Pavel Miljoekov: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Addbot (overleg | bijdragen)
k Robot: Verplaatsing van 16 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q380286
k punt eruit
Regel 3:
 
==Achtergrond en opleiding==
Pavel Miljoekov was de zoon van [[Nicolaas Pavlovitsj Miljoekov]], [[hoogleraar]] in de [[architectuur]] en Maria Arkadevna Sultanova. Miljoekov volgde [[onderwijs]] aan het [[gymnasium]] te [[Moskou]] en [[opleiding|studeerde]] daarna [[geschiedenis]] aan de [[Staatsuniversiteit van Moskou]]. Hij kreeg les van de beroemde [[hoogleraar|hoogleraren]] [[Vasili Kljutsjevski]] en [[Pavel Vinogradov]]. Tijdens zijn studententijd raakte Miljoekov blijvend beïnvloed door het [[liberalisme]] van [[Konstantin Kavelin]] en [[Boris Tsjitsjerin]].<ref>Oom van de [[communisme|communistische]] [[volkscommissaris]] van Buitenlandse Zaken [[Georgi Tsjitsjerin]]</ref>. In [[1881]] nam hij deel aan een bijeenkomst van liberale studenten en werd als gevolg hiervan geschorst. Niet veel later werd hij weer tot de [[universiteit]] toegelaten en hij voltooide zijn studie in 1882.
 
==Historicus==
Pavel Miljoekov was van 1886 tot 1895 [[privaatdocent]] aan de [[faculteit (onderwijs)|faculteit]] geschiedenis van de Staatsuniversiteit van Moskou. Daarnaast gaf hij ook les aan het gymnasium en onderwees ook dochters uit de hogere kringen.
 
Pavel Miljoekov publiceerde tal van werken; in [[1892]] verscheen het werk ''De [[Staatswetenschap]] in [[Rusland]] in het eerste kwart van de 18de Eeuw en de Hervormingen van [[Peter de Grote]]''. In datzelfde jaar werd Miljoekov benoemd tot [[hoogleraar]]. Aan zijn hoogleraarschap kwam in [[1895]] voorlopig een einde toen hij vanwege zijn politieke activiteiten naar [[Rjazan]] (200&nbsp;km. ten zuidoosten van [[Moskou]]) werd verbannen. Hij was daar betrokken bij [[archeologie|archeologische]] opgravingen en was afgevaardigde van de archiefcommissie van Rjasan bij het tiende Archeologencongres.
 
In [[1897]] ging Miljoekov naar [[Sofia (stad)|Sofia]] ([[Bulgarije]]) om er hoogleraar in de geschiedsfilosofie, [[Romeinse Rijk|Romeinse geschiedenis]], Russische- en [[Tsjechië|Tsjechische]] oergeschiedenis te worden. Gedurende een jaar was hij werkzaam in Sofia, om vervolgens in [[1898]] naar [[Macedonië (regio)|Macedonië]] te gaan. In Macedonië deed hij onderzoek in opdracht van Russisch Archeologisch Instituut te [[Constantinopel]] en de Keizerlijke Academie voor Wetenschappen. In [[1899]] keerde hij naar Rusland terug. In [[1901]] werd hij vanwege zijn oppositionele activiteiten (toespraken etc.) [[arrestatie|gearresteerd]] en gevangengezet. In de gevangenis voltooide hij derde en laatste deel van zijn veelgeprezen geschiedkundige werk ''Schetsen uit de Geschiedenis der Russische Cultuur'' dat in [[1906]] werd uitgegeven. Dit werk werd in meerdere talen vertaald, waaronder het [[Nederlands]].
Regel 14:
In [[1902]] schreef hij artikelen voor het clandestiene tijdschrift ''Bevrijding''. Kort hierna vertrok hij naar de [[Verenigde Staten van Amerika]] waar hij voordrachten hield op de universiteiten van [[Chicago]], [[Boston]] en [[Harvard-universiteit|Harvard]].
 
