Elektrodeloze lamp: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 7:
</ref> aangevraagd op elektrodeloze lampen, die van constructie vrijwel identiek zijn aan de hieronder beschreven inductielampen van Osram en [[Koninklijke Philips|Philips]].
Philips introduceerde het QL-inductieverlichtingssysteem, dat op 2,65 MHz werkt, in 1990 in Europa en in 1992 in de Verenigde Staten van Amerika. Philips vroeg ook nog patent aan op een speciale schakeling<ref>[http://worldwide.espacenet.com/publicationDetails/biblio?DB=EPODOC&II=1&ND=3&adjacent=true&locale=en_EP&FT=D&date=20020416&CC=US&NR=6373198B1&KC=B1 Patentaanvraag Gielen]</ref> om langere verbindingskabels tussen generator en lamp mogelijk te maken, maar dit principe werd nooit toegepast. Sinds 2010 worden de Philips inductielampen onder de naam Nedap en QLCompany verkocht, en zijn alle 6 modellen dimbaar tussen 50 en 100% vermogen.
QLCompany heeft de
In 1971 werd ook een ander type elektrodeloze lamp, waaraan vermogen toegevoerd wordt door middel van van [[microgolf|microgolven]], en bedoeld voor uitharden van [[Lak (houtbewerking)|lak]]ken door middel van [[Ultraviolet|uv]]-straling door FusionUV Systems op de markt gebracht. Dit soort lampsystemen is nog steeds volop in productie, gevoed door betrouwbare en universele [[Solid state (elektronica)|solid state]] lamp drivers. Een verdere ontwikkeling van dit lamptype is de zwavellamp, waarvan het concept bedacht is door ingenieur Michael Ury, natuurkundige Charles Wood, en hun collega's in 1990. De lamp is verder ontwikkeld door Fusion Lighting (USA) met ondersteuning van het US Department of Energy. Fusion Lighting is in 2002 gesloten en de patenten zijn in licentie gegeven aan de [[LG Group]]. Sinds 2006 wordt dit type lamp door LG onder de naam PLS (Plasma Lighting System) op de markt gebracht.
|