170.891
bewerkingen
k (Z&V: km.) |
|||
===Etymologie===
De [[etymologie]] van de naam Limburg is onduidelijk, althans die van het eerste woorddeel. Duidelijk is wel, dat het van oorsprong een Duitse naamvorm is. Het tweede woorddeel, [[Burg (toponiem)|''-burg'']], analoog aan het [[Duits]]e woord ''Burg'', ([[Middelnederlands]]: ''burch'', ''burch'') was het oorspronkelijke woord voor een (berg)vesting. In de [[Germaanse talen]] ging de betekenis over tot [[stad|'(burcht)stad']], vergelijk de woorden ''burger'' (letterlijk 'inwoner van een burcht'), ''burgemeester, burggraaf'' en ''burgwal''. In de middeleeuwen verengde de betekenis tot [[burcht (kasteel)|burcht]] of slot, een versterkt [[kasteel]].<ref>{{aut|Van Loon, Jozef}}, ''De ontstaansgeschiedenis van het begrip 'stad': een bijdrage van de diachrone semantiek tot de sociaal-economische geschiedenis van Noord-West-Europa, inzonderheid van de Nederlanden'', [[KANTL]], Gent, 2000</ref><br>
De betekenis van ''Lim-'' is duister. Klassieke etymologische handboeken<ref>Franck-Van Wijk EWNT 1980 (oorspr. 1912) voor het Nederlands; Kluge EWDS 1924 voor het Duits.</ref> suggereren een verband met het woord ''leem'' (D.: ''Lehm''), dat 'modder' of 'slijk' betekent. Aangezien de burcht van het thans Waalse Limburg een echte bergvesting is, hooggelegen op een rotsachtig plateau boven de Vesder, is deze verklaring hier weinig aannemelijk. De naam zou volgens anderen ook afgeleid kunnen zijn van ''lint'' ([[Draak (fabeldier)|'draak']], [[lintworm (mythisch dier)|'lintworm']]),<ref>Berkel en Samplonius, 'Het Plaatsnamenboek', 1989, Unieboek, Houten</ref>
==Territoriale eenmaking==
===Neolithicum===
In het [[neolithicum]] werd [[vuursteen]] gewonnen in ondergrondse [[mijn (delfstoffen)|mijnen]], In Nederlands Limburg bij [[Vuursteenmijnen van Rijckholt|Rijckholt]] en [[Vuursteenmijnen van Valkenburg|Valkenburg]], waar men heden nog zo'n mijn kan bezichtigen. Toen kwamen ook de eerste boeren in Limburg. Van deze vroege bewoners zijn alleen enkele materiële sporen gevonden bij opgravingen. Van hun immateriële cultuur zoals taal en godsdienst weten we vrijwel niets. In Zuid-Limburg zijn verschillende sporen van kleine dorpjes bestaande uit boerderijen en akkers gevonden evenals [[grafheuvel]]s met [[urn]]en en andere [[grafgift|grafbijgiften]]. In die tijd hadden landbouwers een sterke voorkeur voor de vooral in Zuid-Limburg in ruime mate voorhanden [[löss]]-gronden. Dit zou tot zeker de [[Vroege Middeleeuwen]] zo blijven.
Omstreeks 5000 v.Chr. woonden rond de [[Graetheide]] de [[Bandkeramische cultuur|Bandkeramiekers]], van wie de laatste vijftig jaar al honderd boerderijen zijn blootgelegd. Voor zover bekend is de in 1991 opgegraven nederzetting op [[Geleen-Janskamperveld]] een van oudste boerendorpen van het huidige Nederland.<ref>{{aut|Pieter van de Velde (red)}}, 2007, Excavations at Geleen-Janskamperveld 1990/1991, Analecta Praehistorica Leidensia 39, 278 pp., ISBN 9789073368224</ref> Op basis van aardewerk is de nederzetting van [[De Kluis (Geleen)|Geleen-De Kluis]] nog ouder.