Van zijn hand verscheen in [[1913]] het historische werk ''De hoofdstromingen van het Russische historische denken''.<ref>''De Katholieke Encyclopaedie'', door: red. De Kath. Encyclopaedie (1953), dl. 17, blz. 804</ref>.
 
==Politicus==
In het buitenland werkte Miljoekov voor de [[liberalisme|liberale]] ''[[Unie voor de Bevrijding (Rusland)|Vrijheidsbond]]'' en schreef artikelen voor haar periodiek, de door [[Pjotr Stroeve]] geredigeerde, de krant ''Bevrijding''.
 
Terwijl Miljoekov in [[1905]] een lezing hield aan de [[Universiteit van Chicago]], hoorde hij van ''"[[Bloedige Zondag (1905)|Bloedige Zondag]]"'', [[zondag]] [[22 januari]] 1905, waarop de tsaristische troepen het vuur openden op vreedzame [[betoging|demonstranten]] in [[Sint-Petersburg]] onder de geestelijke [[Pope (priester)|pope]] [[Georgi Gapon]].<ref name=autogenerated1>''The Blackwell Encyclopedia of the Russian Revolution'', door: Harold Shukman (1994), blz. 357</ref>. Miljoekov reisde naar Rusland en werd lid van de leiding van de ''Unie voor de Bevrijding''. Op dat moment was Miljoekov ervan overtuigd dat het [[tsaar|tsaristisch]] regime op instorten stond en Rusland spoedig een [[democratie]] zou worden.<ref name=autogenerated1 />. Van mei tot augustus 1905 was hij voorzitter van de [[vakbond]] ''Unie der Unies''. Op [[7 augustus]] 1905 werd hij opnieuw gearresteerd, maar kwam reeds na een maand vrij.
 
Na zijn vrijlating nam Miljoekov in oktober 1905 deel aan de oprichting van de [[Constitutioneel-Democratische Partij]] (KDP, beter bekend als de "[[Kadettenpartij]]"). Hij schreef mee aan het partijprogramma. In [[december]] [[1905]] werd hoofdredacteur van het ''Vrije Volk'' en ''Volksvrijheid''. Omdat Miljoekov gevangen had gezeten mocht hij zich niet kandidaat stellen voor de verkiezingen van de ''[[Doema|Staatsdoema]]'' ([[1906]]). Tijdens de Doemaverkiezingen werd de KDP met 179 zetels veruit de grootste partij. In juli 1906 werd de ''Doema'', waarin de progressieve partijen de meerderheid hadden, ontbonden en uit protest trokken 120 afgevaardigden van de Kadetten en 80 [[Trudoviken|Troedoviki]] en [[Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij|Sociaaldemocratische]] afgevaardigden naar [[Vyborg]], toen deel van het [[Groothertogdom Finland]], om de vergaderingen van de ''Doema'' voort te zetten. Miljoekov, die ook naar Vyborg was getrokken schreef het ''[[Vyborg Manifest]]'' waarin hij de Russen opriep tot passief verzet, zoals belasting- en dienstweigering.
Regel 28:
 
===Eerste Wereldoorlog===
Bij het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] steunde Miljoekov de oorlogsdoelen van de Russische regering en de generale staf. De KDP stemde voor de verlening van [[oorlogskredieten]]. Eén van de oorlogsdoelen was de verovering van [[Constantinopel]], de oude hoofdstad van het [[Byzantijnse Rijk]]. Miljoekov betoonde zich een felle [[nationalisme|nationalist]] inzake de verovering van Constantinopel en werd daarom door zijn tegenstanders "Miljoekov van de [[Dardanellen]]" genoemd.<ref>Miljoekov stond er op dat zijn jongste zoon dienst nam in het leger. Hij sneuvelde tijdens een slag</ref>. In [[1915]] stond Miljoekov aan de wieg van het [[Progressieve Blok (Rusland)|Progressieve Blok]], een samenwerkingsverband van de Kadettenpartij, de linkervleugel van de [[Oktobristenpartij]] en de [[Progressieve Partij (Rusland)|Progressieve Partij]]. Het Progressieve Blok was voorstander van [[sociaal-chauvinisme]],ze waren voor de voortzetting van de oorlog, maar ook voor het instellen van een regering die het vertrouwen van het volk had.
 
