Zonnenevel: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k spelfout |
k Hoofdletters? Het zijn geen eigennamen |
||
Regel 1:
[[Bestand:M42proplyds.jpg|thumb|350px|Vier [[Protoplanetaire schijf|protoplanetaire schijven]] in de [[Orionnevel]].]]
De hypothese van een '''
De theorie is in de loop der jaren door onderzoek op het gebied van astronomie, [[natuurkunde]], [[geologie]] en planetaire wetenschappen steeds verder uitgewerkt. Hoewel de modellen werden bedacht om het bestaan van ons
== Overzicht van de hypothese ==
=== Contractie in de nevel ===
Volgens de hypothese begint een planetair systeem als
[[Bestand:Protoplanetary-disk.jpg|396px|right|thumb|Artiestenindruk van een [[protoplanetaire schijf]].]]
De samenstelling van de nevel zal niet veel verschillen van de uiteindelijke samenstelling van de centrale ster die ontstaat. Voor ons eigen
De nevel '''wordt warmer''', omdat de kinetische energie van de deeltjes in de nevel toenemen ten koste van de potentiële energie in het gravitatieveld. De '''toenemende [[rotatiesnelheid]]''' is het gevolg van de [[wet van behoud van impulsmoment]]: net als een kunstschaatser die tijdens een pirouette sneller gaat draaien als hij zijn armen samentrekt, zal de nevel sneller gaan roteren bij contractie naar het [[massamiddelpunt]]. De '''afplatting''' van de aanvankelijk bolvormige nevel tot een [[protoplanetaire schijf]] is het gevolg van botsingen en [[accretie (astrofysica)|accretie]] van gasdeeltjes, waarbij hun bewegingen uitmiddelen ten gunste van de richting van het impulsmoment.
Analyse van de samenstelling van acht [[meteoriet]]en die vermoedelijk zijn ontstaan tijdens de eerste drie miljoen jaar van de vorming van het
=== De protoster ===
Regel 29:
Het stof dat condenseert wanneer de protoplanetaire schijf afkoelt is in het begin minder dan een [[micrometer (lengtemaat)|micrometer]] in diameter, maar door botsingen plakken deze deeltjes aan elkaar om planetesimalen te gaan vormen. Hoewel het stof in het begin gelijkmatig over de schijf verdeeld is, zal het zich gaan concentreren in het middenvlak van de schijf. Stofdeeltjes van verschillende groottes hebben verschillende snelheden en de groei van deeltjes leidt er zodoende toe dat er meer botsingen komen en de deeltjes nog groter worden.<ref>{{en}}Weidenschilling, S.J.; 1980: ''Dust to planetesimals - Settling and coagulation in the solar nebula'', Icarus '''44''', p. 172-189, [http://adsabs.harvard.edu/abs/1980Icar...44..172W]</ref> Grotere deeltjes groeien sneller door aan elkaar te blijven "plakken", een proces dat [[fractal]]structuren binnenin achterlaat.<ref>{{en}}Meakin P.; Donn B.; 1988: ''Aerodynamic properties of fractal grains - Implications for the primordial solar nebula'', Astrophysical Journal, Part 2 - Letters '''329''', p. L39-L41, [http://adsabs.harvard.edu/abs/1988ApJ...329L..39M]</ref> Zulke vormen hebben verhoudingsgewijs meer oppervlakte waar andere deeltjes tegen aan kunnen botsen en aan vast kunnen plakken. Een verzameling grote, "wattige" stofdeeltjes kunnen ook door botsingen met gasdeeltjes afgeremd worden,<ref>{{en}}Takeuchi T.; Clarke C.J.; Lin D.N.C.; 2005: ''The Differential Lifetimes of Protostellar Gas and Dust Disks'', The Astrophysical Journal '''627''', p. 286-292, [http://adsabs.harvard.edu/abs/2005ApJ...627..286T]</ref> waardoor ze gemakkelijker naar het massamiddelpunt van de schijf kunnen vallen (dit is de zogenaamde kernaccretie-hypothese voor planeetvorming.<ref name="gpl06">{{en}}Laughlin, G.P.; 2006: ''Extrasolar Planetary Systems'', American Scientist '''94(5)''', pp. 420-429.</ref> Snelle botsingen zullen nieuwgevormde planetesimalen weer uit elkaar rijten, zodat de overgang tussen stof en planetesimalen een omkeerbaar proces is. [[Turbulentie]] in de schijf kan een rol spelen bij snelle botsingen: als de turbulentie te hevig wordt kan de concentratie in het middenvlak worden gehinderd en komen destructieve botsingen tussen deeltjes vaker voor. Als de planetesimalen voldoende gegroeid zijn, zal hun gravitatiekracht meer deeltjes aantrekken,<ref>{{en}}Goldreich P.; Ward W.R.; 1973: ''The Formation of Planetesimals'', Astrophysical Journal '''183''', p. 1051-1062, [http://adsabs.harvard.edu/abs/1973ApJ...183.1051G]</ref> maar sterke turbulentie kan dit type groei ook voorkomen, waardoor groei alleen door onderlinge botsingen tussen planetesimalen plaats kan vinden. Uit modellen blijkt dat planetaire stelsels met gasreuzen alleen kunnen vormen als binnen 10.000 jaar planetesimalen van ongeveer 1 kilometer in diameter zijn gevormd.<ref>{{en}}Lissauer J.J.; 1993: ''Planet formation'', Annual review of astronomy and astrophysics '''31''', p. 129-174, [http://adsabs.harvard.edu/abs/1993ARA%26A..31..129L]</ref>
Er kunnen in een protoplanetaire schijf vele planetesimalen gevormd worden in het accretiestadium, en sommige kunnen het vormingsproces overleven. Men denkt dat [[planetoïde]]n overgebleven planetesimalen zijn uit de beginperiode van het
[[Bestand:Planet formation.jpg|right|thumb|350px|Een protoplaneet beweegt zich door een protoplanetaire schijf. Impressie van de artiest.]]
