Koudegolf: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tupolev144 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Tupolev144 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''koudegolf''' komt in ons landNederlan maar weinig voor en dat is waarschijnlijk de reden dat wij er geen definitie voor hebben. Toch zijn er in elke koude [[winter]] één of meer opmerkelijk koude periodes aan te wijzen, waarin het dagen achtereen tot [[strenge vorst]] komt en de laagste temperaturen van de hele winter worden gemeten. Dat gebeurt meestal nadat er een dik pak [[sneeuw]] is gevallen en het onder een heldere hemel flink kan afkoelen.
Kijken we naar de koudste periodes van tien dagen in [[Twintigste eeuw|deze eeuw]] dan is de periode 18-27 [[januari]] [[1942]] in [[De Bilt]] de koudste met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme kou periode begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. De laatste dagen werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het [[KNMI]] gemeten.
 
Op [[27 januari 1942]] registreerde [[Winterswijk]] -27,4 graden, de laagste temperatuur van de eeuw in ons landNederland. Op veel plaatsen was het de koudste nacht van de eeuw met 20 tot 25 graden vorst. Een tramconducteur in [[Den Haag]] schrijft in zijn dagboek over de vele [[sneeuwstorm|sneeuwstormen]] in deze winter met sneeuwduinen van twee meter hoogte.
 
De periode 15-24 februari [[1956]] staat met een gemiddelde temperatuur van -10,5°C op de tweede plaats. Ook toen viel er veel sneeuw, op de [[Waddeneilanden]] meer dan een halve meter. In deze maand vroor het in De Bilt in acht nachten meer dan 15°C met -21,6 graden als minimum op [[15 februari]]. Op [[16 februari 1956]] noteerde [[Uithuizermeeden]] -26,8 graden, op één na de laagste temperatuur van de eeuw.
 
De winter van [[1929]] leverde de op twee na ergste koudegolf: van 11-20 februari was de temperatuur in De Bilt gemiddeld -9,7 graden. Een week lang vroor het hier elke dag zeer streng, meer dan 15 graden onder nul. In Winterswijk werd op 14 februari van dat jaar -21,5 graden gemeten, maar ook [[Limburg]] deed deze keer mee met de kou: [[Sittard]] met -21,4 graden en [[Gemert]] met -20,7 graden.
 
==Zie ook==