Snaar (muziek): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k herschreven, iets beknopter
Regel 15:
 
Reeds in de Chinese oudheid, rond 2500 voor Christus was het verschijnsel van de breukverhoudingen al bekend, zoals te zien is op het antieke instrument de [[guqin]][http://en.wikipedia.org/wiki/Guqin].
Analoog aan deze kennis ontwikkelde, volgens de legende, de Griekse filosoof [[Pythagoras]] aan de hand van experimenten op een [[monochord]], een instrumentje met een [[3e brug|beweegbare kam]], een toonverhouding die bekendstaat als de [[stemming van Pythagoras]]. Bij deze stemming maakt hij gebruik van het lineaire verband tussen de snaarlengte en de consonantie van de eerste vier harmonischen. Door dit verband onderling te extrapoleren ontwikkelde hij een toonladder van acht tonen, waarvan de tonen onderling op een paar uitzonderingen na een volkomen [[consonantie|consonante]] verhouding hadden. Door nog verder door te extrapoleren ontwikkelde hij een 12-toonssysteem, met echter één knelpunt, de valse [[wolfskwint]]. De tonen uit die ladder vormden de basis van de latere Westersewesterse toonladders en bevatten reeds het octaaf, 1:2, de reine [[kwint]], 2:3 de reine [[Kwart (muziek)|kwart]] 3:4 en de reine [[secunde]] 8:9 en enkele andere verhoudingen die net iets afwijken van de [[reine stemming]]; de pythagoriaanse grote terts 243:256, de pythagoriaanse grote [[Sext (muziek)|sext]] 16:27 en de pythagoriaanse grote [[septiem]] 128:243. Uit de getallen van de laatste drie tonen is al eenvoudig te herleiden dat dit geen consonante tonen in relatie tot de grondtoon zijn. Deze verhoudingen hebben echter wel een consonantieverhouding tot andere tonen uit de reeks.
[[File:Epiphone_les_Paul_custom_08.jpg|thumb|left|Een gitaar met 6 snaren|250px]]
==Invloed van lengte en massa==
Omdat bij een dikke snaar meer [[massa (natuurkunde)|massa]] (traagheid) in beweging moet worden gezet, dan bij een dunne, trilt een dikke snaar langzamer en genereert lagere tonen, dan een dunne. De resonantiefrequenties van een dikke snaar zijn, bij gelijke spanning van de snaar, dus lager.
Bij snaren van gelijke dikte zal de lengte dus omgekeerd evenredig zijn met het [[trillingsgetal]], mits de spanning op beide snaren hetzelfde is. De combinatie van spanning, massa, en lengte bepaalt de hoogte van de grondtoon die de snaar voortbrengt.
 
==Toepassingen==
Regel 27:
Regelmatig stemmen is noodzakelijk. Zo is het voor de meeste strijkinstrumenten tijdens een concert nodig om na elk muziekstuk bij te stemmen. Een concertpiano wordt doorgaans voor elk concert of optreden gestemd. In een woonhuis is dat niet noodzakelijk. Voor een stabiele, oudere, piano is 2x per jaar stemmen voldoende. Bij een nieuwe piano moet vaker gestemd worden.<ref>[http://www.pianostemmen.nl/piano-onderhoud.html Piano onderhoud]</ref>
 
Snaren hebbenkunnen nietop hetden eeuwige leven, ze kunnenduur knappen of gaan roesten. Pianosnaren knappen zelden, maar vioolsnarenviool- of gitaarsnaren vrij vaak, met name de dunnere snaren. Ook kunnen snaren na verloop van tijd een zekere onzuiverheid gaan vertonen, niet meer zoals dat heet 'kwintenrein' zijn. De boventonen van de snaar stemmen niet meer overeen met de in kwinten gestemde andere snaren.
 
{{Commonscat|Strings (music)}}