Excommunicatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
k Versie 43007645 van Teenslipper (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 36:
De '''afsnijding van de gemeente''' is de laatste trap van de [[kerkelijke tucht]] of kerkelijke censuur, zoals die wordt toegepast in de kerken van [[Calvinisme|calvinistische]] structuur. Hierbij wordt iemand die herhaaldelijk en langdurig [[Zonde (christendom)|gezondigd]] heeft van de [[gemeente (bestuur)|gemeente]] afgesneden. Dit houdt in dat deze persoon niet meer de [[Sacrament|sacramenten]] mag ontvangen (in de calvinistische traditie: [[Doop (sacrament)|Doop]] en [[Avondmaal|Heilig Avondmaal]]). Dit houdt ook in dat eventuele kinderen die tijdens de censuurstelling geboren worden niet gedoopt kunnen worden. Iemand die afgesneden is of "onder censuur staat" kan wel weer terugkeren in de gemeente, vaak via [[openbare schuldbelijdenis]] en het nalaten van de zonde.
 
==== JehovahJehova's getuigen ====
{{zie artikel|Zie ook [[JehovahJehova's getuigen en disciplinering]]}}
[[JehovahJehova's getuigen]] kennen een actieve vorm van excommunicatie met verstrekkende gevolgen voor degene die het raakt. Wanneer een JehovahJehova's getuige de regels van het [[Besturend Lichaam]] van JehovahJehova's getuigen overtreedt (zoals seks buiten het huwelijk of het niet langer geloven van de doctrines van het Besturend Lichaam) en geen berouw toont, wordt deze persoon ''uitgesloten'' uit de gemeente. Het besluit hiertoe wordt genomen door een ''rechterlijk comité'' dat bestaat uit (meestal) drie ''ouderlingen''. De mogelijkheid om een derde (onafhankelijke) partij erbij te betrekken wordt geweigerd. Van dit besluit wordt een formele mededeling gedaan op een vergadering van de gemeente van JehovahJehova's getuigen. Als een JehovahJehova's getuige wordt uitgesloten, hebben zijn voormalige geloofsgenoten met hem of haar geen contact meer, zelfs als die een naast familielid is (behalve thuiswonende kinderen); JehovahJehova's getuigen groeten hun vroegere geloofsgenoten zelfs niet. Zij baseren zich voor deze maatregelen op [[1 Korintiërs]] 5:11-13 en [[2 Johannes]] 10,11.
 
Formeel is het doel van uitsluiting tweeledig: enerzijds de persoon "tot berouw te brengen", anderzijds om geen negatieve invloed van deze persoon op de overige leden van de gemeenschap te laten uitgaan. Wanneer een uitgeslotene later berouw toont, kan hij opnieuw opgenomen worden in de gemeente (''hersteld'').