Verlichting (stroming): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BrutusVT (overleg | bijdragen)
→‎Religie en theologie: ref. Radicale verlichting
BrutusVT (overleg | bijdragen)
→‎De filosofen: ref. Radicale verlichting
Regel 20:
[[René Descartes]] legde met de uitspraak ''[[Cogito ergo sum]]'' het fundament voor de Verlichting. Alleen door het gebruik van de [[rede]] en het gezonde [[verstand]] komt men tot [[waarheid]].<ref>Kennismaking met vreemd gedachtegoed was daarbij niet echt nodig en zijn volgelingen, de cartesianen, hadden weinig belangstelling voor vreemde culturen. In: Leibniz. Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, p. 42. Vertaald en ingeleid door [[Karel van der Leeuw|Karel L. van der Leeuw]] (2006).</ref> [[Baruch Spinoza]], die voortbouwde op het denkwerk van Descartes, accepteerde als een van de eersten ''geen'' andere verklaring dan die gebaseerd op de rede. Spinoza kreeg navolgers in Duitsland, zoals [[Gottfried Wilhelm Leibniz]] en [[Ehrenfried Walther von Tschirnhaus]]. Zijn boeken werden al snel vertaald in het Frans, maar zijn filosofie bleef een heikel punt: ze zou leiden tot [[atheïsme]] en [[fatalisme]], en is in bijna alle landen van Europa fel bestreden.
 
In Engeland werd Spinoza volledig genegeerd. Daar ontwikkelde zich het [[empirisme]] met het inzicht dat niet de rede, maar waarneming ten grondslag lag aan nieuwe kennis. In Frankrijk ontwikkelde zich met [[Denis Diderot|Diderot]], [[Paul Henri Thiry d'Holbach|Holbach]] en [[Friedrich Melchior Grimm|Melchior Grimm]] een [[Radicale verlichting|radicale richting]]. Deze zette zich af tegen gematigde verlichters als [[Jean-Jacques Rousseau|Rousseau]] en [[Voltaire (hoofdbetekenis)|Voltaire]], die een bepaalde vorm van religie accepteerden in hun filosofie. In Duitsland ontstond een nog gematigder richting, zich baserend op de voorzichtige Leibniz en zijn navolger [[Christian Wolff (filosoof)|Christian Wolff]].
 
Afhankelijk van de staatsvorm en de invloed van de vorst of kerk is deze vraag ook de kern van het debat geweest in andere Europese landen, waar ofwel het katholieke, de anglicaanse, de calvinistische, de lutherse of Russisch-orthodoxe geloof werd beleden. Volgens de invloedrijke historicus [[Jonathan Israel]] spitste de discussie tussen de strijdende partijen zich rond 1740 toe op het belang van en de uitwerking van Spinoza's ideeën. De radicale periode was blijkbaar rond 1750 voorbij, waarna door de filosofen van de Verlichting een brug geslagen werd tussen wetenschap en geloof. "Een christelijke, tolerante of gematigde vorm van Verlichting overheerste."<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 157.</ref> Daarna stond de Verlichting ook voor het ontwikkelen en analyseren van eigen en andermans emoties <ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 314.</ref>