Oostkolonisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
red. inleiding
punt eruit
Regel 4:
Het woord is rechtstreeks uit het Duits vertaald (''Ostkolonisation'') en wordt door de meeste moderne historici afgewezen omdat het een bezetting en exploitatie door een buitenlandse macht van in ontwikkeling lager staande landen en volken suggereert. In een aantal gevallen was daarvan wel sprake, zoals bij de verovering van de gebieden tussen Elbe en Oder door met name Saksische hertogen en de bezitneming door de [[Duitse Orde]] van het land van de Baltische [[Pruisen (volk)|Pruisen]], maar in de meeste andere gebieden initieerden en stimuleerden inheemse Slavische vorsten, lagere adel en ook kloosters de 'kolonisatie' die daar beter immigratie genoemd zou kunnen worden.
== De kolonisatie ==
De Slavische stammen die aan de oostgrenzen van het [[Heilige Roomse Rijk]] woonden, leefden meest in een positie van [[horigheid]] ten opzichte van de plaatselijke adel. Dit belemmerde de vooruitgang in landbouwtechniek en ambachtelijke vaardigheid. Het verhinderde tevens dat zich onafhankelijke steden ontwikkelden met handels- en handwerk[[Gilde (beroepsgroep)|gilde]]n en eigen bestuur en rechtspraak.
 
Regel 11 ⟶ 10:
 
=== Eerste fase ===
 
De eerste, gewelddadige kolonisatiefase was de verovering door meest [[Saksen (volk)|Saksische]] hertogen van het gebied tussen de [[Elbe (rivier)|Elbe]] en de [[Oder]], van eind 10e tot begin 12e eeuw.
 
Regel 19 ⟶ 17:
 
=== Tweede fase ===
 
De tweede, vreedzame kolonisatiefase begon na 1220 en vloeide door tot in de 14e eeuw. Zij vond plaats ten oosten van de Oder in [[Silezië]] en [[Pommeren (streek)|Pommeren]], en oostelijker in het [[Koninkrijk Polen (1025-1385)|koninkrijk Polen]].
Nadat de “agrarische revolutie” in de 11de en 12de eeuw in West-Europa had plaatsgevonden, en daar de bevolking had verdubbeld, vond zij ook in Midden-Europa plaats. De oorzaken waren dezelfde: landbouwtechnische vooruitgang maakte het mogelijk nieuwe gronden te ontginnen. De mogelijkheid van verbetering van rechtspositie stimuleerde ondernemingslust onder voorheen horige boeren. Toename van landbouwproductie stimuleerde op haar beurt ook weer handel en handwerk en maakte het noodzakelijk deze via een netwerk van nieuwe steden te coördineren. In Midden-Europa organiseerden kloosters en Slavische vorsten de kolonisatie, gemotiveerd door de verwachte toename van hun belastinginningen, en geïnspireerd door de eerdere successen in het gebied tussen Elbe en Oder. In betrekkelijk korte tijd werden planmatig vele honderden dorpen en vele tientallen steden gesticht door boeren en handwerkers uit het overbevolkte westen van het Duitse Rijk. Zij werden aangetrokken door een gunstige, betrekkelijk vrije, rechtspositie, die hen nog lang zou onderscheiden van de horig blijvende Slavische bevolking.
Regel 37 ⟶ 34:
 
=== Derde fase ===
 
Een derde, kleinere kolonisatiefase begon in de 16de eeuw. Ze baseerde zich op mijnbouw en ijzergieterijen, steenbakkerijen en glasblazerijen. Vooral handwerkers uit Saksen deden hieraan mee. Zij vestigden zich in het [[Ertsgebergte|Erts]]-, [[Sudeten]]- en [[Reuzengebergte]], en langs de [[Karpaten]], zowel aan de Poolse als aan de Slowaakse zijde.
 
Regel 45 ⟶ 41:
 
=== Samenvatting in perioden en getallen ===
Wat als de Oostkolonisatie wordt aangeduid, strekte zich over vele eeuwen en in vele vormen uit. De eerste fase speelde zich in de 12de eeuw af en de grondslag van de dynamische tweede fase werd gelegd tussen ca. 1225 en 1275. De geografische uitwerking was zeer omvangrijk. In het noorden strekte ze zich hemelsbreed over 800  km. uit vanaf de Elbe bij [[Hamburg]] tot over [[Mecklenburg]], [[Pommeren (streek)|Pommeren]], West- en [[Oost-Pruisen]] tot in [[Litouwen]]. In de zone daaronder verliep ze vanaf de Elbe bij [[Maagdenburg (stad)|Maagdenburg]] over [[Brandenburg (deelstaat)|Brandenburg]] maar ze kwam na in totaal 250  km. al tot staan omdat ze daar stuitte op een dichte Slavische bevolking rond [[Poznań (stad)|Poznań]] welke zich daar in een Pools koninkrijk organiseerde. De zone daaronder verliep over 600  km. vanaf de [[Saale (rivier)|Saale]] ([[Thüringen (deelstaat)|Thüringen]]) over [[Saksen (deelstaat)|Saksen]] en [[Silezië]] tot in de [[Beskiden]] zuidelijk van de Poolse koningsstad [[Krakau]]. In [[Bohemen]] en [[Moravië (regio)|Moravië]] vormden de Slavische Tsjechen, zoals de Polen, ook al vroeg een eigen koninkrijk dat de opname van kolonisten hier beperkte tot de steden. Alleen de nauwelijks bewoonde randgebieden ([[Sudetenland]]) zouden hier gekoloniseerd worden. In de zuidelijkste zone begon de kolonisatie in Beieren en zij strekte ze zich vanaf de [[Enns (rivier)|Enns]] 200  km. uit over [[Oostenrijk]] tot voorbij [[Wenen]] en zuidelijker naar [[Graz]]. In al deze gebieden bleef nog enkele eeuwen lang een juridisch en economisch gemarginaliseerde Slavische restbevolking bestaan die zich pas in de 16de eeuw linguïstisch geassimileerd had in de talrijke regionale bevolkingsgroepen met hun variëteit aan zeer uiteenlopende Duitse dialecten.
 
