Aum Shinrikyo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 56:
In november 1989 verdween de advocaat samen met zijn eenjarige zoontje en zijn vrouw uit hun huis in [[Yokohama (stad)|Yokohama]]. Bloed van de slachtoffers en het insigne van Aum werden gevonden in het huis, maar de sekte ontkende elke betrokkenheid. Er werden geen harde bewijzen gevonden die de sekte aan de verdwijningen konden linken. Aum was wel tevreden met de publiciteit. Pas in september 1995 werden de lichamen gevonden, nadat een voormalig sektelid, die betrokken was bij de verdwijning, had bekend.
 
In februari 1990 steldestelden Asahara en 24 andere Aumleden zich verkiesbaar voor de [[Lagerhuis (Japan)|Kamer van Volksvertegenwoordiging]] in Japan. Dat deden ze met hun politieke tak [[Shinri-tō]] (Partij van de Hoogste Waarheid). Asahara stelde zichzelf en 25 van zijn trouwste volgelingen verkiesbaar en ze voerden hun verkiezingscampagne met aanzienlijke energie. Achteraf bleek het een grote flop te zijn. De bevolking kwam in opstand tegen hun verafgoding van Asahara en hun smachten naar macht. De resultaten waren summier. Asahara zelf kreeg maar een kleine 1700 stemmen in een kiesdistrict waar een half miljoen stemmen zou moeten worden uitgebracht. Een van zijn jongere collega’s, [[Jōyū Fumihiro]](上祐 史浩), kreeg zelfs honderd stemmen meer. Asahara gaf achteraf zelf toe dat het een absoluut verlies was. <ref>Dit verlies wordt [[Aum-bashing]] genoemd. </ref>
 
In april 1990 probeerden Aumleden een eerste aanval met massawapens. Ze reden met trucks door Tokio, Yokohama, [[Yokosuka]] en [[Narita]]. In de laadbakken van die trucks stonden grote vernevelaars waarmee ze [[botulismegif]] probeerden rond te sproeien. De aanval mislukte omdat ze een verkeerde bacteriestam hadden gebruikt. Er raakten wel een aantal burgers gewond. Het motief was hun onlangs geleden zware verlies in de politiek.
[[Bestand:KasumigasekiSta.jpg|300px|thumb|right|Het station Kasumigaseki, een van de plaatsen delict van de saringasaanval in 1995.]]
In mei 1990 probeerde Aum een [[commune]] te stichten in de stad [[Namimo]]. De bewoners waren ertegen, en beide kanten klaagden elkaar aan. In augustus 1994 ging de stad akkoord 920 miljoen yen <ref> 920 miljoen yen was toen ongeveer 5.500.000 euro. </ref> te betalen aan Aum, met als voorwaarde dat Aum de stad zou verlaten tegen augustus 1997.
 
In april 1993 kocht de organisatie land in West-[[Australië (land)|Australië]] voor een vestiging en in september van dat jaar reisden Asahara en een aantal van zijn volgelingen naar die basis, waar aan de ontwikkeling van biologische wapens werd gewerkt. Al jaren voor de aanslag met zenuwgas had Aum Shinrikyō minstens negen pogingen gedaan om miljoenen Japanners met miltvuurbacteriën en botulismegif te besmetten. In 1993 reden sekteleden opnieuw rondjes door de binnenstad van Tokio, ditmaal in een auto met een vernevelaar om bacteriën in onzichtbare, reukloze wolken te verspreiden. Ook deze keer gebruikten ze een verkeerde bacteriestam.