Flavius Julius Valens: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
2x hetzelfde
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 25:
| neef van=
}}
'''Flavius Julius Valens'''<ref> In [[Klassiek Latijn]] zou de naam Valens worden geschreven als FLAVIVS IVLIVS VALENS AVGVSTVS.</ref> ([[328]] - [[9 augustus]] [[378]]) was van [[28 maart]] [[364]] tot 9 augustus 378 keizer van het [[Lijst van Romeinse keizers|Romeinse Rijk]].
 
Valens werd door zijn oudere broer [[Valentinianus I|Valentinianus]] op 28 maart 364 tot medekeizer benoemd, nadat deze kort daarvoor keizer was geworden. Hij zou het oosten van het rijk gaan besturen en Valentinianus het westen. Valens had een duidelijk ondergeschikte rol in deze overeenkomst. Valens werd in de zomer van 378 verslagen en gedood in de [[slag bij Adrianopel (378)|slag bij Adrianopel]].
 
==Afkomst en familie==
Valens werd in 328 geboren in Cibalae, in het zuiden van [[Pannonia (Romeinse provincie)|Pannonia]] (het huidige [[Vinkovci]] in het tegenwoordige [[Kroatië]]).<ref name="Lenski2002"> {{aut|Lenski, Noel Emmanuel}}, ''Failure of empire: Valens and the Roman state in the fourth century A.D.'' [http://books.google.com/books?id=uvXo39xOV8kC&pg=PA88 zie hier], 2002, University of California Press, ISBN 978-0-520-23332-4, blz. 88</ref> Zijn vader was [[Gratianus de Oudere]], een bekende en gerespecteerde [[Illyriërs|Illyrische]] generaal. Zijn oudere broer [[Valentinianus]] was zeven jaar ouder. De jongens groeiden op op de landgoederen die hun vader in [[Africa]] en [[Britannia (Romeinse provincie)|Brittania]] had gekocht. Terwijl Valentinianus voorafgaand aan zijn benoeming tot keizer een succesvolle militaire carrière had doorlopen, was dit voor Valens niet het geval. Valens bracht een groot deel van zijn jeugd op de landgoederen van zijn familie door. Pas in de jaren 360 ging hij in het leger. Samen met zijn broer nam hij deel aan de Perzische veldtocht van keizer [[Julianus de Afvallige]].
 
Met zijn vrouw [[Albia Domnica|Domnica]] had hij twee dochters ''Anastasia'' en ''Carosa'', alsmede een op 18 januari 366 geboren zoon en erfgenaam ''Valentinianus Galates''. Deze zoon werd in 369 tot consul benoemd, maar stierf al kort daarna.
 
==Valens wordt keizer==
In februari 364 kwam de regerend keizer [[Jovianus]], die zich naar [[Constantinopel]] haastte om zijn claim op de troon veilig te stellen, door [[verstikking]] om het leven tijdens een overnachting in Dadastana, 100 mijl ten oosten van [[Ankara]]. Onder Jovianus' luitenanten was [[Valentinianus]], een ''tribunus scutariorum''. Valentinianus werd op 26 februari 364 uitgeroepen tot [[Augustus (titel)|Augustus]]. Valentinianus voelde dat hij hulp nodig had om het grote en lastige keizerrijk regeren. Op 28 maart van hetzelfde jaar benoemde hij daarom zijn broer '''Valens''' tot medekeizer in het paleis van [[Bakırköy|Hebdomon]]. De twee ''Augusti'' reisden samen via [[Adrianopel]] en [[Naissus]] naar [[Sirmium]], waar zij hun personeel verdeelden. Valentinianus reisde vervolgens naar het Westen.
 
