Joodprofylaxe: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sp
Regel 5:
Bij een kernramp kan er [[Radioactiviteit|radioactief]] jood vrijkomen. Via de luchtwegen, de huid of het eten van besmet voedsel komt het in het bloed terecht. De [[schildklier]] slaat het radioactief jood op. Door de onophoudelijke bestraling van dit orgaan neemt de kans op kanker en andere aandoeningen van de schildklier toe. Vooral baby's en jonge kinderen lopen een verhoogd risico. Een grote hoeveelheid radioactief jood is schadelijk. Er is kans op [[schildklierkanker]] en de schildklier kan te snel gaan werken, wat [[hartritmestoornis|verstoorde hartritmes]] en gewichtsverlies veroorzaakt.
 
Door niet-radioactief jood in te nemen zorg je ervoor dat er geen radioactief jood in het lichaam wordt opgeslagen. Als er in de schildklier genoeg niet-radioactief jood zit, is er geen plaats meer voor radioactief jood. De radioactieve jood deeltjesjooddeeltjes worden dan gewoon via de urine uit het lichaam verwijderd.
De joodtabletten beschermen tegen besmetting van de schildklier door radioactief jood. Ze bieden alleen bescherming daarvoor, en niet voor andere radioactieve stoffen die door het lichaam opgenomen kunnen worden. Het heeft alleen bij een kernongeval zin om joodtabletten te nemen. Joodtabletten zijn [[geneesmiddel]]en, wacht dus tot de overheid het aanbeveelt om ze te nemen.