Dwergstaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HanhilBot (overleg | bijdragen)
k isocode
Japiobot (overleg | bijdragen)
zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots, replaced: jaren '90 → jaren 90 met AWB
Regel 16:
Dwergstaten kampen, net als [[eilandstaten]] (veel dwergstaten zijn bovendien ook eilandstaten), met een tekort aan economische hulpbronnen die middelen van bestaan kunnen garanderen. Dit leidde met name in de 19e eeuw tot een uittocht van jonge mensen die hun geluk elders gingen beproeven, waardoor de staatjes te kampen kregen met een [[braindrain]] en ontvolkt dreigden te raken. In de 20e eeuw wisten veel van hen echter nieuwe inkomensbronnen te vinden, geholpen door de toenemende mobiliteit. Sommige ministaten leven grotendeels van toerisme, anderen moeten het hebben van een bankgeheim, voordelige belastingfaciliteiten of het zijn van [[goedkoop vlagland]]. Anderen, zoals Singapore en Hong Kong, profiteerden van hun gunstige ligging en ontwikkelden zich tot een handelshub.
 
Aan het bankgeheim, fiscale faciliteiten en het zijn van goedkoop vlagland kleven echter wel risico's. Het kan ergernis opwekken bij grotere (OESO-)landen, die zich zorgen maken over het weglekken van belastinggelden of misbruik door de georganiseerde misdaad. Dit kan leiden tot economische sancties waar de ministaat weinig tegenover kan stellen. Veel ministaten hebben dan ook een 'broodheer' (vaak de voormalige kolonisator of het buurland) dat het in internationaal verband enigszins voor hen opneemt, onder voorwaarde dat het economisch beleid de 'broodheer' niet schaadt. Zo is Frankrijk de 'broodheer' van Andorra en Monaco, Zwitserland van Liechtenstein, het Verenigd Koninkrijk van Jersey, Guernsey, Man en van zijn voormalige koloniën, en China sinds eind jaren '90 van Hong Kong en Macau. Ook wordt vaak de defensie door de broodheer behartigd.
 
Een aantal dwergstaten is hierdoor economisch zeer succesvol geworden.