Paus Pius XI: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dexbot (overleg | bijdragen)
k Bot: Removing Link FA template
+motto --> <ref></ref>
Regel 3:
| naam = Pius XI
| echte naam = Ambrogio Damiano Achille Ratti
| motto = Raptim transit (Job 6:15)<ref>{{cite web|url=http://www.araldicavaticana.com/ratti_ambrogio_damiano_achille.htm |title=Ratti Ambrogio Damiano Achille |publisher=Araldicavaticana.com |date= |accessdate=23 June 2013}}</ref><br>''Pax Christi in Regno Christi''<ref name="Metzler">{{cite web|last=Metzler|first=Josef|title=The legacy of Pius XI|url=http://www.thefreelibrary.com/The+legacy+of+Pius+XI.-a014377467|work=International Bulletin of Missionary Research|accessdate=9 March 2013|date=1 April 1993}}</ref>
| geboren = 31 mei 1857
| overleden = 10 februari 1939
Regel 13 ⟶ 14:
'''Pius XI''', geboren als '''Ambrogio Damiano Achille Ratti''' ([[Desio]], [[Monza e Brianza|Monza]], [[31 mei]] [[1857]] – [[Vaticaanstad]], [[10 februari]] [[1939]]), was een [[Italië|Italiaans]] [[paus]] van de [[Rooms-katholieke Kerk|Katholieke Kerk]] van [[6 februari]] [[1922]] tot aan zijn dood. Zijn gehele [[pontificaat]] lag tussen de [[Eerste Wereldoorlog|Eerste]] en [[Tweede Wereldoorlog]]. Tijdens deze periode, het [[interbellum]], werd Pius XI geconfronteerd met de opkomst van [[communisme|communistische]] en [[fascisme|fascistische]] regimes die hij tijdens zijn pontificaat veroordeelde, bijvoorbeeld in [[Duitsland]] (''Mit brennender Sorge'', 14 maart 1937, na een reeks van diplomatieke protestnota's), de [[Sovjet-Unie]] (''Divini Redemptoris'', 19 maart 1937), Italië (''Non abbiamo bisogno'', 29 juni 1931) en [[Mexico (land)|Mexico]] ([[encycliek]] van 18 november 1926). Een lange reeks van soms magistrale encyclieken – 31, waarvan er 30 [[publicatie|gepubliceerd]] werden – heeft in vele opzichten richtinggevend gewerkt voor het katholieke denken en voelen.
 
Hij voerde een intense [[concordaat]]s[[politiek]] door en sloot ook de [[Verdrag van Lateranen|Lateraanse Verdragen]] af met Italië, waardoor de [[soevereiniteit]] van [[Vaticaanstad]] erkend werd met de paus als staatshoofd.
 
Met groot doorzettingsvermogen ten slotte [[stimulans|stimuleerde]] hij de vorming van een inheemse [[clerus]] in de [[missiegebieden]], vaak tegen de zin van de [[Europa (werelddeel)|Europese]] [[Missie (Katholieke Kerk)|missie]]-oversten ter plaatse. Zijn nuchtere, praktische bestuurskracht en een hoog autoriteitsbewustzijn hebben de Katholieke Kerk vóór de Tweede Wereldoorlog een mondiaal georganiseerde centralisatie gegeven die nog lang na zijn pontificaat effect heeft gehad.
Regel 153 ⟶ 154:
|align=middle|[[Bestand:Gasparri.jpg|100px]]
|-
|align=middle|<small>[[Benito Mussolini]]
|align=middle|<small>[[Pietro Gasparri]]
|}
De eenwording van Italië in de tweede helft van de [[19e eeuw]] leidde ertoe dat de [[Kerkelijke Staat]] in conflict kwam met het [[koninkrijk Italië (1861-1946)]]. De inlijving van de gebieden buiten Rome had de toen zittende [[paus Pius IX]] (1846-1878) ertoe gebracht fel te protesteren en in zijn encycliek ''[[Quanta Cura (1864)|Quanta Cura]]'' van 8 december 1864 (met de ''[[Syllabus Errorum]]'') waarschuwde de paus voor de scheiding van kerk en staat en de ondermijning van de rechten van de kerk.<ref>Al in de encyclieken ''Qui Nuper'' (1859) en ''Nullis Certe Verbis'' (1860) had Pius IX opgeroepen tot solidariteit jegens de positie van de kerk</ref> De inlijving van de stad Rome dreef het conflict op de spits en naast de veroordeling door de paus in zijn encycliek ''[[Respicientes]]'' van 1 november 1870 was het ontstaan van de [[koninkrijk Italië (1861-1946)|Romeinse kwestie]] een feit. De aan de paus voorgelegde Garantiewet van 13 mei 1871, waarin de onschendbaarheid en soevereiniteit van de paus werd erkend, maar waarbij hij moest instemmen in het verlies van territorium, werd door Pius IX resoluut afgewezen. Vanaf die tijd beschouwden Pius IX (en zijn opvolgers) zich als gevangenen van het Vaticaan<ref>[http://www.personenencyclopedie.info/P/Piu/PIUSIX/view Pius IX in de personenencyclopedie]</ref><ref>''Respicientes'', paragraaf 10</ref> en weigerden het Vaticaan te verlaten. Daarmee wilden zij aangeven, dat zij de ontstane situatie niet erkenden.
 
