Gewesten van België: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
versie van MichielDMN van 8 jun 2014 om 21:12 (41459455) teruggeplaatst - lap tekst die niet begint met definitie
Regel 1:
Een '''gewest''' is een ''gebiedsgebonden overheid'' in [[België]]. Het kan gezien worden als een [[deelstaat]] of [[regio]].
Een bespreking van de notie "gewest" naar Belgisch grondwettelijk recht die deze notie niet toelicht in een breder constitutioneel kader is gedoemd.
 
In tegenstelling tot de deelstaten in (andere) [[Bondsstaat|federaties]], zijn de gewesten in België alleen bevoegd voor zogenaamde [[plaatsgebonden aangelegenheden]], zoals ruimtelijke ordening en stedenbouw, economie, werkgelegenheid, landbouw, openbare werken, vervoer (gedeeltelijk), buitenlandse handel, gemeente-en provinciewet.
Het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest bestaan als publiekrechtelijke rechtspersonen sinds de grondwetswijziging van 1980. Deze datum wordt gebruikt als het echte startschot van het [[federalisme]] in België. In feite begon de decentralisatie vroeger, namelijk met de creatie van de [[cultuurgemeenschap]]pen, later de [[gemeenschap (België)|gemeenschap]]pen, in [[1970]], de eerste fase in de [[Staatshervorming (België)|staatshervorming]]. België werd officieel slechts een federatie in 1993.
Zaken die direct te maken hebben met de inwoners, de zogenaamde [[persoonsgebonden aangelegenheden]], (bijvoorbeeld onderwijs en cultuur), vallen onder de bevoegdheid van de [[gemeenschap (België)|gemeenschappen]].
 
Ieder gewest kan over deze toegekende materies autonoom beslissen (los van de federale overheid). De [[wetgevende macht]] in een gewest is de (gewest-)raad, die bij rechtstreekse verkiezingen wordt verkozen. De [[uitvoerende macht]] in een gewest is de (gewest-)regering. De [[Vlaamse Gemeenschap]] en het [[Vlaams Gewest]] werden zowel voor de wetgevende als voor de uitvoerende macht samengevoegd: zo ontstond het [[Vlaams Parlement]] en de [[Vlaamse regering]].
Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest bestaat als aparte rechtspersoon sinds de grondwetswijziging van 1988. Beide elementen in de naam geven het compromis weer tussen de Vlaamse visie op Brussel als een federaal bestuurde hoofdstad en de Franstalige visie als een volkomen gelijkwaardig gewest.
 
Brussel heeft in de praktijk verregaande gewestelijke bevoegdheden die evenwel onder federale voogdij blijven vallen, dit in tegenstelling tot het Vlaamse en Waals gewest, die voor gewestelijke bevoegdheden constitutionele autonomie bezitten.
 
De Belgische grondwettelijke ordening omvat in eerste instantie:
 
1° de federale overheid;
 
2° de 3 gewesten: het Vlaamse Gewest, het Brusselse (Hoofdstedelijke) Gewest en het Waalse Gewest;
 
3° de 3 gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap;
 
4° de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
 
De hier gehanteerde frase "in eerste instantie" duidt erop dat alle in 1° tot 4° vermelde overheden krachtens de grondwet zelf of krachtens een gewone of bijzondere wet zelf bevoegdheden hebben om wetgevend op te treden.
 
Abstractie makend van een aantal details:
 
1° is (voorlopig - in afwachting dat uitvoering wordt gegeven aan artikel 35 van de gecoördineerde grondwet - komt aan de federale overheid de bevoegdheid toe om alle aangelegenheden te regelen die niet aan de andere overheden zijn opgedragen;
 
2° is aan de 3 Gemeenschappen de bevoegdheid opgedragen om 3 soorten aangelegenheden te regelen (artikel 127, artikel 128 en artikel 130 van de gecoördineerde grondwet):
 
a) onderwijs:
 
b) de "culturele" aangelegenheden, zoals deze worden bepaald:
 
- in een wet aangenomen met een bijzondere, versterkte meerderheid in de zin van artikel 4, laatste lid van de gecoördineerde grondwet, wat de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreft (artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen);
 
- in een gewone wet, wat de Duitstalige Gemeenschap betreft (de gewone wet van 31 december 1980 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap);
 
c) de "persoonsgebonden" aangelegenheden, zoals deze worden bepaald:
 
