Merina (volk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 26:
De voorouders van de Merina waren [[Zuidoost-Azië|Zuidoost-Aziaten]], voornamelijk [[Dajaks]] uit [[Borneo]], die emigreerden naar Madagaskar.<ref>{{en}} {{aut|Sandra Evers}}, {{aut|Gwyn Campbell}}, {{aut|Michael Lambek}}, [http://books.google.nl/books?id=UfyZAAAAQBAJ&lpg=PA29&dq=ethnic%20madagascar&hl=nl&pg=PA33#v=onepage&q=dayak&f=false ''Contest for Land in Madagascar: Environment, Ancestors and Development''] (BRILL, 2013)<br>{{en}} {{aut|Peter Bellwood, James J. Fox, Darrell Tryon}}, [http://books.google.rw/books?id=9uyuHAXBuRkC&lpg=PA83&dq=dayak%20madagascar&hl=nl&pg=PA83#v=onepage&q=dayak%20madagascar&f=false ''The Austronesians: Historical and Comparative Perspectives''] (ANU E Press, 2006)</ref> Deze trokken de binnenlanden in en worden in Malagassische legendes de ''Vazimba'' genoemd, de 'mensen uit het bos'. Door interne conflicten verdeeld, splitsten de Vazimba zich in diverse groepen die we nu kennen als de [[Bara (volk)|Bara]], de [[Betsileo (volk)|Betsileo]], de [[Bezanozano (volk)|Bezanozano]], de Merina, de [[Sihanaka (volk)|Sihanaka]] en de [[Tsimihety]].
 
Sinds de [[15e eeuw]] zijn er al Merina in het hooggelegen centrale deel van Madagaskar. Hieraan danken de Merina hun naam, wat 'hen die komen van het land waarvan men ver kan zien' betekent.<ref name=metz>{{en}} {{aut|Helen Chapin Metz}}, [http://countrystudies.us/madagascar/13.htm Madagascar: A Country Study] (Library of Congress 1994)</ref> Rond deze tijd stichtte [[RalamboAndriamanelo]] het kleine koninkrijk Imerina,. deHet oudekoninkrijk naamwas voorgelegen in het gebied waar nu Antananarivo. Hetligt koninkrijken bestond in het begin uit slechts een paar versterkte dorpen, maar deze werden in hoog tempo uitgebreid.
 
Vanaf het begin van de [[16e eeuw]] namen de Merina het gehele centrale plateau van Madagaskar in. De Merina begonnen polders droog te leggen om geïrrigeerde rijstvelden aan te leggen, zoals hun voorouders ook al in [[Zuidoost-Azië]] deden. Ook legden ze zich toe op het graven van kanalen, het uitbreiden van de veestapel, de handel en defensie.