Al bij zijn aantreden had Pius XI aangegeven naar een oplossing te streven voor de Romeinse kwestie. Eerste aanzet was de publieke zegen geweest na zijn verkiezing tot paus vanaf het balkon van de Sint-Pietersbasiliek, een gebruik dat sinds 1870 in onbruik was geraakt. Ook [[Benito Mussolini]] streefde naar een verzoening in de hoop daarmee de katholieke facties achter zich te scharen.<ref>''Church and State Through the Centuries'' (p. 457): het succes van de volksraadpleging van 24 maart 1929 werd mede toegeschreven aan het afsluiten van het Verdrag</ref> Vanaf 1926 werden in het geheim onderhandelingen gestart tussen vertegenwoordigers van het Vaticaan en het koninkrijk Italië. Op [[11 februari]] [[1929]] werden de Lateraanse verdragen getekend; namens de paus trad kardinaal [[Pietro Gasparri]] op, Benito Mussolini namens de Italiaanse koning [[Victor Emanuel III van Italië|Victor Emanuel III]].<ref>[http://www.katholiek.org/pictures/lateraanverdragen.jpg Afbeelding ondertekening door Gasparri en Mussolini]</ref>
 
[[Bestand:VaticanCity Annex.jpg|thumb|De begrenzing van [[Vaticaanstad]], zoals bepaald in de Lateraanse Verdragen van 1929]]
Het verdrag bestond uit 75 artikelen, onderverdeeld in drie gedeeltes.
In deel een werd Vaticaanstad erkend als onafhankelijke staat, alsmede de soevereiniteit van de paus. Deze werd hierdoor wereldlijk én geestelijk leider. Wel werd bedongen dat het Vaticaan in internationale kwesties neutraal zou blijven, tenzij zijn rol als bemiddelaar werd gevraagd.<ref>''Lateraanse Verdragen'', artikel 24</ref>
Regel 184 ⟶ 186:
 
In dezelfde periode stuurde [[Edith Stein]] een brief aan de paus, waarin zij hem op de hoogte bracht van de situatie in Duitsland. Edith schreef, dat wat door de nazi’s was aangekondigd (de verdrijving van de Joden uit het maatschappelijk leven), na de installatie van Adolf Hitler werd toegepast, zij het nog in milde vorm.<ref name = "Brief">''Brief Edith Stein'', 21 april 1933</ref> In haar brief riep zij Pius XI op om op te treden: ''”Wir alle….fürchten das Schlimmste für das Ansehen der Kirche, wenn das Schweigen noch länger anhält”'' (Nederlands: Wij allen… vrezen het ergste voor het aanzien van de kerk, wanneer het zwijgen nog langer voortduurt).<ref name= "Brief"/>
 
[[Bestand:Bundesarchiv Bild 183-R24391, Konkordatsunterzeichnung in Rom.jpg|thumb|250px|Ondertekening concordaat. Van links naar rechts [[Ludwig Kaas]], '''[[Franz von Papen''']], [[Giuseppe Pizzardo]], '''[[Eugenio Pacelli''']], [[Alfredo Ottaviani]], [[Rudolf Buttmann (NSDAP)|Rudolf ButmannButtmann]]]]
Toch waren in april 1933 onderhandelingen gestart over een concordaat tussen de Heilige Stoel en Duitsland. Namens Duitsland was [[Franz von Papen]], vicerijkskanselier, vertegenwoordigd en namens het Vaticaan [[Paus Pius XII|Eugenio Pacelli]], pauselijk [[nuntius]] te [[Berlijn]]. Op 20 juli 1933 vond de ondertekening plaats van het concordaat. Hierin werd onder meer de autonomie gegarandeerd van de Rooms-katholieke Kerk in Duitsland, genoot de kerk en haar aanverwante instellingen de bescherming van de Rijksregering, maar werd het verboden voor geestelijken om actief deel te nemen aan politieke bewegingen. Hiermee kwam dan ook een einde aan de Deutsche Zentrumspartei.
 
