31-toonsverdeling: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Kun je wel, een beetje die categorie hernoemen als ik even niet kijk? :P |
→Ontdekking: layout |
||
Regel 2:
==Ontdekking==
Huygens is waarschijnlijk op het aantal 31 gekomen door een [[kettingbreuk]] van de middentoons[[kwint]] te formuleren en van de convergenten van de kettingbreuk de meeste precieze te kiezen, die tevens nog praktisch uitvoerbaar was. Daar de middentoonskwint een verhouding heeft van <math>\mu = \
:<math>\mu = \frac{1}{1+\frac{1}{2+\frac{1}{1+\frac{1}{1+\frac{1}{1+\frac{1}{1+\frac{1}{5+\frac{1}{1+\frac{1}{...}}}}}}}}}</math>
De convergentenreeks die hieruit ontstaat, verkregen door steeds een breuk van de kettingbreuk onder de deelstreep toe te voegen, gaat dan als volgt:
:<math>\ We zien hier de kwint van de evenredige 12-toonsstemming van de piano in terug, namelijk 7/12, maar het belangrijkste is het quotiënt 18/31, dat de meest precieze en nog praktisch uitvoerbare oplossing is. Een onderverdeling van 174 halve tonen in een octaaf is namelijk ondoenlijk. De [[19-toonsverdeling]] is ook een toonschaal die net als de 31-toonsverdeling gemiddeld een reinere klank oplevert dan de 12-toonsverdeling. De 31-toonsverdeling echter heeft qua toonzuiverheid de beste eigenschappen.
Daar een octaaf een frequentieverhouding heeft van 1 : 2 (de C heeft een twee keer zo lage frequentie als de C'), hebben twee opeenvolgende halve tonen in deze toonverdeling een frequentieverhouding van <math>1 : \sqrt[31]{2}</math>. We zien dan dat het Huygens formidabel is gelukt om de middentoonskwint te benaderen. In [[cent (muziek)|cents]] heeft de middentoonskwint een waarde van
:<math>1200 \cdot en de kwint van de 31-toonsverdeling een waarde van :<math>1200 \cdot\,^{2}\!\log ==Uitwerking==
|