Frederik Ernst Müller: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Externe link: dode link vervangen door andere levende
Sluithaakje
Regel 20:
'''Frederik Ernst Müller''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[25 januari]] [[1889]] – [[Breukelen (Utrecht)|Breukelen]], [[22 december]] [[1960]]) was gedurende de [[Tweede Wereldoorlog]] een [[nationaalsocialisme|nationaalsocialistisch]] bestuurder.
 
Müller was een Utrechtse fabrikant, ingenieur van opleiding en eigenaar van het Utrechtse beenzwartbedrijf [[De Benenkluif]], die al in de jaren dertig grote activiteiten ontplooide in de [[Nationaal-Socialistische Beweging]] (NSB). Hij droeg het [[stamboeknummer]] 543. Gedurende 1941 was Müller acht maanden werkzaam als ''Commissaris der Provincie'' (de nationaalsocialistische benaming van [[Commissaris van de Koning(in)|Commissaris der Koningin]]) in Utrecht. In deze functie werd hij opgevolgd door [[Willem Bernard Engelbrecht]].
 
Müller werd op 10 oktober 1941 geïnstalleerd als burgemeester van [[Rotterdam (gemeente)|Rotterdam]], nadat zijn voorganger, burgemeester [[Pieter Oud|Oud]] ontslag had genomen na veel kritiek van de NSB dat hij niet meegaand genoeg was. Müller werd geïnstalleerd door de waarnemend burgemeester van Rotterdam, [[Arie de Zeeuw]] (van de [[Sociaal-Democratische Arbeiderspartij|SDAP]]) die het karakter van de installatie laakte en de ambtsketen liet omhangen door een bode. Müller was medeverantwoordelijk voor de snelle [[deportatie]] van de Rotterdamse Joden: al in juli 1942 waren de meeste Joden via [[Loods 24]] naar [[Kamp Westerbork|Westerbork]] afgevoerd; dat was eerder dan bijvoorbeeld [[Amsterdam]]. Anderzijds was hij tegen de verwoesting van de [[haven]]s; waarschijnlijk mede daardoor is de volledige verwoesting van de havens in 1944 achterwege gebleven.