Valens verkreeg de oostelijke helft van het Rijk ([[Griekenland]], [[Egypte (land)|Egypte]], [[Syria]] en [[Anatolië]] tot aan de Perzische grens). Valens reisde in december 364 naar zijn hoofdstad [[Constantinopel]].
Regel 44:
Na ternauwernood aan arrestatie ontkomen te zijn, dook hij onder. Hij kwam weer boven water in Constantinopel, waar hij op 28 september 365 in staat bleek om twee militaire eenheden op doortocht door de hoofdstad te overtuigen om hem tot keizer uit te roepen. Hoewel de eerste reactie in de stad lauw lijkt te zijn geweest, steeg Procopius snel in de gunst door effectief gebruik te maken van propaganda: hij sloot de stad af van rapporten uit de buitenwereld en verspreidde het gerucht dat keizer Valentinianus zou zijn overleden; hij begon met het slaan van munten waarop hij zich liet voorstaan op zijn connecties met de [[Constantijnse dynastie]]; deze link buitte hij verder uit door het inzetten van de weduwe [[Faustina]] en de dochter van [[Constantius II]] als pronkstukken voor zijn regime. Hiermee boekte hij enig succes, met name onder soldaten die loyaal waren aan de Constantijnse dynastie en onder Oosterse intellectuelen die zich onder de Valentinianen al snel vervolgd begonnen te voelen.
 
Toen het nieuws kwam dat Procopius in opstand was gekomen hem bereikte, stortte Valens in. Hij dacht er over na om [[troonsafstand|afstand van de troon te doen]] en overwoog misschien zelfs om [[zelfmoord]] te plegen. Zelfs nadat hij besloten had toch te vechten, werden Valens' inspanningen om Procopius' opstand neer te slaan, bemoeilijkt door het feit dat de meeste van zijn troepen, toen hij van de opstand vernam, de [[Cilicië|Cilicischë poort]] al waren doorgetrokken op weg naar [[Syria]]. Niettemin stuurde Valens twee legioenen naar het westen om met Procopius af te rekenen. Tot Valens' frustratie slaagde Procopius er echter gemakkelijk in deze legioenen over te halen om naar hem over te lopen. Later dat jaar werd Valens zelf bijna gevangen genomen in een raid in de buuurt van [[Chalcedon]]. De problemen werden nog verergerd door de weigering van [[Valentinianus I|Valentinianus]] om meer te doen dan zijn eigen grondgebied tegen de troepen van Procopius te beschermen.
Door het ontbreken van significant keizerlijk verzet in 365 kon Procopius grote stukken van het rijk onder zijn controle brengen. Aan het einde van jaar had hij de controle over de diocesen van [[Thracië]] en [[Asia (Romeinse provincie)|Asia]].
 
Pas in het voorjaar van 366 had Valens genoeg troepen verzameld om Procopius effectief te kunnen bestrijden. Hij marcheerde vanuit [[Ancyra]] naar [[Pessinus]]. Vandaar trok Valens [[Frygië]] binnen, waar hij Procopius' generaal Gomoarius wist te verslaan in de [[slag bij Thyatira]]. Daarna ontmoette hij Procopius zelf in Nacoleia, waar hij diens troepen door omkoping ervan wist te overtuigen om Procopius in de steek te laten. Procopius werd op 27 mei 366 geëxecuteerd, waarna zijn afgehakte hoofd met als eindbestemming keizer Valentinianus in [[Augusta Treverorum]] (het huidige [[Trier]]) op tournee ging door het noordelijk deel van het Romeinse Rijk.
 
==Oorlog tegen de Goten==
Regel 53:
 
==Oorlog met de Sassaniden==
Onder Valens' redenen om in 369 snel een haastige, en vanuit Romeinse perspectief niet geheel bevredigende vrede met de Goten te sluiten was de verslechterende stand van zaken aan de Oostelijke grens. [[Jovianus]] had veel van Romes lang betwiste aanspraken op de controle over Armenië in 363 opgegeven in zijn verdrag met [[Shapur II]]. Deze stond te popelen om van deze nieuwe kans te profiteren. De [[Sassanieden|Sassanidische]] heerser begon met een campagne om leden van de Armeense adel over te halen om naar zijn kamp over te lopen. Uiteindelijk dwong hij het overlopen van de [[Arsacid-dynastie van Armenië|Arsacidische]] Armeense koning, [[Arshak II|Arsaces II (Arshak II)]] af. Na zijn overlopen arresteerde hij hem snel en liet hem in een kerker opsluiten. Shapur zond vervolgens een invasiemacht om het [[Koninkrijk Iberië|Caucasiche Iberia]] te veroveren en een tweede om Arsaces II's zoon, [[Pap van Armenië|Papas (Pap)]], in het fort van Artogerassa te belegeren. Deze gebeurtenissen vonden waarschijnlijk in 367 plaats. Tegen de volgende lente was Papas er echter in geslaagd uit dit fort te ontsnappen. Hij vluchtte vervolgens naar Valens, die hij waarschijnlijk eerder had ontmoet in Marcianopolis tijdens diens campagne tegen de Goten.
 