Regel 38:
Het proces van oligarchische groei heeft een natuurlijke grens: elke oligarch heeft een eindige invloedssfeer, die bepaald wordt door zijn diameter. Als alle planetesimalen binnen deze zone zijn "opgegeten" kan het object niet verder groeien. Het is de vraag of deze zones groot genoeg zijn om tot objecten met de grootte van [[terrestrische planeet|terrestrische planeten]] te komen, zodat de groei op kan houden als de oligarch een paar honderd kilometer in diameter is.<ref name=lissauer87>{{en}}Lissauer J.J.; 1987: ''Timescales for planetary accretion and the structure of the protoplanetary disk'', Icarus '''69''', p. 249-265, [http://adsabs.harvard.edu/abs/1987Icar...69..249L]</ref> Het is echter mogelijk dat de turbulentie hier weer een rol speelt, omdat het impulsmoment van de planetesimalen kan veranderen, waardoor steeds nieuw materiaal de invloedszone van een oligarch wordt binnengebracht. Dit kan ervoor zorgen dat de oligarchen door kunnen blijven groeien.<ref>{{en}}Fogg M.J.; Nelson R.P.; 2005: ''Oligarchic and giant impact growth of terrestrial planets in the presence of gas giant planet migration'', Astronomy & Astrophysics '''441''', p. 791-806, [http://adsabs.harvard.edu/abs/2005A%26A...441..791F]</ref>
Hoe dan ook, volgens de hypothese blijven de oligarchen groeien tot er binnen ongeveer een miljoen jaar objecten zijn gevormd met 0,5 tot 1,0 aardmassa's.<ref name="Weidenschilling97" /> Deze lichamen zijn groot genoeg om als [[protoplaneet|protoplaneten]] beschouwd te kunnen worden, van het middelpunt van de schijf af zullen ze groter kunnen worden vanwege de grotere hoeveelheid massa daar. De binnenste regio van het
=== Invloed van temperatuur ===
Regel 46:
=== Grote inslagen ===
Als door de zonnewind al het gas uit de protoplanetaire schijf is weggeblazen, blijven er vele protoplaneten en planetesimalen over. Tussen 10 en 100 miljoen jaar na het begin van de vorming zullen de protoplaneten elkaars banen verstoren met hun gravitatie, totdat ze in botsing met elkaar komen. De objecten die bij zulke grote inslagen ontstaan zijn de uiteindelijke planeten. De gangbare hypothese is dat een dergelijke inslag tussen de proto-Aarde en een object ter grootte van de planeet [[Mars (planeet)|Mars]] voor de vorming van de [[Maan]] heeft gezorgd. Het proces is onvoorspelbaar: een soortgelijke protoplanetaire schijf kan makkelijk met meer of minder planeten eindigen dan in ons
De kleinere planetesimalen, die in veel grotere hoeveelheden aanwezig zijn dan de protoplaneten, kunnen lang in het planetaire stelsel aanwezig blijven. In de loop der tijd zullen de planeten met hun [[gravitatieveld]]en veel planetesimalen "opvegen". Dit kan of door hun baan te verstoren en ze naar de buitenste gedeelten van het
In ons
== Bewijs voor de hypothese ==
De hypothese van de Zonnenevel kan alle belangrijke kenmerken van ons
#het feit dat de banen van alle planeten en manen min of meer in hetzelfde vlak (de [[Ecliptica (astronomie)|ecliptica]]) liggen;
#de belangrijkste verschillen tussen de terrestrische planeten en de gasreuzen;
|