Antanas Smetona: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 52:
Op 19 april 1920 benoemde de ''Steigiamasis Seimas'', de grondwetgevende vergadering, die op 14 en 15 april democratisch verkozen was, de [[Christendemocratie|christendemocraat]] [[Aleksandras Stulginskis]] tot president van Litouwen. Twee maanden later droeg Smetona zijn ambt over. Nadien werkte hij als zaakwaarnemer namens de Litouwse regering voor het [[Memelland]], hoogleraar in de filosofie aan de [[Vytautas Magnus Universiteit|Universiteit van Kaunas]] en journalist.<ref>Van Peursem, blz. 19.</ref>
 
In 1926 stelde Smetona zich kandidaat voor de [[Seimas]], het parlement dat in de plaats gekomen was van de grondwetgevende vergadering. Zijn partij, de Litouwse Nationalistische Unie of ''Tautininkai'', haalde maar drie zetels. Na de verkiezingen trad een linkse regering aan, die weinig gezag uitstraalde en waarmee de rechtse partijen niet wilden samenwerken. De regering liet een aantal [[Communisme|communistische]] gevangenen vrij, die prompt manifestaties gingen houden. Een verdrag met de Sovjet-Unie werd door rechts fel bekritiseerd. Concessies aan de [[Pools]]e minderheid vielen ook al niet in goede aarde. Militairen pleegden een coup onder het motto dat ze daarmee een communistische staatsgreep verijdelden. President [[Kazys Grinius]] en premier [[Mykolas Sleževičius]] werden afgezet en de macht werd overgedragen aan de Tautininkai en de christendemocraten. Op 26&nbsp;december 1926 werd Smetona opnieuw als president geïnstalleerd. Hij verbood alle politieke partijen en riep daarvoor in de plaats de ''[[Litouwse Nationale Unie]] (LTS)'' in het leven. Daarop trokken de christendemocraten zich terug. Litouwen was een [[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]] geregeerd land geworden. In 1927 stuurde Smetona de Seimas naar huis en liet een nieuwe grondwet opstellen die de president verregaande bevoegdheden gaf. De eerste jaren van zijn regime was hij verwikkeld in een machtsstrijd met zijn premier [[Augustinas Voldemaras]], die in 1929 in het voordeel van Smetona werd beslecht. Voldemaras werd tot aftreden gedwongen.<ref>Van Peursem, blz. 20.</ref>
 
Smetona ontving in 1932 een [[eredoctoraat]] in de filosofie van de Universiteit van Kaunas.