Franz Marijnen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
benouden bij sessie en niet meer bewerkt sinds 17 dec, dus beschouwd als af
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
| RKD =
}}
'''Franz Marijnen''' ([[Mechelen (stad)|Mechelen]], [[4 april]] [[1943]]) is een Vlaams[[België|Belgisch]] [[toneelregisseur]]. In het begin van zijn carrière maakte hij het werk van de Poolse theaterhervormer [[Jerzy Grotowski]] bekend in Nederland en België. Daarna week hij uit naar de [[Verenigde Staten]], waar hij het experimentele gezelschap Camera Obscura stichtte. Vanaf de tweede helft van de jaren 1970 was hij weer in Europa werkzaam. Het hoogtepunt van zijn carrière was gesitueerd in de laatste decennia van de twintigste eeuw, toen hij artistiek leider was van meerdere grote stadstheaters in Nederland en België, waaronder het [[Ro Theater]] (Rotterdam) en de [[Koninklijke Vlaamse Schouwburg]] (Brussel).
 
== Biografie ==
Marijnen studeerde regie aan het [[Rits (hogeschool)|RITCS]] (Rijksinstituut voor Toneel- en Cultuurspreiding) in Brussel. Tijdens zijn studie begon hij al te regisseren voor het [[Mechels Miniatuur Theater]]. In 1966 maakte hij daar de voorstelling ''Het verhaal van de Dierentuin ''van Edward Albee, dat erg positieve recensies kreeg.
 
In 1966 ontmoette Marijnen tijdens een workshop in Brussel de Poolse theatervernieuwer [[Jerzy Grotowski]]. In 1967 trok Marijnen naar Polen om stage te lopen bij Grotowski’s Theaterlaboratorium. Hij raakte geïnspireerd door diens visie op theater, waarin de acteur en zijn fysieke aanwezigheid op het toneel centraal stond. Marijnen publiceerde een uitgebreid verslag over de workshop in het toneeltijdschrift ''Windroos'', dat later hernomen werd in Grotowski’sGrotowski's boek ''Naar een arm theater'' (1968).
 
Toen Marijnen in 1969 terugkeerde naar België, probeerde hij de methodiek van Grotowski via workshops bij verschillende Vlaamse en Nederlandse gezelschappen toe te passen. Klassiek geschoolde acteurs stonden er echter niet voor open. Een experiment met spelers van de Nederlands[[Nederlandse Comedie]] in Amsterdam leidde tot een fiasco.
 
In 1971 trok Franz Marijnen naar de Verenigde Staten, op zoek naar een andere omgeving om zijn ervaringen met het Theaterlaboratorium wél succesvol te kunnen verwerken. Zijn verblijf in de VS zorgde voor meerdere lesopdrachten en in 1973 richtte hij zijn eigen theatergezelschap op, Camera Obscura''.''
 
Terug in Europa werd hij de eerste directeur (van 1977 tot 1983) van het Rotterdamse [[Ro Theater]]. In het Ro Theater en later als freelance regisseur bij onder andere het [[Noord Nederlands Toneel|NNT]] en [[NTGent]] maakte hij grootschalige producties als ''Wasteland'' (Rotterdam, 1980) en ''Bataille Bataille'' (Groningen, 1992). De methodiek van Grotowski bleef als uitgangspunt dienen. Daarmee was Franz Marijnen ook één van de weinigen die er in slaagde grotezaalproducties te maken met een duidelijk experimenteel stempel.