Reductievlak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Addbot (overleg | bijdragen)
k Robot: Verplaatsing van 6 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q956736
Japiobot (overleg | bijdragen)
zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots, replaced: jaren '80 → jaren 80 met AWB
Regel 3:
 
== Zeekaarten ==
Vanwege de veilige vaart is de werkelijke waterdiepte over het algemeen groter dan het gekozen reductievlak. Het kan echter voorkomen dat de waterstand lager is, bijvoorbeeld bij aflandige wind. Niet alle kaarten gebruiken hetzelfde reductievlak. Welk niveavlak gekozen wordt, hangt af van het karakter van de getijbeweging. Begin jaren '80 adviseerde de [[Internationale Hydrografische Organisatie|IHO]] om over te gaan op het laagste astronomische getij (''Lowest Astronomical Tide, LAT''), het laagste getijdenniveau dat voorspeld kan worden onder gemiddelde meteorologische omstandigheden en onder elke combinatie van astronomische omstandigheden. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zijn hier al op overgegaan, terwijl Duitsland in 2005 aan de overgang van gemiddeld laagwaterspring (GLWS) naar LAT is begonnen. Nederlandse kaarten van Nederlandse wateren gebruikten tot 2006 het gemiddeld laag-laagwaterspring (GLLWS) — het maandelijkse laagste gemiddelde van laagwaterspring — maar hier wordt nu van noord naar zuid ook overgegaan op LAT. In België wordt vanaf 2008 gelijk met het zuiden van Nederland overgegaan naar LAT. In de wereldwijd dekkende Admiraltykaarten gebruikt men over het algemeen het LAT, maar houdt men aan wat gebruikt wordt door het land dat de opnames maakt, zodat andere hierin gebruikte reductievlakken het LWS en het middenstandsvlak (''Mean Sea Level, MSL'') zijn.
 
In Finland is het getij vrijwel niet waarneembaar, zodat men daar MSL gebruikt. In Griekenland is het getij minimaal en gebruikt men MLLW, wat ook in de Verenigde Staten wordt aangehouden.