Gerenoek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 28:
 
==Leefwijze==
De girafgazelle voedt zich met bladeren en [[scheut (plant)|scheuten]] van bomen en struiken, voornamelijk ''[[Acacia (plant)|Acacia]]'''s. Om hier bij te kunnen komen, staat de girafgazelle regelmatig op zijn achterpoten, waarbij hij een hoogte van meer dan twee meter kan bereiken. Ook [[kruipplant]]en en [[liaan|lianen]] worden gegeten. Met de smalle snuit kan de gerenoek bij bladeren die beschermd worden door stekels. De girafgazelle hoeft niet te drinken, want hij haalt voldoende vocht uit zijn voedsel. Ze zijn voornamelijk in de [[schemering]] actief. Op het heetst van de dag rust het dier als het mogelijk is in de schaduw.
 
Hij leeft [[solitair]], in paartjes of kleine groepen, bestaande uit een enkele vrouwtjes en hun jongen. Een dominant mannetje leeft in een vast [[territorium (dieren)|territorium]] van 3 tot 6 km². Andere mannetjes worden uit dit territorium gejaagd, vrouwtjes worden getolereerd en het mannetje vergezelt deze groepen regelmatig. Het territorium wordt afgebakend door een geurstof uit de oogklieren achter te laten op twijgen. Het woongebied van een groep vrouwtjes overlapt meestal met dat van mannetjes en andere vrouwtjes, en soms voegen groepen vrouwtjes zich samen tot grotere groepen.