, tot 1919 toen het aan het nieuwe Polen werd toegewezen.
De [[Contrareformatie]] werd met beperkt succes door het Habsburgse regime in 1629 opgelegd aan de bevolking die hun lutherse godsdienst voortaan in schuilkerken beoefende.
Regel 26 ⟶ 25:
Inmiddels was de stad uitgegroeid tot centrum van de textielindustrie. In 1910 telde Bielitz met de direct omringende dorpen bijna 29.000 inwoners. Daarvan was 84% Duitstalig en zij maakten stad en omgeving tot een zogenaamd ‘taaleiland’ in een wijdere Poolssprekende omgeving.
In 1919 werd de stad, nu onder de naam Bielsko, en de omgeving in het Verdrag van Saint Germain bij de nieuwe staat Polen gevoegd, samen met het  (oostelijke deel van het) hertogdom [[Hertogdom Teschen|Teschen]].
Begin september 1939 werd dit gebied na de Duitse bezetting van Polen, bij de nieuwe ‘Reichsgau Oberschlesien’ ingedeeld. De Joodse minderheid werd geïnterneerd en afgevoerd naar het naburige [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]], waar zij om het leven kwam. Een kleine joodse "gemeente" (gmina) werd opnieuw na de oorlog opgericht. <ref>[https://web.archive.org/web/20140424124359/http://www.tienen.be/upload/pdf/BielskoBiala.pdf Een bezoek aan de joodse gemeenschap in Bielsko-Biała, Joods Actueel, 2011]</ref>
In februari 1945 vluchtte de Duitse bezetter voor het Sovjet-leger en de Duitstalige bewoners, voor zover zij niet waren meegevlucht, werden geïnterneerd, en met dwangarbeid gestraft. De overlevenden zijn later uitgewezen (zie [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]]). Omdat een deel van de lutheranen Poolstalig was, mochten zij blijven en sindsdien is Bielsko het centrum van de lutherse kerk in Polen. Zie ook [[Duitse minderheid in Polen]]. 
In 1951 werd Bielsko met het naburige Biala tot één stad van ruim 70.000 inwoners verheven. Velen van hun waren zelf verdreven uit de oostelijke provincies die Polen aan de Sovjet-Unie had moeten afstaan en vulden de plaatsen op van de verdreven Duitstaligen en. Nieuwe gemeentefusies brachten het inwonertal in 1970 op bijna 106.000.  
Van 1975 tot 1998 was Bielsko-Biała de hoofdstad van een gelijknamig woiwodschap. In 1998 werd het ingedeeld bij de woiwodschap [[Silezië]].