Mossen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling
→‎Gametofyt: aanvulling
Regel 49:
De mosplant kan min of meer rechtopstaand groeien (losstaand, in groepjes, in plukjes, als kussentjes), maar ook wel meer horizontaal (in matten, tapijten, weefsels of in boompjesvorm) of hangend.
 
De kenmerkende onderdelen van de mosplant zijn:
* de '''stengel''', die vertakt kan zijn, soms zelfs meervoudig vertakt. Soms zijn er verschillende typen stengel en takken. De wijze van vertakking vormt een belangrijk kenmerk voor [[determinatie]]. Zo kunnen bijvoorbeeld boomvormig vertakte mossen, liggende slaapmossen, hangende baardmossen worden onderscheiden
* de '''bladeren''', die voor het grootste deel slechts één cel dik zijn, en 0 tot 2 nerven hebben die wel meerdere cellen dik kunnen zijn met soms duidelijk verschillende celtypen. De bladeren van de takken kunnen afwijken van die van de stengel. Op de nerven of op bladeren kunnen aanhangels voorkomen, zoals lamellen of broedlichaampjes. In sommige gevallen zijn de verschillende delen van het blad duidelijk te onderscheiden, bijvoorbeeld in celvorm (isodiametrisch tot lang gestrekt), celgrootte en structuren van de celwand (papillen, [[stippel]]s, poren, mamillen). Zo zijn soms bladoortjes, bladschede, bladzoom en bladrand, bladschijf en bladtop te onderscheiden.
* de '''gametoecia''' (enkelvoud: gametoecium), die bestaan uit mannelijke en/of vrouwelijke voorplantingsorganen en parafysen, omgeven door meestal afwijkende omwindselbladen. Soms is de situatie eenvoudiger of staan in zeldzame gevallen de antheridia los op de stengel, zoals bij het geslacht [[Takakia]].
* '''rizoïden''' zijn een cel dikke, draadvormige uitgroeisels, die wel wat op het protonema lijken. Ze kunnen bevestigd zijn op verschillende plaatsen, zoals de stengel of op de bladen.
 
=== Voortplanting ===