Egbert I van Meißen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
| dynastie = [[Brunonen]]
}}
'''Egbert I van Meißen''' (ca. 1036 - [[1068]]) was een Saksische graaf uit het geslacht der [[Brunonen]]. Hij was de tweede zoon van graaf [[Liudolf van Brunswijk]] en Gertrudis van [[Billungers|Billung]]. Zij is een dochter van Egbert Jr Billung, en een kleindochter van [[Egbert eenoog]]<ref>D.J. Henstra, Friese graagschappen tussen Zwin en Wezer, verwantschapsschema A en B</ref>
 
Van zijn vader erfde hij, tezamen met zijn broer, in [[1038]] het markgraafschap [[Brunswijk (land)|Brunswijk]]. Voor zijn Oostfaalse bezittingen was hij leenman van de bisschop van [[Hildesheim (stad)|Hildesheim]]. In 1057 werd Egbert in één klap een belangrijke hoveling: een groep Saksische opstandelingen, onder leiding van Otto, de buitenechtelijke zoon van [[Bernard II van Brandenburg]], probeerde in een hinderlaag de zesjarige [[Hendrik IV (keizer)]] en zijn moeder [[Agnes van Poitou (1024-1077)]] te vermoorden. Egbert en zijn broer [[Bruno II van Brunswijk|Bruno II]] kwamen Hendrik en zijn moeder te hulp en wisten de aanval af te slaan. Bruno sneuvelde bij de gevechten en Egbert werd zwaargewond. Egbert genas en kreeg als beloning naast zijn eigen functies, ook de functies en bezittingen van zijn broer, waaronder het [[Graafschap Midden-Friesland]]. De Bruonen beschikten o.a. in de omgeving van [[Rinsumageest]] in [[Oostergo]] over een bezitscomplex die zij hoogstwaarschijnlijk van de [[Billungers]] hadden geërfd en dat in oorsprong aan de [[Reginingen]] terugging.<ref>P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, pag. 30-33</ref> Hij werd vazal van de bisschop van [[Bremen (stad)|Bremen]]. Ook trouwde hij in dat jaar de bijna twintig jaar oudere [[Irmengard van Susa]], weduwe van [[Otto III van Zwaben]], dochter van [[Manfred II Olderik van Turijn]] en een verwante van de keizerlijke familie.