Apen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+bron
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
Apen leven voornamelijk in warmere streken, die veelal begroeid zijn met [[boom (plant)|bomen]]. In de [[tropisch regenwoud|tropische regenwouden]] komen de meeste soorten voor. De meeste apen zijn dan ook goede klimmers, die een groot gedeelte van de dag in bomen doorbrengen. Slechts enkele soorten wagen zich op de open vlakte (bijvoorbeeld de [[huzaaraap]]) of in rotsachtige streken (verscheidene bavianen en makaken) of leven in koudere streken (bijvoorbeeld de [[Japanse makaak]] die in Japan tot boven de sneeuwgrens kan worden aangetroffen, of de [[stompneusapen]] uit de Himalaya). De [[gelada]], een aan de [[bavianen]] verwante apensoort, leeft op de hogergelegen grasvlakten van het [[Ethiopisch Hoogland]]. Apen zijn over het algemene [[herbivoor]], die voornamelijk van vruchten, noten, bladeren, stengels en boomsappen leven. Sommige soorten eten ook dierlijk materiaal, als insecten en vogeleieren. Vooral kleinere apensoorten als de [[klauwaapjes]] leven voor een groot gedeelte van insecten. De meeste apen zijn groepsdieren, die leven in grote [[troep (dier)|troepen]]. [[Solitair]]e soorten, als de [[orang-oetans]], zijn ver in de minderheid.
 
Apen zijn over het algemeen middelgrote boombewonende dieren. Bij veel soorten is de staart langer dan de rest van het lichaam. Bij enkele apen van de Nieuwe Wereld heeft deze staart zich ontwikkeld tot een grijpstaart. Bij mensapen ontbreekt de staart geheel. De benen zijn langer dan de armen, maar niet bij [[gibbons]].. Apen hebben relatief grote [[hersenen]] en een grote, bolvormige hersenkas, waarmee ze zich onderscheiden van de halfapen. Veel soorten worden als vrij [[intelligentie|intelligent]] beschouwd: ze zijn vindingrijk, speels en passen zich gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan. Ook zijn apen meer op hun [[zien|zicht]] aangewezen dan de halfapen, die een beter ontwikkeld [[gehoor]] en [[reukzin]] hebben. De ogen staan recht naar voren gericht.
 
De kleinste apensoort is het [[dwergzijdeaapje]] (''Cebuella pygmaea''), de grootste de [[oostelijke gorilla]] (''Gorilla beringei'').