Al in de zomer na zijn verdrag met de Goten stuurde Valens zijn generaal [[Flavius Arinthaeus|Arinthaeus]] om Papas opnieuw op de Armeense troon te zetten. Dit was voor Shapur de aanleiding om nu zelf Armenië binnen te vallen. Papas wist echter wederom te ontsnappen en werd in 370 door de Romeinen onder begeleiding van een veel grotere legermacht opnieuw op de Armeense troon gezet. De volgende lente werden extra legeronderdelen onder leiding van Terentius naar het noordoosten gezonden om het koninkrijk Iberia te heroveren en om in Armenië in de buurt van de berg [[Npat]] een [[garnizoen]] achter te laten. Toen Shapur in 371 in Armenië een tegenaanval uitvoerde, werd zijn leger bij Bagavan afgetroefd door Valens' generaals Trajanus en [[Vadomarius]]. Valens had zich niet langer aan het verdrag uit 363 gehouden, maar was succesvol in het verdedigen van de behaalde winsten. Een wapenstilstand die na de Romeinse overwinning in 371 werd gesloten hield en bewerkte voor de komende vijf jaar een quasi-vrede, vooral omdat Shapur werd gedwongen eerst af te rekenen met een [[Kushana|Kushan]]-invasie aan zijn oostelijke grenzen van het Sassanidische rijk.
 
Ondertussen braken er problemen uit met de jonge koning Papas, die wat al te wild om zich heen begon te slaan. Hij had de Armeense [[bisschop]] [[Nerses I]] laten executeren en eiste de controle over een aantal belangrijke Romeinse steden, waaronder zelfs [[Şanlıurfa (stad)|Edessa]]. Dat was niet de bedoeling. Op aandrang van zijn generaals en vrezend dat Papas naar de Perzen zou overlopen, liet Valens een mislukte poging uitvoeren om de prins gevangen te nemen. Toen dat niet lukte liet hij hem later in Armenië executeren. In Papas plaats, voerde Valens een andere Arsacidische heerser [[Varazdat|Varasdates (Varazdat)]] ten tonele, die onder de regentschap van de ''[[sparapet]]'' [[Mushegh I Mamikonian]], een bondgenoot van Rome, in naam over Armenië heerste.
Regel 61:
Niets van dit alles viel in goede aarde bij de Perzen. Zij begonnen weer aan te dringen op de naleving van het verdrag in 363. Toen alles in 375 er op wees dat een nieuwe confrontatie aan de oostgrens waarschijnlijk leek, begon Valens met de voorbereidingen voor een grote expeditie. Ondertussen ontstonden er elders problemen. In [[Isaurië|Isauria]], een bergachtige regio in west-[[Cilicië]], brak in 375 een belangrijke opstand uit, voor de onderdrukking waarvan troepen moesten gebruikt, die aan de Oostgrens waren gestationeerd. Verder kwamen in 377 de [[Saracenen]] onder [[Mavia (koningin)|koningin Mavia]] in opstand. Zij verwoestten een strook land die zich uitstrekte van [[Fenicië]] en [[Palestina (regio)|Palestina]] tot in de [[Sinaï (schiereiland)|Sinaï]]. Hoewel Valens er in slaagde beide opstanden onder controle te krijgen, werden de mogelijkheden om aan de oostelijke grens in actie te komen door deze opstanden sterk beperkt.
 
In 375 werd Valens' oudere broer Valentinianus in [[Pannonië]] door een [[hersenbloeding]] getroffen. Dit resulteerde op 17 november 375 in zijn dood. [[Gratianus]], de zoon van Valentinianus' en een neef van Valens, was door zijn vader al tot mede-augustus verheven. Mede omdat Gratianus bij de dood van zijn vader niet ter plaatse was, moest hij dulden dat om reden van stabiliteit de keizerlijke troepen in Pannonia zijn nog zeer jonge halfbroer [[Valentinianus II]] na de dood van zijn vader ook tot [[Augustus (titel)|Augustus]] verhieven.
 
