Wu Sangui: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Opstand van de Drie Leengoederen: link van dp naar juiste pagina, replaced: BirmaBirma met AWB
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
De Ming-dynastie werd geconfronteerd met een lange reeks van misoogsten in de jaren 1636-1643 die tot boerenopstanden en rebellie in grote delen van het land leidden. De leider van de rebellen, [[Li Zicheng]], wist in april 1644 Peking in te nemen. De laatste keizer van de Ming, [[Chongzhen]], pleegde zelfmoord. Een aanzienlijk deel van het rebellenleger rukte met Li Zicheng daarna op naar de Shanhaiguan-pas.
 
Daar ontving Wu Sangui het bericht dat zijn vader en zijn concubine in handen waren gevallen van Li Zicheng. Het is mogelijk dat dit een rol heeft gespeeld in het besluit van Wu Sangui een alliantie aan te gaan met [[Dorgon]], de regent van [[Shunzhi]], die met zijn leger van Mantsjoes ten noorden van de pas aanwezig was. Het leger van Li Zicheng werd op 27 mei 1644 vernietigend verslagen in de [[slag bij Shanhaiguan]]. Slechts enkele troepen en Li Zicheng zelf bereikten weer Peking. Daar liet Li Zicheng de vader en concubine van Wu Sangui vermoorden, voordat hij de stad uitvluchtte. Een zoon van Wu Sangui, Wu Yingxiong, kon een zuster van de keizer ShunxhiShunzhi trouwen en Wu Sangui werd aanzienlijk beloond.
 
==Opstand van de Drie Leengoederen==
Regel 15:
Wu Sangui was wel de belangrijkste maar niet de enige generaal van de Ming-dynastie die uiteindelijk voor de Mantsjoes had gekozen. Meer van die generaals kregen de post van militair gebiedsgouverneur. Wu Sangui kreeg die post voor [[Yunnan]], Shang Kexi van Guandong en Geng Jimao van [[Fujian (China)|Fujian]]. Deze gebieden konden door hen op een vrijwel geheel autonome wijze worden bestuurd.
 
De keizer [[Kangxi]] trachtte vanaf ongeveer 16681669 de macht van deze drie gouverneurs te beperken. Een belangrijke reden was dat er enorme subsidies aan de in die provincies aanwezige legers verstrekt werden terwijl Kangxi niet zeker was van hun loyaliteit. Shang Kexi bood in 1673 zijn ontslag aan maar dat werd slechts geaccepteerd onder de voorwaarde dat zijn zoon hem niet zou opvolgen. Een tweede reden was de angst aan het hof in Peking dat zich in deze drie provincies nieuwe erfelijke dynastieën zouden ontwikkelen. Het militair bestuur onder een gouverneur in Guandong werd opgeheven en Kangxi beval Shang Kexi zijn legers in Guandong te ontmantelen.
 
Wu Sangui vatte dit op als een oorlogsverklaring aan de zuidelijke provincies. In december 1673 proclameerde Wu Sangui de zogenaamde Zhou-dynastie alsmede de onafhankelijkheid van Yunnan en voerde een aantal offensieven uit in [[Guizhou]] en [[Hunan]]. Tegelijkertijd kwamen ook Shang Kexi en een zoon van Ging Jimoa in hun provincies in opstand. Kangxi liet de zoon van Wu Sangui, de schoonzoon van de vorige keizer Shunzhi, executeren. Kangxi wist uiteindelijk deze opstand, die bekend staat als de Opstand van de Drie Leengoederen, neer te slaan. Er werd door de drie gouverneurs van de opstandige provincies niet of nauwelijks effectief samengewerkt. In die tijd waren ook de vendeltroepen die Kangxi tot zijn beschikking had nog de meest effectieve en getrainde troepen in het land. Een derde reden was het overlijden van Wu Sangui in 1678, de motor achter de opstand. Hij werd als ''keizer van de Zhou-dynastie'' opgevolgd door een kleinzoon, Wu Shifan, die in 1681 zelfmoord pleegde. Hiermee was de opstand volledig voorbij.