De Bezige Bij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Organisatievorm: kopje gewijzigd
→‎1945-1950: De eerste naoorlogse jaren: het begin van de Vijftigers
Regel 69:
In 1947 verscheen bij De Bij ''[[De avonden (boek)|De avonden]]'', het eerste boek van [[Gerard Reve|Simon van het Reve]], zoals hij zich toen noemde. Het lag nog maar net in de winkels toen het bekroond werd met de [[Reina Prinsen Geerligs]]prijs, waardoor er 7000 exemplaren verkocht werden.<ref>Roegholt (1972), 97</ref> In 1950 volgde nog de novelle ''De ondergang van de familie Boslowits'', waarna de auteur bij uitgeverij [[G.A. van Oorschot]] belandde. Hij was aanwezig op de algemene ledenvergadering van 6 oktober 1950, waar hij het woord voerde in een repliek op Sjoerd Leiker, die in de coöperatie ten onrechte een idealistische, [[Walden (kolonie)|Walden]]-achtige organisatie had gezien en nu bezwaar maakte tegen de commerciële koers. 'We leven nu eenmaal in een kapitalistische maatschappij,' aldus Reve. 'Consequent idealisme in een uitgeverij leidt tot economische ondergang; we hebben slechts de keuze tussen zuiver commercieel en commercieel-schipperend beleid.'<ref>Roegholt (1972), 99</ref>
 
Het jaar 1950 vormt een cesuur in de geschiedenis van de uitgeverij, waarbij twee factoren zich tegelijk voordoen. De eerste is dat de uitgeverij er na vijf jaar mee ophield om steeds aan de bezettingsjaren te herinneren. Tekenend hiervoor is dat geen prioriteit werd gegeven aan het manuscript van [[Leo Braat]] over ''Kunst in Verzet''. Tot 1954 werd erover overlegd, maar uiteindelijk kwam het niet tot een uitgave. De tweede factor is dat zich een nieuwe literaire stroming manifesteert van auteurs die door de Bij worden uitgegeven: [[De Vijftigers]].<ref>Renders (2004a), 56</ref> De kiemen van deze groep zijn al te vinden in het literaire tijdschrift ''Het woord'' (1946-1948), dat een verliespost voor De Bij opleverde. Hieraan waren onder meer verbonden [[Jan Elburg]], Bert Schierbeek, [[Hans Redeker]], terwijl in de laatste jaargang de eerste publicaties van [[Lucebert]] te vinden zijn.<ref>Roegholt (1972), 152 en 164</ref>


Dat er een nieuwe periode aanbrak, blijkt ook hieruit: met [[Bert Voeten]] en [[Jan Gerhard Toonder]] bleek er zelfs plaats voor auteurs die lid waren geweest van de Kultuurkamer.
 
== Directie en bestuur ==