==Gotische oorlog==
Valens' plannen voor een oostelijke campagne werden nooit gerealiseerd. Een verplaatsing van troepen naar het West-Romeinse Rijk had in 374 hiaten in Valens' mobiele troepen geslagen. Ter voorbereiding van een oostelijke oorlog initieerde Valens een ambitieus rekruteringsprogramma om deze leemtes op te vullen. Het was dus niet persé onwelkom nieuws toen Valens leerde dat de Gotische stammen rond 375 uit hun thuislanden waren verdreven door een invasie van [[Hunnen]] en dat zij nu asiel vroegen in het Romeine Rijk. In 376 verschenen de Tervingi aan de noordkant van de benedenloop van de Donau. Zij zonden een ambassadeur naar Valens die zich op dat moment in [[Antiochië]] bevond. De Goten vroegen bescherming en land in Illyria. Naar schatting 200.000 Gotische krijgers (zowel Tervingi als Greuthungi) en in totaal ongeveer een miljoen, op de vlucht zijnde mensen bevonden zich langs de benedenloop van de Donau in [[Moesia]] en de oude Romeinse provincie [[Dacië|Dacia]].
 
Valens' adviseurs waren er snel bij om hem erop te wijzen dat deze Goten troepen konden leveren, die Valens' leger in potentie zowel kwalitatief als kwantitatief behoorlijk in kracht konden toen laten toenemen. Ook kon zo de afhankelijkheid van het lichten van provinciale troepen worden verlaagd – waardoor tevens de opbrengst van de rekruteringsbelasting zou kunnen stijgen. Onder de Goten die asiel zochten was een groep die onder leiding stond van [[Fritigern]]. Fritigern had eerder in de jaren 370 al contact met Valens gehad omdat Valens hem steunde in een strijd tegen Athanarik, die voortvloeide uit Athanariks vervolging van de Gotische [[christenen]]. Hoewel een aantal Gotische groepen blijkbaar toegang tot het Romeinse rijk vroeg, gaf Valens alleen toestemming aan Fritigern en zijn volgelingen om de Donau over te steken. Dit heeft echter niet voorkomen dat anderen Gotische groepen Fritigerns voorbeeld volgden.
 
Toen Fritigern en zijn Goten de oversteek over de rivier ondernamen, werden Valens mobiele troepen opgehouden in het oosten, aan de Perzische grens en in Isauria. Dit betekende dat alleen [[Limitanei]] eenheden aanwezig waren om toezicht te houden op de vestiging van Firtigerns Goten in Romeins gebied. Het kleine aantal aanwezige keizerlijke troepen maakten het de Romeinen onmogelijk om te verhinderen dat eerst een niet geautoriseerde groep Goten de Donau overstak en later ook groepen Hunnen en [[Alanen]]. Wat begon als een gecontroleerde vestiging van Goten in vooraf bepaald gebied liep uit op een massale ongecontroleerde toestroom. En de situatie werd nog erger. Toen de aanwezige generaals begonnen om de onder leiding van Fritigern staande Goten, die nu onder hun bescherming stonden, te exploiteren, kwamen deze Tervingi in het begin van 377 in opstand. Zij versloegen de Romeinse eenheden in [[Thracië]], niet ver buiten de muren van Marcianopolis.
 
