Teylers Tweede Genootschap: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Typo. |
|||
Regel 4:
== Geschiedenis ==
Na zijn overlijden blijkt de vermogende [[Haarlem]]se lakenhandelaar [[Pieter Teyler van der Hulst]] zijn geld nagelaten te hebben voor de stimulering van [[godsdienst]], kunst, [[natuurwetenschap]], [[geschiedenis]], [[letterkunde]] en [[numismatiek]]. Om zijn erfenis – 65.000 [[Nederlandse gulden]]s per jaar – te beheren werd in [[1778]] een stichting en twee genootschappen opgericht, [[Teylers Eerste Genootschap]] of Godgeleerd Genootschap en Teylers Tweede Genootschap. Beide genootschappen telden elk zes leden benoemd door de Directeuren van Teylers Stichting. Genootschappen, die in de [[18e eeuw]] in
De eerste, door erflater Pieter Teyler, aangewezen leden waren Gerrit Willem van Oosten de Bruijn, Cornelis Elout, Jan Bosch, Johannes Enschedé, Jean la Clé en Bernardus Vriends. Latere leden waren o.a. [[Willem Anne Lestevenon]] (lid 1780-1797), die in 1790 een belangrijk deel (1700 tekeningen) van de collectie van Koningin [[Christina I van Zweden| Christina van Zweden]] voor Teylers Museum wist te verwerven en de cultuurhistoricus [[Johan Huizinga]] (lid 1930-1945).
|