===Kelten===
[[Bestand:Blokboek StServaas03.jpg|miniatuur|15e eeuws miniatuur. St Servaas doopt Attila de Hun. (Servatius stierf echter 67 jaar voordat legers van Attila in Limburg waren, Attila nam een meer zuidelijke route en is waarschijnlijk zelf nooit in Limburg geweest.)]]
===Merovingen en Karolingen===
De voorheen intensieve contacten tussen de Limburgse gebieden en de zuidelijker streken verminderden met name vanaf het begin van de vijfde eeuw sterk, waarschijnlijk drong nieuws over gebeurtenissen, zoals de diverse [[plundering van Rome|plunderingen van Rome]] door [[Goten]] en [[Vandalen]] slechts langzaam tot hier door. Vóór het jaar 500 wist de [[merovingen|Merovingse]] koning [[Clovis I|Clovis]] binnen een paar decennia het rijk van de Salische Franken uit te breiden in [[Gallië|Gallia]] tot aan de [[Pyreneeën]] ten koste van het steeds sneller instortende [[West-Romeinse rijk]] (de westelijke helft van het omstreeks het jaar 400 definitief in twee delen gesplitste Romeinse rijk). Hij onderwierp ook de Ripuarische Franken ten oosten van de Maas. Na de bekering van Clovis tot het [[katholicisme]]
Administratief was het Frankische rijk ingedeeld in [[Gouw (Germaans)|gouwen]] die geleid werden door een [[gouwgraaf]]. De gouwen in het huidige Limburg waren in het westen [[Toxandrië]]
De Frankische koningen van de dynastie der [[merovingen|Merovingers]], en vanaf 751 hun opvolgers de [[karolingen|Karolingers]], wisten hun rijk uit te bouwen tot de machtigste staat in West-Europa sinds de instorting van het Romeinse rijk. Tijdens de Karolingen lag Limburg centraal in het Frankische Rijk. De [[Haspengouw]], [[Zuid-Limburg (Nederland)|Zuid-Limburg]], [[Aken (stad)|Aken]] en het gebied net ten oosten van deze stad, behoorden tot de kerngebieden van [[Austrasië]], de machtsbasis van de Karolingen. Rond het jaar 800, na de kroning van [[Karel de Grote]] tot "Keizer van het Hernieuwde Romeinse Rijk", was [[Aken (stad)|Aken]], een paar kilometer buiten het huidige Limburgse gebied, enige decennia de feitelijke hoofdstad van het gehele [[Frankische rijk]], dat zich toen over een groot deel van Europa uitstrekte. De handel en economie floreerde tijdens de zogenaamde [[Karolingische Renaissance]], die iets terugbracht van de welvaart tijdens de voorgaande Romeinse periode. Ook groeide de bevolking.
{{zie artikel|Zie artikel [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik]] voor alle bisschoppen van Tongeren, Maastricht en Luik}}
[[Bestand:St Lambert.JPG|miniatuur|De Luikse Lambertuskathedraal ca 1015 (reconstructie)]]
[[Bisschop]] ([[Sint (heilige)|Sint]]) [[Hubertus van Luik|Hubertus]] had omstreeks
=== Kleinere geestelijk gebieden ===
Tijdens het [[Congres van Wenen]] in 1815 werden de generaalgouvernementen opgeheven en werd bepaald dat het [[departement (Nederlanden)|departement]] [[Nedermaas]] en een deel van het [[Roerdepartement]] deel zouden gaan uitmaken van het nieuwe [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]]. Het oostelijk gedeelte van het Pruisisch Overkwartier ging definitief naar Pruisen, het westelijk deel werd, samen met het vroegere Oostenrijks en Staats Overkwartier, ingedeeld bij de nieuwe Nederlandse provincie. Koning [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] bedacht voor deze nieuwe eenheid de naam "Limburg", ingegeven door het vroegere [[hertogdom Limburg]], dat werd vastgelegd in het koninklijk besluit van 24 augustus 1815. Opmerkelijk is dat alleen de Landen van Overmaas in het gebied van de nieuwe provincie Limburg lagen. Het oude hertogdom zelf lag vrijwel volledig in het gebied van de nieuw gevormde provincie Luik, die een voortzetting was van het [[Ourthedepartement]]. Pruisen wist wel nog een stukje van de oostkant van het Ourthedepartement af te snoepen: de gemeente [[Eupen]] werd een deel van de Pruisische [[Rijnprovincie]] maar werd in 1919 bij het [[Vrede van Versailles (1919)|Verdrag van Versailles]] alsnog bij België gevoegd. [[Neutraal Moresnet]] met een rijke lood-zinkmijn werd een [[Condominium (staatsvorm)|condominium]] van Pruisen en Nederland.
