Billie Nelson: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
[[Bestand:Flickr - ronsaunders47 - YAMAHA TZ 350A. 350cc GRAND PRIX RACER, 1973..jpg|miniatuur|350 cc [[Yamaha TZ 350 A]] uit 1973]]
[[Bestand:1969 Yamaha TD2.jpg|miniatuur|[[Yamaha TD 2]]]]
== Carrière ==
In 1959 kwam Billie Nelson voor het eerst voor in de uitslagenlijst van de [[Sidecar TT]] op het [[Man (eiland)|eiland Man]]. Hij werd als [[bakkenist (motorsport)|bakkenist]] van Charlie Freeman
In 1965 stak hij over naar het vasteland, waar hij in de [[Grand Prix-wegrace van Duitsland|GP van Duitsland]] met zijn Norton 6e werd. In de Senior TT werd hij
▲In 1959 kwam Billie Nelson voor het eerst voor in de uitslagenlijst van de [[Sidecar TT]] op het [[Man (eiland)|eiland Man]]. Hij werd als [[bakkenist (motorsport)|bakkenist]] van Charlie Freeman 8e met een [[Norton Manx]]-zijspancombinatie. Freeman had met twee verschillende bakkenisten in 1957 en 1958 deelgenomen, maar Billie Nelson zou hem tot in 1965 trouw blijven. In 1960 haalden ze hun beste resultaat: 3e in de Sidecar TT, in een periode dat de [[BMW Motorrad|BMW's]] in deze klasse vrijwel niet te kloppen waren. In 1962 probeerde Nelson het voor het eerst met een solomotor. Met een Norton Manx viel hij uit in de [[Senior TT]]. Ook in 1963 en 1964 reed hij uitsluitend op het eiland Man, met Charlie Freeman in de Sidecar TT en alleen in de Senior TT, maar het werd geen succes.
Vanaf 1967 reed hij een aantal jaren niet meer op Man, waarschijnlijk omdat de overtocht als [[privérijder]] te duur en het startgeld te laag was<ref>[[Privérijder]]s meden vaak de Grands Prix, omdat ze moesten leven van start- en prijzengeld. Ze gingen liever naar internationale races waar de [[fabrieksrijder]]s niet verschenen. Daar kregen ze meer startgeld. De oversteek naar het [[Man (eiland)|eiland Man]] vanaf het vasteland van Europa was erg duur, kostte veel tijd en de kans op prijzen was er klein.</ref>. In de 500 cc klasse eindigde hij als
▲In 1965 stak hij over naar het vasteland, waar hij in de [[Grand Prix-wegrace van Duitsland|GP van Duitsland]] met zijn Norton 6e werd. In de Senior TT werd hij 12e en in [[TT Assen|Assen]] viel hij uit. In de Sidecar TT werd hij samen met Freeman 6e. In 1966 scoorde hij geen enkel WK-punt, maar hij reed zijn races nu voornamelijk in Europa, maar voor de Sidecar TT stak hij over naar het eiland Man om als gastbakkenist van [[Otto Kolle]] (BMW) te fungeren.
In 1968 stapte Nelson eindelijk van zijn verouderde Norton af. Hij reed nu met een Hannah-[[Paton (motorfiets)|Paton]], waarmee hij vaak uitviel. Toch wist hij in de [[Grand Prix-wegrace van de DDR|GP van de DDR]] en de [[Grand Prix-wegrace van Tsjechoslowakije|GP van Tsjechoslowakije]] punten te scoren en eindigde hij als
▲Vanaf 1967 reed hij een aantal jaren niet meer op Man, waarschijnlijk omdat de overtocht als [[privérijder]] te duur en het startgeld te laag was<ref>[[Privérijder]]s meden vaak de Grands Prix, omdat ze moesten leven van start- en prijzengeld. Ze gingen liever naar internationale races waar de [[fabrieksrijder]]s niet verschenen. Daar kregen ze meer startgeld. De oversteek naar het [[Man (eiland)|eiland Man]] vanaf het vasteland van Europa was erg duur, kostte veel tijd en de kans op prijzen was er klein.</ref>. In de 500 cc klasse eindigde hij als 9e in de WK-eindstand omdat hij punten scoorde in Duitsland en [[Grand Prix-wegrace van Finland|Finland]], maar zijn beste race was de zijspanrace in [[Autodromo Nazionale Monza|Monza]], waar hij als vervanger van [[Eduard Dein]] in het zijspan van [[Georg Auerbacher]] (BMW) de race won. Auerbacher/Dein/Nelson eindigden als 2e in de WK-stand.
▲In 1968 stapte Nelson eindelijk van zijn verouderde Norton af. Hij reed nu met een Hannah-[[Paton (motorfiets)|Paton]], waarmee hij vaak uitviel. Toch wist hij in de [[Grand Prix-wegrace van de DDR|GP van de DDR]] en de [[Grand Prix-wegrace van Tsjechoslowakije|GP van Tsjechoslowakije]] punten te scoren en eindigde hij als 15e in het 500 cc-WK. In Finland had hij veel indruk gemaakt toen hij met [[Jack Findlay]] om te tweede plaat vocht, maar Nelson moest snelheid terug nemen toen zijn [[stroomlijnkuip]] los begon te raken. In de 350 cc klasse eindigde hij als 13e in het WK, ook met een Paton.
1969 Was zijn beste seizoen. Hij werd als [[fabrieksrijder]] voor Paton
In 1971 reed hij slechts drie 500 cc races met zijn Paton, maar hij scoorde steeds punten en eindigde als
Tijdens een raceweekend op [[23 oktober]] [[1972]] in [[Rungis]] werden Billie Nelson en [[Dave Simmonds]] gealarmeerd door de moeder van [[Jack Findlay]]. In diens caravan was een beginnende brand, en Nelson en Simmonds probeerden die samen met Simmond's vrouw Julie te blussen. Toen in de caravan een gasfles explodeerde raakte Simmonds dodelijk gewond. Zijn vrouw Julie Simmonds-Boddice (de zus van zijspancoureur [[Mick Boddice]]) en Billie Nelson werden met lichte brandwonden in het ziekenhuis opgenomen<ref>Motor 1972 nr. 44 pagina 1829: In Memoriam Dave Simmonds</ref><ref>
Regel 21 ⟶ 22:
==Overlijden==
Tijdens de 250 cc race in [[Circuit Opatija|Opatija]] reed hij met een [[Yamaha TD 2]]. Waarschijnlijk door een [[vastloper]] werd hij aan het einde van het rechte stuk bij de hoofdtribune tegen de strobalen geworpen. Billie Nelson vloog over de barrière in het publiek, waarbij zeven toeschouwers gewond raakten. Hij werd naar het ziekenhuis van Opatija gebracht, waar men aanvankelijk nog dacht dat hij naar Engeland gerepatrieerd kon worden. In de nacht overleed Billie Nelson echter aan een hoofdwond en inwendige bloedingen. Hij werd [[postuum]]
Billie Nelson liet zijn vrouw Pat en dochter Sarah achter. Na zijn dood werd de "Billie Nelson Foundation" opgericht om studiegeld voor Sarah in te zamelen.
|