Navigatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
meer over geschiedenis
Regel 32:
Een van de eerste systemen voor [[luchtvaartnavigatie]] om nauwkeurig en betrouwbaar de positie te bepalen, onafhankelijk van weersomstandigheden, was via [[radiobaken]]s. Deze radiobakens bevinden zich op een vaste plaats op aarde, waarvan de precieze coördinaten bekend zijn. Wanneer schepen een signaal ontvangen van een radiobaken, kunnen ze met behulp van een [[Radio Direction Finder|radiorichtingzoeker]] aan boord bepalen vanuit welke richting het signaal van het baken komt. Als een schip signalen van minimaal twee radiobakens heeft ontvangen, kan precies bepaald worden waar het schip zich bevindt (zogenaamde kruispeiling). De nauwkeurigheid neemt toe naarmate meer bakens kunnen worden ontvangen, en de hoeken tussen de gepeilde richtingen zo recht mogelijk zijn. De nauwkeurigheid van dit systeem was echter nog niet zo groot.
 
Voor de [[Tweede Wereldoorlog]] werd in [[Duitsland]] het ''Ultrakurzwellen-Landefunkfeuer'' (LFF) of Lorenz-systeem ontwikkeld als ''[[Instrument Landing System]]''. Dit systeem werkte via [[Morse]]. Twee zenders, die beiden langs de landingsbaan gericht stonden, zonden een signaal uit. De ene zond punten uit, de andere streepjes. In het midden overlapten de signalen elkaar, zodat het de landingsbaan met redelijke nauwkeurigheid gevonden kon worden.
 
[[Bestand:VOR DME BUB.JPG|thumb|VOR-DME BUB (Brussel luchthaven Zaventem)]]
 
De volgende stap was ''[[VHF Omnidirectional Range station|VHF Omnidirectional Range]]'', of VOR. Hierbij wordt het continue signaal van een ''master'' zender vergeleken met een roterend ''slave'' station. Door het faseverschil te meten, kan een hoek bepaald worden die in theorie nauwkeuriger is dan via radiobakens.
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in [[Groot-Brittannië]] meerdere systemen ontwikkeld om de nauwkeurigheid te vergroten. Dit waren onder andere [[Gee (navigatie)|Gee]] en [[DECCA]]. In de [[Verenigde Staten]] werd hieruit [[LORAN]]-A ontwikkeld, later LORAN-C. Dit zijn zogenaamde [[Hyperbolisch navigatiesysteem|hyperbolische plaatsbepalingssystemen]]. Hierbij werd het faseverschil (DECCA) of het tijdsverschil (Gee en LORAN) bepaald tussen een ''master''- en een ''slave'' zender. Dit levert een hyperbool op als mogelijke [[positielijn]]. Door gebruik te maken van minimaal twee ''slave'' zenders, kan de positie bepaald worden. Deze zou moeten liggen op de snijding van de hyperbolen.
 
In [[1960]] lanceerde de [[United States Navy|Amerikaanse marine]] het TRANSIT- of NAVSAT-systeem (''Navy Navigation Satellite System''). Hierbij werd gebruikgemaakt van het [[Dopplereffect]] om de positie te bepalen. Nadeel hierbij was dat er slechts eens in de paar uur een positie kon worden bepaald.