Sint-Jozefkerk (Woensdrecht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Japiobot (overleg | bijdragen)
zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots, replaced: jaren '60 → jaren 60 met AWB
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Op 16 februari 1882, als Woensdrecht nog bezig is met haar plannen voor de bouw van een eigen kerk, schrijft het kerkbestuur een brief naar de bisschop van Breda voor toestemming om de bestaande kerk van Hoogerheide te vergroten. Maar feitelijk gaat het volgens kerkmeester P.J. Jacobs Anz. in een brief van een dag eerder, om de bouw van een nieuwe kerk. Als voorwaarde stelt het kerkbestuur dat er 'te Woensdrecht niet eene kerk gebouwd wordt'. De tegenwerking vanuit Hoogerheide neemt ongewenste vormen aan. Wat er tussen beide dorpen is, is méér dan rivaliteit. Men probeert Woensdrecht 'onmogelijk' te maken. Het eerste plan wordt, enigszins geamendeerd, ook voor de tweede keer afgewezen. Het derde plan betreft uitsluitend de vergroting van de kerk. De bouwwerkzaamheden vangen nog datzelfde jaar aan. Het zijn de Woensdrechtse boeren die eerder dat jaar de stenen voor de bouw van de kerk in Woensdrecht gratis hebben aangevoerd en dat nu doen voor die van Hoogerheide. Pastoor Joannes Doggen van Hoogerheide, die in 1882 de nodige brieven over de bouw aan de bisschop van Breda stuurt, maakt daarvan echter geen melding. Het zijn immers die van Woensdrecht ? Wel schrijft hij dat 'voor het overige alles wel gaat en dat men van Woensdrecht weinig of niet meer hoort spreken'. Rond 1888 komt er ook in Hoogerheide een nieuwe kerk, die in 1911 wordt vergroot en van een heuse toren wordt voorzien.
 
Eind 1882 zijn die van Woensdrecht druk met het laatste werk aan hun kerk. Nadat die in december 1882 wordt opgeleverd, gaat de door het bisdom geweigerde en met eigen particulier geld gebouwde kerk op zondag 14 januari 1883 voor het eerst open. Een koor van zangers die tot dan lid zijn van het koor in Hoogerheide, treedt onder het zingen van het 'Veni Creator Spiritus' de kerk binnen. Onder leiding van woordvoerder Frans Dietvors, mede-initiatiefnemer en woordvoerder van de bouwers, is er alles aan gedaan om de kerk geaccepteerd te krijgen bij het bisdom. Een kerk die staat als een huis. Een kerk met een klok, die niet mag luiden omdat de klok niet gewijd is. Een kerk van en voor de parochianen van Woensdrecht, waar geen mis mag worden gelezen. Een kerk, zonder pastoor omdat hij niet is gesticht volgens de regels van de kerk. En volgens de wet kan er geen Godsdienst worden beleden als er geen priester is. De hele affaire gaat de geschiedenis in als 'het Schisma van Woensdrecht'. 'Op de meest nederige toon heeft Dietvors bij het bisdom Breda getracht de kerk te doen aanvaarden. Maar alles wat hij doet, is tevergeefs. De mensen zijn wanhopig en de kerk van Hoogerheide wordt vanuit Woensdrecht zo goed als niet meer bezocht. Hier is van een opstandeling of schismatiek niets te bespeuren', schrijft historicus Pijnen. Als men ook maar enig licht van hoop ziet gloren, gaat men er operop af., Maarmaar altijd weer zonder resultaat. Geen erkenning van de kerk en geen erkenning voor het werk van al die Woensdrechtenaren. De kerkelijke leiding beweert zelfs dat de Woensdrechtenaren dat over zichzelf hebben afgeroepen. 'Ze zouden zich contractueel verplicht hebben om niet meer naar Hoogerheide ter kerke te gaan'. Maar volgens Frans Dietvors zijn dat allemaal 'leugens en grove laster om de Woensdrechtenaren verdacht te maken'.
 
Uiteindelijk komt de redding van pastoor Cornelis van de Zande van Klein-Dongen, die in 1870 als kapelaan te Hoogerheide 'met een stoot onder de gordel' van de toenmalige pastoor aldaar zijn congé had gekregen. De 'parochianen' van Woensdrecht mogen hem graag en stellen veel vertrouwen in hem. Toch kost het hem nog bijna drie jaren van 'ploeteren, miskenning, achterdocht en achterklap' voordat men inziet dat de Woensdrechtenaren en hun kerk moeten worden erkend. Na heel veel moeilijkheden wordt de parochie van Woensdrecht op 30 oktober 1885 canoniek bevestigd onder de titel St. Joseph.