Regel 229 ⟶ 232:
==== Mexico ====
{{Zie ook|Zie ook: [[Cristero-oorlog]]}}
[[Bestand:Cristeroscolgados.jpg|thumb|200x200px|Vervolgde Katholieken, opgehangen tijdens de [[Cristero-oorlog]]]]
 
Al sinds de 19e eeuw was er sprake geweest van spanningen tussen kerk en staat in Mexico. De inmenging van het Vaticaan in binnenlandse aangelegenheden was een doorn in het oog van de regering en er bestonden zelfs plannen om een eigen nationale kerk op te richten, onder leiding van een zelfgekozen paus.<ref>[http://www.newadvent.org/cathen/10250b.htm Catholic Encyclopedia ''Mexico'']</ref> Vanaf het begin van de 20e eeuw werden deze vijandige gevoelens versterkt, met name door de invoering van een nieuwe Grondwet in 1917. In 5 artikelen werd de positie van de katholieke kerk danig beperkt. Meest vergaand was artikel 130, die van geestelijken alle burgerrechten ontnam. Het werd geestelijken tevens verboden om kritiek te leveren op de regering of commentaar te geven op maatschappelijke ontwikkelingen.
 
Regel 400 ⟶ 404:
 
De opleiding van priesters beperkte zich niet alleen tot de westerse wereld. Naar aanleiding van een speciale tentoonstelling<ref>Door het succes besloot de paus tot de oprichting van een permanent museum ondergebracht in het Lateraanse paleis</ref> gewijd aan de christelijke zendingen, die in 1925 georganiseerd was, vroeg Pius in zijn encycliek ''[[Rerum ecclesiae]]'' uit 1926 ook aandacht voor de priesteropleidingen in de missiegebieden zelf. Het opleiden van lokale geestelijken waarborgde de continuïteit van het verkondigen van het geloof, mede doordat bepaalde barrières (waaronder de taal) overwonnen werden. Als bevestiging van zijn overtuiging van het belang van lokale geestelijken wijdde Pius XI in 1926 de eerste zes [[China|Chinese]], titulaire bisschoppen. Een jaar later volgde de benoeming van de eerste [[Japan]]se bisschop van [[Nagasaki (stad)|Nagasaki]].
 
[[Bestand:PioXI et Pacelliinaugurazioneradiovaticana.jpg|thumb|175px|Oprichting [[Radio Vaticaan]]. Links Eugenio Pacelli, in het midden paus Pius XI. Op de achtergrond [[Guglielmo Marconi]]]]
Ook voor de wetenschappen toonde Pius XI veel interesse. Zo verleende hij aan de [[Pauselijke Commissie voor Gewijde Archeologie|Commissie voor Gewijde Archeologie]] het predicaat "Pauselijk". Deze commissie was door [[paus Pius IX]] in 1852 in het leven geroepen en had tot doel het (preventief) onderhoud van vroegere begraafplaatsen en oude christelijke monumenten. Met de [[motu proprio]] ''I primitivi cemeteri'' van 11 december 1925 vergrootte Pius XI het werkterrein van de commissie, wat ook na de afsluiting van de Lateraanse Verdragen erkend werd. De commissie coördineert de werken van de Romeinse, Pauselijke Academie van Archeologie en het Pauselijk Instituut van Christelijke Archeologie.<ref>[http://www.vatican.va/roman_curia/pontifical_commissions/archeo/inglese/documents/rc_com_archeo_pro_20011010_pcas_en.html Vaticaan]</ref>
 
Regel 414 ⟶ 419:
 
== Overlijden ==
[[Bestand:PiusXItomb2.jpg|thumb|250pxleft|[[Sarcofaag]] van Pius XI in de [[Grotte Vaticane]]]]
 
Paus Pius XI was al geruime tijd ziek. Op 25 november 1938 werd hij getroffen door twee [[Hartinfarct|hartaanval]]len. Vanaf begin februari 1939 verslechterde de gezondheid van de paus al snel. Op 7 februari werd onder meer [[paus Pius XII|kardinaal Pacelli]] geïnformeerd over het naderende einde van de paus. Op 10 februari 1939 om 05:31 overleed de paus aan de gevolgen van opnieuw een hartaanval.
 
Regel 425 ⟶ 431:
== Bijzonderheden ==
=== Bergbeklimmen als hobby ===
[[Bestand:Pizzopioxi.jpg|thumb|[[Picco Pio XI]]]]
 
Achille Ratti was een fervent bergbeklimmer.<ref>In Groot-Brittannië werd door bisschop T. Pearson in 1940 een club voor bergbeklimmers opgericht, die vernoemd werd naar Achille Ratti.Zie [http://www.achille-ratti-climbing-club.co.uk/ ''The Achille Ratti Climbing Club’’]</ref> Samen met een bevriende priester, Luigi Grasselli, waren zij de eerste klimmers die de top van de [[Monte Rosa]] via de Italiaanse zijde hadden bereikt en waren zij de [[Mont Blanc]] in 1890 via de Dome Glacier afgedaald. De afgelegde routes werden naar hen genoemd: Via Ratti-Grasselli.<ref>''In the Age of Dictators'', Dr. Sophie McGrath</ref>
 
