Zuur (scheikunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 24:
Met de ontdekking van zuurstof en de rol van deze stof bij de verbranding en de vorming van oxiden, begon de theorievorming rond zuren en basen meer vaste vormen aan te nemen. Aanvankelijk dacht men namelijk dat voor het vormen van een zuur of een [[base (scheikunde)|base]] het element [[Zuurstof (element)|zuurstof]] nodig was. (Vandaar de naam van het element). Men classificeerde oxiden van elementen als [[basisch oxide|basevormende]] en zuurvormende [[oxide]]n. [[Antoine Lavoisier|Lavoisier]] was een belangrijke figuur in deze ontwikkeling. Hij formuleerde in 1787 een theorie dat ieder zuur een combinatie was van een ''basisch principe'' en zuurstof. Voor een deel was deze classificatie zeker succesvol te noemen. Wanneer oxiden in water opgelost worden vormt de ene groep (bijvoorbeeld zwaveldioxide SO<sub>2</sub>) inderdaad een zure oplossing, de andere groep (bijvoorbeeld calciumoxide CaO) een basische oplossing. Hoewel Lavoisier bijna een eeuw voor de ontdekking van het [[periodiek systeem]] leefde, weerspiegelt het zure en basische karakter van oxiden dit systeem erg goed. De oxiden aan de linkerkant zoals van natrium of calcium zijn erg basisch, terwijl die aan de rechterkant, zoals van zwavel of chloor, juist erg zuurvormend zijn. Later bleek dat er nog een andere factor in het spel was. Indien een element meerdere oxiden heeft zoals SO<sub>3</sub> en SO<sub>2</sub> is het hoogste oxide altijd het zuurst en het laagste het meest basisch. Naast zure en basische oxiden kende men ook ''amfotere'' oxiden, zoals aluminiumoxide dat met sterke zuren als base optreedt en met sterke base als zuur.
 
Het bleek echter al snel dat er ook zure, maar zuurstof''loze'' stoffen waren, een goed voorbeeld daarvan is [[zoutzuur]]. Dit sterke zuur stond bekend als ''geest van zout'' en [[Davy]] toonde in 1814 aan dat daarin geen zuurstof voorkomt, maar dat het uit waterstof en chloor bestaat: HCl. De aanwezigheid van zuurstof moest daarmee als eis uit de definitie van een zuur weggelaten worden. Er was echter tegen dat idee aanzienlijk verzet onder andere van [[Berzelius]]. Wel kwam door [[Louis Gay-Lussac|Gay-Lussac]] in 1814 vast te staan dat zuren en basen elkaar neutraliseerden en in de 19e eeuw werden verschillende gedachten geopperd over een alternatieve theorie. [[Justus von Liebig|Liebig]] suggereerde al in 1838 dat waterstof een centrale rol speelde.
 
== Definitie volgens Arrhenius ==