Het Leen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Omzetting verouderd sjabloon + check op 40000
link van dp naar juiste pagina, replaced: heideveldheideveld met AWB
Regel 8:
Tijdens de [[IJstijd|ijstijd]] stierf een deel van het bos af en trad er veenvorming op door de zuurgraad. In het [[Subboreaal]] (3000 jaar v.Chr.) deden een aantal andere boomsoorten zoals [[iep]], [[lindeboom|linde]] en [[els (boom)|els]] hun intrede.
 
Door menselijke invloeden ontstonden er [[heide (vegetatie)|heideveld]]en op de hoger gelegen gebieden; in de valleien en de depressies ontwikkelde zich langzaam een moerasbos. Tijdens de Romeinse periode werd ten noorden van deze uitgestrekte boszone de [[Antwerpse Heirweg]] aangelegd. Het hele gebied ten zuiden ervan was ondoordringbaar. In de eeuw na Chr. werd de omgeving langs de [[zeearm]]en overspoeld met zeewater. Hierdoor werd heel wat zout water opgeslagen in het [[veen (grondsoort)|veen]].
 
In de [[Middeleeuwen]] was er door de grote bevolkingstoename meer en meer hout nodig voor woningbouw. Voor de verwarming van de woningen gebruikte men eveneens [[hout]] en [[Turf (brandstof)|turf]]. Vanaf [[1205]] reageerde [[Johanna van Constantinopel]] over de Vlaamse gewesten. Turf- en veengronden werden in concessie gegeven aan de religieuzen. Het [[Oud Sint-Janshospitaal|Sint-Janshospitaal]] van [[Brugge]] kreeg zo een aantal gronden naast en in het huidige Leen. Men deed er aan veeteelt en primitieve [[landbouw]] maar men ontgon er vooral turf. In die tijd ([[1252]]) werd ook de [[Lieve]] gegraven, die liep achter de nu nog bestaande hoeve [[Hoeve Altena|Altena]] (gesticht door het St-Janshospitaal). Een gedeelte van de gestoken turf werd via deze waterweg naar [[Damme (België)|Damme]] vervoerd, daar overgeladen, om zo terecht te komen in het St-Janshospitaal van Brugge. Wanneer men van zeewater doordrongen turf verbrandt, blijft het [[keukenzout|zout]] in de [[as (verbranding)|as]] achter. Zout was in die tijd zeer belangrijk aangezien het veel werd gebruikt om [[voedsel]] te pekelen. Door de snelle bevolkingstoename in de [[stad|steden]] was het noodzakelijk voldoende voedsel in voorraad te hebben. Het zout dat gewonnen werd in de Altenahoeve werd via een smal pad door de leenbossen vervoerd naar [[Gent]]. Op oude kaarten vindt men nog deze zoutweg terug die nog grotendeels te volgen is door het huidige Leen. In [[1240]] vermeldde men deze weg in de [[keure]] van [[Eeklo]] als zuidelijke [[grens]] van de stad, wat betekent dat deze al bestond en door velen gebruikt werd. De huidige weg Gent-Eeklo (N9) werd pas heel wat later aangelegd, wat te maken had met de [[moeras]]sen die daar lagen (vandaar de straatnaam Dam).