Regel 445 ⟶ 452:
De controversiële Amerikaanse auteur [[Daniel Goldhagen]] beschuldigt in zijn boek ''Een morele afrekening'' Pius XI van [[antisemitisme]], die zich al gemanifesteerd zou hebben tijdens zijn diplomatieke missie in Polen in 1918. Een van zijn opdrachten, door paus Benedictus XV gegeven, was de verlichting van het lot van de Joden in Polen; in zijn hoedanigheid als legaat zou hij echter niet opgetreden zijn en zelfs de situatie verslechterd hebben.<ref name ="Moraal">''Een morele afrekening'' (p. 90): naar ''The Popes Against the Jews'' (Kertzer)</ref> In een rapport aan de paus zou Achille Ratti eveneens de link hebben gelegd tussen het verderfelijke communisme en het Jodendom.<ref name ="Moraal"/> Ook met betrekking tot de encycliek ''Mit brennender Sorge'' laat Goldhagen zich kritisch uit. De stellingname van het Vaticaan noemt hij "te mild" en bepaalde aspecten (waaronder de vervolging van de Joden) worden niet expliciet genoemd.<ref>''Een morele afrekening'' (p. 53)</ref> Goldhagen is wel van mening dat Pius XI tegen het einde van zijn leven inzag dat het optreden van het nazisme tegen de Joden barbaars was en sterk veroordeeld diende te worden. Hierdoor besloot hij tot het opstellen van zijn laatste encycliek, ''Humani generis unitas'', een taak die hij - volgens Goldhagen - ver weg hield van Pacelli.<ref name ="John"/> De encycliek zou echter nooit gepubliceerd worden.
 
In een lezing in 1990 over de relatie tussen Rusland en het Vaticaan uitte de Russisch-orthodoxe [[diaken]] [[Herman Ivanov-Treenadzaty]]{{bron?|misschien best om een artikel over deze geestelijke toe te voegen aan ,wikipedia|2012|07|14}}, die de Katholieke Kerk als een "groot gevaar voor Rusland" omschrijft, kritiek op de opstelling van Pius XI ten aanzien van Rusland en de Russisch-orthodoxe Kerk. Had Pius XI in zijn encycliek ''[[Ecclesiam Dei]]'' uit 1923 gewezen op de toewijding van de [[Heilig|heilige]] [[Josafat Kuncewycz]] om de oosterse kerk terug te brengen naar de moederkerk in Rome, door diaken Ivanov werd deze Grieks-katholieke heilige aangevallen als "een van de meest kwaadaardige personen". Ook Pius' aanvankelijke diplomatieke toenadering tot [[Moskou]] - onder invloed van de [[Weimarrepubliek|regering van Weimar-Duitsland]] - beschreef hij als verwerpelijk; dat Pius XI vanaf 1927 alsnog zijn standpunt herzag en de Sovjet-Unie als land van vervolging en terreur veroordeelde, kon volgens hem niet verbloemen dat Pius XI van [[1917]] tot [[1926]] nooit geprotesteerd had tegen de wrede vervolgingen van de Russisch-orthodoxe Kerk door de [[Tsjeka]] en andere Sovjet-organisaties.<ref>''The Vatican and Russia'', lezing door diaken Herman Ivanov-Treenadzaty. Gehouden tijdens het 24e Russisch Jeugd Congres te Sydney en Melbourne,</ref><ref>{{cite web |en}}[ |url=http://orthodoxinfo.com/ecumenism/vatican_russia.aspx |title=The Vatican and Russia], |year= 1990}}</ref>
 
De Amerikaans-[[Tsjechië|Tsjechisch]] voormalig katholiek theoloog en [[atheïsme|atheïst]] [[John Neumann|Johannes Neumann]], [[emeritaat|emeritus]]-[[hoogleraar]] [[sociologie]] aan de [[universiteit van Tübingen]], sprak in een lezing{{bron?|graag plaats en datum|2012|07|14}} over de falende rol die de kerkgenootschappen (protestants en katholiek) naar zijn mening gehad hebben tijdens de nazi-periode, ook over de rol van Pius XI, met name over de uitvaardiging van de encycliek ''[[Mit brennender Sorge]]''. In zijn ogen was de inhoud van de encycliek "te algemeen" en zou zij zich "te veel richten op de positie van de [[Rooms-katholieke Kerk|Katholieke Kerk]]". Over de grootschalige martelingen, terreur en wetsovertredingen werd volgens Neumann niet duidelijk gesproken.<ref>''1945: Die Kirchen vorher und nachher'', Johann Neumann</ref>