Na de krachten gebundeld te hebben met de Greuthungi en later ook met de Hunnen en Alanen, marcheerden de gecombineerde barbaarse groep wijd en zijn door wat wij nu de Oostelijke Balkan noemen, voordat zij geconfronteerd werden met een voorhoede van keizerlijke soldaten die zowel vanuit het oosten en het westen waren gestuurd. In de [[slag van de Wilgen|slag ''ad Salices'']] (slag bij de wilgen) behaalden de Goten wederom de overwinning. Zij konden nu in Thracië ten zuiden van de [[Balkan (gebergte)|Haemus]] vrijelijk hun gang gaan. Begin 378 was Valens zelf in staat om vanuit zijn oostelijke basis in Antiochië naar het westen te marcheren. Hij liet in het oosten alleen een minimaal aantal troepen achter; daaronder ook Goten. Op 30 mei 378 bereikte hij Constantinopel. Valens' raadslieden, [[comes (Romeinse Rijk)|comes]] [[Richomeres]], en zijn generaals Frigerid, Sebastianus, en [[Victor (consul in 369)|Victor]] hadden hem intussen gewaarschuwd en op het hart gedrukt vooral te wachten tot de komst van het leger van Gratianus met zijn zegevierende legionairs uit Gallië, iets dat Gratianus zelf ook krachtig bepleitte. Wat er daarna gebeurde is een voorbeeld van [[Hybris (Oudgrieks)|overmoed]], waarvan het effect nog jaren merkbaar was. Valens, jaloers op het succes van zijn neef Gratianus, besloot dat hij de overwinning voor zichzelf wilde.
 
==Valens' dood in de slag bij Adrianopel==
{{Zie hoofdartikel|slag bij Adrianopel (378)}}
Na een kort verblijf in Constantinopel gericht op het vergroten van zijn troepensterkte en het verkrijgen van een steunpunt in Thracië, trok Valens in de richting van [[Edirne (stad)|Adrianopolis]]. Van daaruit trok hij op tegen het confederale barbaarse leger. Op 9 augustus 378 kwam het tot een veldslag, die bekend zou komen te staan als de [[slag bij Adrianopel (378)|slag bij Adrianopel]]. Hoewel er diplomatieke onderhandelingen werden gevoerd, leidden dezen tot niets, toen een Romeinse eenheid naar voren trok en zo beide partijen dwong zich in de strijd te mengen. Vroeg in de veldslag boden de Romeinen goed partij, maar toen de Visigotische cavalerie, die toevallig net van een fourageringstocht terugkwam, zich onverwacht in de strijd wierp en er in slaagde de Romeinse gelederen te doorbreken, werden de Romeinen verpletterend verslagen.
 
De primaire bron voor de slag is [[Ammianus Marcellinus]].<ref>{{aut|Ammianus Marcellinus}}, ''Historiae'', 31.12–13.</ref> Valens had een forse reserve aangehouden om zijn bagagetrein en zijn schatkist te bewaken. Dit betekende echter wel dat hij minder troepen voor de strijd beschikbaar had. Verder kwam zijn cavalerie op de rechtervleugel eerder bij het Gotische kamp aan dan de linkervleugel. Het was een zeer warme dag en de Romeinse cavalerie wierp zich nu zonder strategische ondersteuning in de strijd. Zo verspilden zij hun energie in de hitte.
 
Ondertussen zond Fritigern in zijn voortdurende manipulatie van de situatie wederom een afgezant om over vrede te praten. De resulterende vertraging betekende dat de op het slagveld aanwezige Romeinse legionairs last van de hitte begonnen te krijgen. De beschikbare reserves van het leger werden verder verminderd toen een slecht getimede aanval door de Romeinse boogschutters het noodzakelijk maakten om Valens' afgezant, comes Richomer terug te roepen. De aanval van de boogschutters werden afgeslagen en zij trokken zich vernederd terug.
 
Terugkerend van een foerageringstocht zag de Gotische cavalerie onder bevel van Althaeus en Safrax dat de slag in volle gang was. Zij mengden zich onmiddellijk in de strijd en wisten de Romeinse cavalerie op de vlucht te drijven. Dit was de beslissende wending in de slag. Vanaf dat moment geeft Ammianus twee versies van Valens' ondergang. In het eerste versie vertelt Ammianus dat Valens "dodelijk gewond werd door een pijl, en weldra zijn laatste adem uitblies," (XXXI.12) Zijn lichaam werd nooit gevonden en kreeg ook geen fatsoenlijke begrafenis. In de tweede versie meldt Ammianus dat de Romeinse infanterie in de steek werd gelaten, daarna werd omsingeld en vervolgens in mootjes werd gahakt. Valens raakte gewond en zou naar een kleine houten hut zijn gebracht. Deze hut zou vervolgens door de Goten zijn omsingeld en in brand zijn gestoken; blijkbaar waren zij niet op de hoogte dat de keizer zich binnen bevond. Volgens Ammianus kwam Valens zo aan zijn einde (XXXI.13.14-6). Een derde apocrief verhaal vertelt dat Valens in het gezicht werd geraakt door een Gotische pijl toen hij een charge leidde. Om zijn mannen aan te moedigen zou hij geen [[helm (hoofddeksel)|helm]] hebben gedragen. Deze actie keerde het tij van de strijd op korte termijn, maar een tactische overwinning sloeg door de dood van keizer al snel om in een strategische nederlaag.
 