Wat als de Oostkolonisatie wordt aangeduid, strekte zich over vele eeuwen en in vele vormen uit. De eerste fase speelde zich in de 12de eeuw af en de grondslag van de dynamische tweede fase werd gelegd tussen ca. 1225 en 1275. De geografische uitwerking was zeer omvangrijk. In het noorden strekte ze zich hemelsbreed over 800 km. uit vanaf de Elbe bij [[Hamburg]] tot over [[Mecklenburg]], [[Pommeren (streek)|Pommeren]], West- en [[Oost-Pruisen]] tot in [[Litouwen]]. In de zone daaronder verliep ze vanaf de Elbe bij [[Maagdenburg (stad)|Maagdenburg]] over [[Brandenburg (deelstaat)|Brandenburg]] maar ze kwam na in totaal 250 km. al tot staan omdat ze daar stuitte op een dichte Slavische bevolking rond [[Poznań (stad)|Poznań]] welke zich daar in een Pools koninkrijk organiseerde. De zone daaronder verliep over 600 km. vanaf de [[Saale (rivier)|Saale]] ([[Thüringen (deelstaat)|Thüringen]]) over [[Saksen (deelstaat)|Saksen]] en [[Silezië]] tot in de [[Beskiden]] zuidelijk van de Poolse koningsstad [[Krakau]]. In [[Bohemen]] en [[Moravië (regio)|Moravië]] vormden de Slavische Tsjechen, zoals de Polen, ook al vroeg een eigen koninkrijk dat de opname van kolonisten hier beperkte tot de steden. Alleen de nauwelijks bewoonde randgebieden ([[Sudetenland]]) zouden hier gekoloniseerd worden. In de zuidelijkste zone begon de kolonisatie in Beieren en zij strekte ze zich vanaf de [[Enns (rivier)|Enns]] 200 km. uit over [[Oostenrijk]] tot voorbij [[Wenen]] en zuidelijker naar [[Graz]]. In al deze gebieden bleef nog enkele eeuwen lang een juridisch en economisch gemarginaliseerde Slavische restbevolking bestaan die zich pas in de 16de eeuw linguïstisch geassimileerd had in de talrijke regionale bevolkingsgroepen met hun variëteit aan zeer uiteenlopende Duitse dialecten.
Schattingen van het aantal kolonisten belopen een half miljoen, evenveel als de Slavische bevolking. Zij verveelvoudigden zich in enkele generaties, en vermengden zich met elkaar. Na 1350 halveerde de bevolking overigens door de pestepidemie, uitputting van de bodem en economische neergang. Langzaam kwam daarin verbetering maar tijdens de [[Dertigjarige Oorlog]] halveerde in de 17de eeuw de bevolking van Midden-Europa opnieuw. In de 17de en 18de eeuw volgde een tweede, in omvang veel geringere, stroom kolonisten, voornamelijk arme boeren uit Midden-Duitsland die, aangetrokken door grondbezitters, door oorlog en epidemieën ontvolkte en tot dan toe nauwelijks bewoonde, moerasgebieden, heidevelden en bossen ontgonnen in de zones tussen Slavisch- en Duitstaligen.
De Oostkolonisatie had niet alleen een etnografische vorm maar ook een geo-politieke. De gekoloniseerde gebieden sloten zich aan bij het Duitse Rijk omdat de regionale Slavische vorsten zich inpasten in het feodale systeem van dat rijk en de Duitse keizer als hun soeverein erkenden. Om te beginnen de hertogen van Mecklenburg, en vervolgens die van Pommeren en tenslotte de hertogen {piasten} in Silezië die hun banden met de Poolse koningen doorsneden. De nieuw gestichte kolonisatiesteden gingen deelnemen aan stadsverbanden die hun zwaartepunt hadden in het Duitse Rijk, zoals met name de [[Hanze]]. In het begin van de 20ste eeuw woonden in de ooit gekoloniseerde en bij Duitsland en Oostenrijk aangesloten gebieden 30 miljoen mensen.
Regel 52 ⟶ 47:
 
==Politisering==
 
Het thema oostkolonisatie werd in de 19e eeuw gepolitiseerd en kwam in een kwade reuk te staan. Voor het Duitse nationalisme stond het gelijk aan beschavingsarbeid vanuit de Duitse meerderwaardigheid ten opzichte van de Slavische volken. Het nationalisme van deze volken zag er daarentegen uitbuiting en vernietiging van de eigen cultuur in. In de nationale polemiek werden de Duitstaligen na zeven eeuwen nog steeds voorgesteld als vreemde indringers en kolonisten van "Slavische bodem".