Zo werd dus bereikt dat ook enkele gebieden ten oosten van de Maas aan de Nederlanden werden toegewezen. In Noord-Limburg kwam de nieuwe staatsgrens tussen Nederland en Pruisen te liggen op schootsafstand van de Maas (800 Rijnlandse [[roede (lengtemaat)|roeden]], ongeveer 3 km
De provincie Limburg bestond zo uit vrijwel het gehele voormalige departement [[Nedermaas]] en uit delen van het vroegere [[Roerdepartement]]. Binnen Limburg werd Maastricht de hoofdstad. Administratief ontstond een indeling in drie arrondissementen: Maastricht, Roermond en Hasselt. Op 19 november 1817 werd bij Koninklijk Besluit nog de gemeente [[Lommel]] van Noord-Brabant naar Limburg overgeheveld, als ruil tegen [[Luyksgestel]] - voormalig Luiks gebied - dat in 1819 van de provincie Antwerpen op Noord-Brabant overging.
Hoewel de koning, [[Willem I der Nederlanden]], een sterk sociaal en economisch beleid voerde, ontstond met name in de [[Zuidelijke Nederlanden]] toenemende ontevredenheid. Enerzijds waren de [[katholieken]] bang voor hun machtspositie, bijvoorbeeld doordat Willem overal openbare scholen oprichtte die concurrentie vormden voor de katholieke scholen. Anderzijds was de [[liberalen|liberale]] elite ontevreden over de grote macht van de koning en streefde ze daarom naar een [[constitutionele monarchie]], met meer macht voor het [[parlement]]. Zij stuitte echter op een onverzettelijke vorst, die in 1821 bijvoorbeeld de burgemeester van Maastricht, [[Jean-François Hennequin|Hennequin]], ontsloeg vanwege zijn vrijzinnige ideeën. Vervolgens werd Hennequin door de stemgerechtigde elite, de [[burgerij]], tot parlementslid gekozen. Een derde twistpunt vormde het taalbeleid van de koning. Willem voerde het Nederlands in als nationale taal, wat de grotendeels Franstalige elite in de Zuidelijke Nederlanden niet zinde.
Hoewel koning Willem I op een aantal punten zijn beleid afzwakte, leidde de onvrede uiteindelijk in 1830 toch tot een [[Belgische Revolutie|oproer in Brussel]], waaruit een onafhankelijkheidsbeweging ontstond. Limburg sloot zich voor het grootste deel aan bij de opstandelingen. De Nederlandse generaal [[Nicolas Joseph Daine]] liep over naar de revolutionairen en bezette met het Maasleger Maaseik, Roermond en Venlo. In Venlo maakte de burgerij de poorten voor hem open en keerde zich tegen het regeringsgarnizoen dat er gelegerd was. Ook Sittard koos voor de opstand. Al snel was de hele provincie Limburg, met uitzondering van de garnizoensplaats Maastricht
In 1831 werd een nieuwe stap naar de afscheiding gezet doordat de Duitse prins [[Leopold I van België|Leopold]] de eed aanvaardde als eerste ''koning der Belgen''. Intussen was het regeringsleger opnieuw geformeerd en op 2 augustus 1831 trok het opnieuw de zuidelijke provincies binnen voor wat later de [[Tiendaagse Veldtocht]] zou worden genoemd. Een groot aantal Limburgse steden ten westen van de Maas werd zonder veel weerstand heroverd. Turnhout, Hasselt en Leuven werden ingenomen en het Maasleger van Daine leed een nederlaag. Toen de Fransen de Belgen te hulp kwamen, werd er een wapenstilstand gesloten. Het regeringslegerleger trok zich terug in Noord-Brabant en op de vestingen van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], [[Luxemburg (stad)|Luxemburg]] en Maastricht.