In [[1916]] bevond Rusland zich aan de rand van de afgrond: de oorlog verliep slecht en [[tsaar]] [[Nicolaas II van Rusland]] benoemde - op advies van de [[monnik]] [[Grigori Raspoetin|Raspoetin]] - onbekwame ministers en regeringsleiders, waaronder de pro-[[Duitsland|Duitse]] premier [[Boris Stürmer]]. Stürmer, doorgaans gezien als incapabele [[bureaucratie|bureaucraat]] die als [[gouverneur]] van de provincie [[Jaroslav]] een financieel mismanagement voerde.<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 356-357</ref>. Op [[1 november]] 1916, tijdens een zitting van de ''Doema'', werd Stürmer door diverse doemaleden - zowel behorende tot de linker- als de rechtervleugel - flink onder vuur genomen. Ook Miljoekov kreeg het woord. Na elk voorbeeld van onkundigheid en corruptie van de regering vroeg hij op beschuldigende toon: "Is dit stupiditeit of verraad".<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 368</ref>. Korte tijd later werd Stürmer als premier vervangen door [[Alexander Trepov]].
 
===Februarirevolutie===
Tijdens de [[Februarirevolutie (1917)|Februarirevolutie]] betoonde Miljoekov zich een voorstander van een [[constitutionele monarchie]]. Om dit te bereiken moest tsaar Nicolaas II worden vervangen door een meer liberaal lid van het [[Huis Romanov]]. Op [[15 maart]] [[1917]] trad tsaar Nicolaas II af ten gunste van zijn (relatief liberale) broer [[grootvorst]] [[Michaël Aleksandrovitsj van Rusland|Michaël]]. Een dag later, op [[16 maart]], vond een bespreking plaats tussen grootvorst Michaël en diverse doemaleden, Miljoekov, [[Alexander Goetsjkov]], [[Vasili Shoelgin]], [[Aleksandr Kerenski]], [[Mikhail Rodzjanko]] en prins [[Georgi Lvov]]. De eerste drie waren voorstanders van een troonsbestijging van de grootvorst,<ref>Zij dwongen de grootvorst haast de troon te aanvaardden: ''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 428</ref>, de andere drie waren tegenstanders. Michaël besloot na overleg met Rodzjanko en prins Lvov om van de troon af te zien.<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 428</ref>. Onmiddellijk na deze uitkomst werd prins Lvov, een lid van de Kadettenpartij, [[Lijst van premiers van Rusland|premier]] van een [[Voorlopige Regering (Rusland)|Voorlopige Regering]]. Miljoekov werd minister van Buitenlandse Zaken.
 
Anders dan in 1905 behoorde Miljoekov in 1917 tot de rechtervleugel van het politieke spectrum. Hij was fel voorstander van het voortzetten van de oorlog aan de zijde van de [[Entente mogendheden]], ondanks het feit dat de oorlog bijzonder impopulair was geworden bij de bevolking. Op [[20 april]] stuurde hij een nota naar de Russische bondgenoten, [[Frankrijk]] en het [[Verenigd Koninkrijk]], waarin hij beloofde dat Rusland de oorlog zou voortzetten. Deze nota, die de geschiedenis in zou gaan als de "[[Miljoekov Nota]]", viel slecht bij de geradicaliseerde arbeiders en soldaten die op [[2 mei]] 1917 demonstreerden tegen minister Miljoekov en zijn aftreden eisten. Miljoekov trad af, samen met enkele andere ministers die fel voorstander waren van de voortzetting van de strijd.