Kerkdienst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 43046674 van 178.84.237.106 (overleg) ongedaan gemaakt - moet wel algemeen blijven
k red. en link naar Wiktionary
Regel 23:
# [[votum en groet]], waarmee de dienst officieel wordt begonnen
# zingen van een [[psalm]]
# voorlezing van de [[Tientien geboden]]
# zingen van een vers, vaak uit de [[berijming van de tien geboden]] of uit bijvoorbeeld psalm 119
# voorlezing van een gedeelte van de [[Bijbel (christendom)|Heilige Schrift]]
Regel 45:
Niet alle kerken gebruiken dezelfde Bijbelvertaling. Er zijn verschillende [[Bijbelvertaling|vertalingen]] van de Bijbel. De oudste is uit de 17e eeuw en heet de [[Statenvertaling]]; de nieuwste Bijbelvertaling is uitgekomen in oktober 2011 en heet de [[Herziene Statenvertaling]], de [[Nieuwe Bijbelvertaling]] wordt ook veel gebruikt.
 
De Schriftlezing is meestal een kort verhaal. De dominee legt dit verhaal daarna in de prediking of [[preek]] uit. De dominee of voorgang(st)er maakt hiervoor gebruik van een [[kansel]], een preekstoel. De kansel staat hoog, omdat men erervan van uit gaatuitgaat dat de spreker niet namens zichzelf, maar namens God het woord doet. Na de preek worden er liederen gezongen die qua inhoud meestal aansluiten bij de prediking en bij de tijd van het kerkelijk jaar.
 
Na het zingen volgt zoals dat heet 'de dienst der [[gebed]]en'. Tijdens een kerkdienst wordt dit meestal door de dominee gedaan. Vooraf mogen de gemeenteleden gebedsverzoeken aan hem doorgeven. De dominee bidt voor de zieke mensen in de gemeente, voor zaken die in het landelijke of wereldnieuws spelen en voor troost voor alle mensen die het moeilijk hebben. Er wordt ook gedankt voor het goede in dit leven. Vaak bidt men tenslotte hardop met alle aanwezigen in de kerk het [[Onzevader]].
Regel 51:
Tijdens een kerkdienst probeert men steeds duidelijk te maken dat mensen niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de ander moeten zorgen. Door middel van een [[collecte]], ook offerande genaamd, moeten de aanwezigen dit in de praktijk brengen. Zakjes met een stokje eraan (collectezak) gaan langs de rijen met mensen. De gevulde zakjes worden door kerkvoogden opgehaald.
 
Aan het einde van de kerkdienst gaan de aanwezigen staan. De dominee stuurt de mensen naar huis met de opdracht om wat geleerd is in praktijk te brengen. Hij of zij heft zijn of haar armen en zegent met gespreide handen de gemeente, waardoor symbolisch de handen van God op de mensen wordt gelegd. De zegening en daarmee tevens de kerkdienst wordt afgesloten met het woord ''[[amen (gebed)|amen]].''
 
==Zie ook==
* [[Avondmaal]]
{{wikt}}
 
[[Categorie:Protestantisme]]
[[Categorie:Liturgie]]