De kerkhistoricus [[Socrates van Constantinopel|Socrates]] geeft ook twee verschillende versies van de dood van Valens.
{{cquote|Sommigen hebben beweerd dat hij in een dorp, waarheen hij zich had teruggetrokken, de vuurdood stierf toen de barbaren dit dorp aanvielen en in brand stoken. Maar anderen beweren dat nadat hij zijn keizerlijk gewaad had uitgetrokken en hij zich te midden van de hoofdmacht van de infanterie had begeven, de cavalerie in opstand en weigerde om de slag aan te gaan, waarna de infanterie werd omsingeld door de barbaren, en tot de laatste man volledig werd vernietigd. Door hen werd gezegd dat de keizer viel, maar niet kon worden herkend, omdat hij zijn keizerlijke habijt had uitgetrokken.<ref>The Ecclesiastical History, VI.38, [http://www.ccel.org/ccel/schaff/npnf202.ii.vii.xxxviii.html zie hier]</ref>}}
 
Toen de slag voorbij was, lag twee derde van het Oost-Romeinse leger dood op het slagveld. Veel van de beste officieren waren omgekomen. Wat over was van Valens' leger trok zich onder leiding van de comes Richomer en generaal Victor onder dekking van de nacht terug van het slagveld.
 
[[John Bagnell Bury|J.B. Bury]], een bekende [[oud-historicus]], die in deze periode was gespecialiseerd, geeft een specifieke interpretatie van de betekenis van de slag bij Adrianopolis: "Het was een ramp en schande die niet nodig was geweest."<ref> [http://rbedrosian.com/Ref/Bury/ieb4 zie hier]</ref>
Regel 93:
==Nalatenschap==
[[Bestand:Valens aquädukt02.jpg|thumb|[[Aquaduct van Valens]] in Istanboel (het voormalige [[Constantinopel]]), hoofdstad van het [[Oost-Romeinse Rijk]].]]
"Valens was volkomen onopvallend, nog steeds slechts een ''protector'', en bezat geen aanleg voor militaire zaken: hij verried zijn minderwaardigheidscomplex door zijn nerveuze verdenking van complotten en zijn harde bestraffing van vermeende verraders", schreef [[A.H.M. Jones]]. Maar Jones geeft ook toe dat "hij een gewetensvolle administrator was, die voorzichtig omging met de belangen van de lagere klassen. Net zoals zijn broer was hij een oprecht Christen.".<ref>{{aut|[[Arnold Hugh Martin Jones|Jones, Arnold Hugh Martin]]}}, ''The Later Roman Empire, 284–602: A Social, Economic and Administrative Survey'' (Baltimore: Johns Hopkins University, 1986), blz. 139.</ref>
 
Het zo roemloos omkomen in de strijd kan worden beschouwd als het dieptepunt in een ongelukkige carrière. Dit geldt met name vanwege de ingrijpende gevolgen van Valens' nederlaag. De nederlaag bij Adrianopel bleek het begin van het einde voor de territoriale integriteit van het late Romeinse Rijk en dit feit werd als zodanig ook door tijdgenoten erkend. [[Ammianus Marcellinus]] begreep dat het de ergste nederlaag in de Romeinse geschiedenis sinds de [[slag bij Cannae]] was (31.13.19), en [[Tyrannius Rufinus van Aquileia|Tyrannius Rufinus]] noemde het "het begin van de kwade zaken, die het Romeinse rijk vanaf toen en daarna overkwamen."
Regel 105:
 
==Voetnoten==
{{referencesReferences|85%}}
 
==Bronvermelding vertaling==