==== Limburg als onderdeel van de Duitse Bond ====
[[Bestand:NederlandDuitseBond.png|left|miniatuur|Limburg en Luxemburg als zowel deel van Nederland, als van de Duitse bond]]
Hoewel Nederlands Limburg in 1839 deel werd van het [[Koninkrijk der Nederlanden]], mochten Limburgse Kamerleden niet meestemmen over de [[Nederlandse Grondwet#Grondwet 1840|grondwet van 1840]]. Dit had te maken met de bijzondere positie van Limburg (met uitzondering van de vestingsteden [[Maastricht]] en [[Venlo (stad)|Venlo]]
In 1848 ontstond naar aanleiding van de liberale [[Maartrevolutie]] een streven binnen de Duitse Bond naar staatkundige eenheid. Er werd een nieuw [[Frankfurter Parlement]] opgericht, waarin ook een tweetal door verkiezingen aangewezen vertegenwoordigers van het hertogdom Limburg zitting hadden, te weten baron van Scherpenzeel en L.A.M. Schoenmaeckers. Zij waren beiden overtuigd voorstander van opname van Limburg in de nieuwe Duitse staat. Uiteindelijk nam het parlement een resolutie aan, waarin werd vastgesteld dat de vereniging van Nederlands Limburg met Nederland in strijd met de grondwet was.
===Tweede Wereldoorlog ===
Voorafgaand aan [[Tweede Wereldoorlog]] in de Lage Landen, vond op 9 september 1939 het [[Venlo-incident]] plaats, waarbij de Nederlandse luitenant [[Dirk Klop]] de dood vond en twee Britse geheime agenten door de Duitse Gestapo over de grens werden ontvoerd. De Duitse opmars (''[[Fall Gelb]]'') op 10 mei 1940 gebeurde in Noord-Limburg per spoorlijn toen de [[Maasbrug bij Gennep]] ongeschonden in Duitse handen was gevallen en een [[pantsertrein]] de [[Peel-Raamstelling]] kon doorbreken en zo de Nederlandse stellingen in de rug kon aanvallen.<ref>Bert Roest (red)(1990) De oorlog in Noord-Limburg
[[Bestand:XIX Corps drive From the Albert Canal to the West Wall Sept 10-19, 1944 mapColour.jpg|miniatuur|Geallieerde opmars in Limburg tot 19 september 1944]]
Tijdens de bevrijding
In het zuiden was vanuit [[Rimburg]] op 2 oktober de [[Westwall|Siegfriedlinie]] doorbroken en werd van hieruit Aken omsingeld en ingenomen. 5 oktober was het ontvolkte Kerkrade bevrijd, maar de bevolking mocht pas op 24 oktober terugkeren en trof een geplunderde stad aan. De geallieerden drongen verder op oostwaarts tot de Roer. Een Engelse eenheid wist met de [[Operatie Blackcock]] tussen 14 januari en 27 januari een Duitse militie uit te schakelen die de driehoek Roermond-Susteren-Heinsberg bezette. De burgerbevolking in bezet Limburg ten oosten van de Maas kreeg in januari het bevel te evacueren naar bezet Noord Nederland. De evacuatie van Venlo begon op 14 januari en die van Roermond op 20 januari. Venlo en Roermond werden op 1 maart 1945 als laatste Limburgse steden bevrijd tijdens de [[Operatie Grenade]] die op 23 februari de Roer was overgestoken en op 5 maart de Rijn bereikte. In [[Margraten (plaats)|Margraten]] is een grote Amerikaanse [[Amerikaanse Begraafplaats Margraten|erebegraafplaats]] ingericht.
|
bewerkingen