Trivulzio-getijdenboek: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 13:
De opdrachtgever van het getijdenboek is niet bekend, naast de scribent Nicolas Spierinck zijn ook drie miniaturisten gekend die aan het werk hebben bijgedragen. De eerste, [[Lieven van Lathem]], was in die periode werkzaam in Antwerpen. De tweede was de [[Weense meester van Maria van Bourgondië]] die waarschijnlijk werkzaam was in Gent<ref>Kate Rudy, The Trivulzio Hours, the Ghent Altarpiece, and the Mass as Devotional Subject, in: Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis16/2009, p. 199.</ref>, maar zekerheid is er daarover niet. Hij maakte de miniatuur bij de vrijdagse kruisgetijden. De derde meester was [[Simon Marmion]] die gevestigd was en werkte in Valencijn. Men kan dus moeilijk stellen dat het boek ontstond in Gent of in Brugge. Na het schrijven werden de losse [[katern]]en waarschijnlijk door de verschillende miniaturisten in hun atelier verder bewerkt. Het boek ontstond dus in de Zuidelijke Nederlanden als een samenwerkingsproject.
Het handschrift bevond zich in het begin van de negentiende eeuw in de verzameling van Gian Giacomo Trivulzio in Milaan en kwam via hem terecht bij zijn zoon Luigi Alberico Trivulzio. De collectie van de Trivulzio’s ontstond al in de tweede helft van de vijftiende eeuw<ref>
De datering van het getijdenboek is gebaseerd op de stijlkenmerken. Aan de hand hiervan plaatsen kunsthistorici het werk tussen het Gebedenboek van Karel de Stoute en het Getijdenboek van Maria van Bourgondië. Dit situeert het werk tussen 1470 en 1475. Deze datering wordt trouwens bevestigd door de mode die te zien is op de miniaturen van de cyclus van de misvieringen.<ref>Thomas Kren, Trivulzio Hours in: Illuminating the Renaissance, the triumph of flemish manuscript painting in Europe, ed. Thomas Kren en Scot McKendrick, The J. Paul Getty Museum – Los Angeles, 2003, p. 134 noot 5.</ref>
|