Estische Apostolisch-Orthodoxe Kerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geboorte- en sterfjaar van metropoliet Aleksander Paulus toegevoegd.
Regel 5:
| moederkerk = [[Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel]]
| stichtingsjaar = 1923, 1996
| oprichter = metropoliet AlexanderAleksander Paulus
| autocefaal of autonoom = Autonoom
| hoofd = [[Stephanos van Tallinn]]
Regel 41:
 
==De Estisch-orthodoxe Kerk==
In 1920 erkende [[Tichon van Moskou]], de patriarch van de Russisch-orthodoxe Kerk, de orthodoxe kerk in Estland als autonoom en tijdelijk [[autocefaal]]. De Estisch-orthodoxe Kerk was vrij om zijn eigen financiën te beheren, administratie te voeren en opleidingen op te zetten. Aartsbissschop AlexanderAleksander Paulus van Tallinn (1872-1953) werd gekozen tot ‘[[metropoliet]] van Tallinn en geheel Estland’.
 
Oorspronkelijk viel de Estisch-orthodoxe Kerk onder het [[Patriarchaat Moskou|patriarchaat van Moskou]], maar door de vervolgingen van de moederkerk in de [[Sovjet-Unie]] ging het contact met Moskou verloren. In 1923 legde de Estische kerk contact met het [[Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel]]. Patriarch [[Meletius IV van Constantinopel]] nam het primaatschap over de Estisch-orthodoxe Kerk over, onder dezelfde voorwaarden als voorheen (autonomie en tijdelijke autocefalie).<ref name="Controversy">[http://www.estonica.org/en/Eastern_orthodoxy_in_Estonia_%E2%80%94_a_brief_overview_of_religious_controversy/History_of_the_controversy/ ‘History of the controversy’].</ref>
Regel 50:
In 1940 werd Estland door de Sovjet-Unie bezet. De bezetters brachten de Estisch-orthodoxe Kerk weer terug onder de vleugels van de Russisch-orthodoxe Kerk. Onder Duitse bezetting (1941-1944) werd de autonomie van de Estische kerk weer hersteld (hoewel sommige parochies trouw bleven aan Moskou), maar nadat het [[Rode Leger (Sovjet-Unie)|Rode Leger]] in 1944 de Duitsers had verdreven, werd de Estisch-orthodoxe Kerk teruggebracht tot de status van [[bisdom]] binnen de Russisch-orthodoxe Kerk.<ref name="Controversy"/> In 1964 werd de zittende ‘bisschop van Tallinn en geheel Estland’, [[Aleksi II van Moskou|Aleksi]], bevorderd tot aartsbisschop. Daarmee was Tallinn een [[aartsbisdom]] geworden. Dankzij de massale immigratie van etnische Russen vanuit andere delen van de Sovjet-Unie naar Estland vormden de Esten binnen deze kerk al gauw nog maar een kleine minderheid. De diensten waren vrijwel overal in het Russisch.
 
In 1944 was Aleksander Paulus, metropoliet van Tallinn en geheel Estland, dus het toenmalige hoofd van de Estisch-orthodoxe kerk, samen met 23 priesters en ca. 8.000 gelovigen naar [[Zweden]] gevlucht. Daar bleef de kerk onder de naam Orthodoxe Kerk van Estland in Ballingschap actief als [[Exarchaat (Byzantijnse Rijk)|exarchaat]] van het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel.<ref name="Roberson"/>
 
Onder druk van de patriarch van Moskou herriep patriarch [[Demetrius I van Constantinopel]] in 1978 de overeenkomst (''tomos'') tussen de Estisch-orthodoxe Kerk en het Oecumenisch Patriarchaat uit 1923.<ref name="Roberson"/>