- in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen);
 
- in de gewone wet van 31 december 1980 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap);
 
met dien verstande dat deze bevoegdheden worden uitgeoefend:
 
1/ in het Nederlandse taalgebied, wat de Vlaamse Gemeenschap betreft;
 
2/in het Franse taalgebied, wat de Franse Gemeenschap betreft;
 
3/in het Duitse taalgebied, wat de Duitstalige Gemeenschap betreft;
 
4/ in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad:
 
- door de Vlaamse Gemeenschap, ten aanzien van de instellingen die moeten worden beschouwd uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap te behoren, wegens hun organisatie (onderwijs en "culturele" aangelegenheden) of wegens hun activiteiten ("persoonsgebonden" aangelegenheden);
 
- door de Franse Gemeenschap, ten aanzien van de instellingen die moeten worden beschouwd uitsluitend tot de Franse Gemeenschap te behoren, wegens hun organisatie (onderwijs en "culturele" aangelegenheden) of wegens hun activiteiten ("persoonsgebonden" aangelegenheden);
 
hetgeen als consequentie heeft dat de wetgevende normen van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad niet rechtstreeks van toepassing zijn op personen en evenmin op "bicommunautaire" instellingen (zoals bij voorbeeld de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn) maar alleen op "unicommunautair" Nederlandstalige / Vlaamse of "unicommunautair" Franstalige instellingen;
 
3° is aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de bevoegdheid opgedragen om in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad te regelen:
 
a) ingevolge de Derde Staatshervorming (1988 1989) en krachtens artikel 135 van de gecoördineerde grondwet:
 
de "persoonsgebonden" aangelegenheden die krachtens artikel 128 van de gecoördineerde grondwet niet kunnen worden geacht aan de Vlaamse Gemeenschap of aan de Franse Gemeenschap te zijn opgedragen, m.a.w. de zogenaamde "bi-communautaire bi-persoonsgebonden" aangelegenheden);
 
b) ingevolge de Zesde Staatshervorming (2012 - 2012) en krachtens artikel 128, § 2, van de gecoördineerde grondwet:
 
de "persoonsgebonden" aangelegenheden die grondwettelijk wel zouden kmoeten worden geacht aan de Vlaamse Gemeenschap of aan de Franse Gemeenschap te zijn opgedragen, maar waarvoor de federale wetgevende macht via een wet, aangenomen met de bijzondere, versterkte meerderheid in de zin van artikel 4, laatste lid, van de gecoördineerde grondwet, alsnog beslist heeft dat de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap die bevoegdheid toch niet mogen uitoefenen;
 
dit is tot op heden alleen het geval voor de materie van de gezinsbijslagen, waarvan de regeling, door artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen in het Nederlandse taalgebied aan de Vlaamse Gemeenschap en in het Franse taalgebied aan de Franse Gemeenschap is toegewezen, maar door artikel 63 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad uitsluitend aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is toegewezen, ook ten aanzien van de kinderbijslagfondsen die moeten worden beschouwd uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap te behoren;
 
4°is aan de 3 gewesten de bevoegdheid opgedragen (krachtens artikel 39 van de gecoördineerde grondwet)om de aangelegenheden te regelen die worden bepaald in een wet aangenomen met de bijzondere, versterkte meerderheid, zoals bedoeld in artikel 4, laatste lid, van de gecoördineerde grondwet, en die niet aan de gemeenschappen zijn opgedragen.
 
Die aangelegenheden worden in de rechtspraak en de rechtsleer over het algemeen aangeduid als de zogenaamde "plaatsgebonden" aangelegenheden.
 
In uitvoering van artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen kunnen het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest als gebiedsgebonden wetgevende deelentiteiten van het federale koninkrijk België worden beschouwd, die onder meer ruimtelijke ordening en stedenbouw, delen van het economisch beleid, werkgelegenheid, landbouw, openbare werken, vervoer (gedeeltelijk), buitenlandse handel, en het merendeel van de regelgeving inzake ondergeschikte besturen (gemeenten, provincies, verenigingen van gemeenten) regelen. In uitvoering van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen is dit ook het geval voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
 
