Acquisitiefraude: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Berdieke (overleg | bijdragen)
Berdieke (overleg | bijdragen)
Regel 35:
Een rechter zal in zo'n geval geneigd zijn, aan de hand van de bewijsstukken die hij ter beschikking heeft, de malafide adverteerder in het gelijk te stellen. Wel bestaat een neiging bij rechters om aan het bestaan van een overeenkomst zwaardere eisen te stellen wanneer iemand via de telefoon, bijvoorbeeld via [[cold calling]] is benaderd. Een beroep op een telefonische toezegging door een adverteerder wordt in principe dan ook niet gehonoreerd.
 
In een aantal gevallen wisten ondernemers succesvol de vordering bij de rechter te bestrijden, maar meestal betrof het hier gevallen waarin de gesprekken opgenomen waren en dus kon worden aangetoond dat de fraudeurs de ondernemers door misleiding tot tekenen hadden aangezet. Ook kan in sommige gevallen een beroep worden gedaan op het ontbreken van tekeningsbevoegdheid wanneer een onbevoegde tot tekenen is overgegaan onder druk van de malafide adverteerder en onderin de veronderstelling was dat de handtekening toch niet-bindend was. De adverteerder kan geen beroep doen op de [[goede trouw]], omdat hij zelf immers eenvoudig via het [[handelsregister]] had kunnen controleren of de tekenaar wel tekeningsbevoegd was.
 
==Steunpunt acquisitiefraude==