Logische implicatie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k Wijzigingen door 193.190.2.252 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Romaine |
||
Regel 23:
Stel dat gegeven zijn de uitspraken A→B en A. Hieruit valt B te concluderen. Immers, als gegeven is dat we morgen gaan picknicken, in het geval dat morgen de zon schijnt (A→B) en bovendien dat morgen de zon schijnt, is de conclusie dat we morgen gaan picknicken.
Stel nu dat gegeven zijn de uitspraken A→B en ¬B. Hieruit valt ¬A te concluderen
=== Conversationele implicatuur ===
Stel dat gegeven zijn de uitspraken A→B en ¬A. Hieruit valt logisch gezien niets te concluderen. Het is een misverstand te denken dat A→B impliceert dat ¬A → ¬B. In het dagelijkse taalgebruik echter, is dat vaak wel zo. Bijvoorbeeld als een vader tegen zijn kind zegt: "Als je je gedraagt, krijg je een snoepje". Hiermee bedoelt de vader doorgaans ook: "Als je je niet gedraagt, krijg je geen snoepje". In de formele logica is dat echter niet zo. A→B zegt niet meer dan dat A B impliceert
Een dergelijke [[gevolgtrekking]] die niet geldig is in de propositielogica, maar in het alledaagse taalgebruik wel gangbaar is, wordt een ''conversationale implicatuur'' genoemd.
|