Op het van de Eerste Staatshervorming (1970) daterende beginsel - vervat in artikel 39 van de gecoördineerde grondwet - volgens hetwelk aan de gewestelijke organen geen gemeenschaps-bevoegdheden kunnen worden opgedragen, vermeldt de gecoördineerde grondwet zelf twee uitzonderingen:
 
1° krachtens artikel 138 van de gecoördineerde grondwet - ingevoegd in het kader van de Vierde Staatshervorming (1993 - 1994) - kan het Waalse Gewest een deel van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap uitoefenen;
2° krachtens artikel 135bis van de gecoördineerde grondwet - ingevoegd in het kader van de Zesde Staatshervorming (2012 - 2014) - kunnen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een beperkt aantal culturele aangelegenheden "van gewestelijk belang" worden opgedragen.
 
 
Ieder gewest kan autonoom beslissen over de hem toegekende materies autonoom beslissen. De wetgevende macht wordt voor het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest uitgeoefend bij wege van "decreten met kracht van wet". De wetgevende macht wordt voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest uitgeoefend bij wege van "ordonnanties".
 
Krachtens de gecoördineerde grondwet en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bestaat er formeel een drievoudig onderscheid tussen "decreten" en "ordonnanties":
 
1° decreten kunnen een authentieke uitlegging van wetten en decreten geven, terwijl ordonnanties dat niet kunnen (zie artikel 132 van de gecoördineerde grondwet)
 
2° de gewone rechtbanken en rechtshoven mogen decreten niet toetsen - dit komt alleen aan het Grondwettelijk Hof toe - terwijl ze dat wel - weze het beperkt - mogen / moeten ten aanzien van ordonnanties;
 
3°decreten kunnen door de federale overheid niet geschorst of vernietigd worden, terwijl dit voor een beperkt aantal ordonnanties wel mogelijk is (meer bepaald voor ordonnanties van het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw: zie artikel 45 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen).
 
Louter praktisch gesproken hebben decreten en ordonnanties materieel dezelfde waarde:
 
1° ze kunnen beide de bestaande wetten opheffen, aanvullen, vervangen, wijzigen of in hun uitvoering schorsen;
 
2° sedert 1989 is nog geen enkele ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement door de federale overheid geschorst of vernietigd;
 
3° voor zover kon worden nagegaan, is er sedert 1989 van enige andere rechterlijke toetsing van ordonnanties dan de toetsing door het Grondwettelijk Hof evenmin sprake.
 
De [[wetgevende macht]] in het Waalse Gewest en in het Brussselse Hoofdstedelijke Gewest wordt uitgeoefend door het Waalse Gewestparlement en het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement, die bij rechtstreekse verkiezingen wordt verkozen. De [[uitvoerende macht]] voor die Gewesten zijn de Waalse Gewestregering en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
 
Het Vlaamse Gewest heeft geen eigen verkozen parlement noch een eigen regering. Het Parlement en de Regering van de Vlaamse Gemeenschap, Vlaams Parlement en Vlaamse Regering genoemd, treden niet alleen op als de wetgevende en uitvoerende macht voor de Vlaamse Gemeenschap, maar ook voor het Vlaamse Gewest. Nochtans zijn de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest van elkaar onderscheiden rechtspersonen.
 
[[Afbeelding:Gewestenkaart.png|right|]]
Regel 108 ⟶ 12:
*Blauw: [[Brussels Hoofdstedelijk Gewest]]: 19 gemeenten
 
Het Vlaams en Waals Gewest bestaan sinds de grondwetswijziging van 1980. Deze datum wordt gebruikt als het echte startschot van het [[federalisme]] in België. In feite begon de decentralisatie vroeger, namelijk met de creatie van de [[cultuurgemeenschap]]pen, later de [[gemeenschap (België)|gemeenschap]]pen, in [[1970]], de eerste fase in de [[Staatshervorming (België)|staatshervorming]]. België werd officieel slechts een federatie in 1993.
 
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat sinds de grondwetswijziging van 1988, beide elementen in de naam geven het compromis weer tussen de Vlaamse visie op Brussel als een federaal bestuurde hoofdstad en de Franstalige visie als een volkomen gelijkwaardig gewest. Brussel heeft in de praktijk verregaande gewestelijke bevoegdheden die evenwel onder federale voogdij blijven vallen, dit in tegenstelling tot het Vlaams en Waals gewest, die voor gewestelijke bevoegdheden constitutionele autonomie bezitten.
 
== Zie ook ==