Oostkolonisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gerben1974 (overleg | bijdragen)
Gerben1974 (overleg | bijdragen)
Regel 52:
=== Samenvatting in perioden en getallen ===
 
Wat als de Oostkolonisatie wordt aangeduid, strekte zich over vele eeuwen en in vele vormen uit. De eerste fase speelde zich in de 12de eeuw af en de grondslag van de dynamische tweede fase werd gelegd tussen ca. 1225 en 1275. De geografische uitwerking was zeer omvangrijk. In het noorden strekte ze zich hemelsbreed over 800 km. uit vanaf de Elbe bij [[Hamburg]] tot over [[Mecklenburg]], [[Pommeren (streek)|Pommeren]], West- en [[Oost-Pruisen]] tot in [[Litouwen]]. In de zone daaronder verliep ze vanaf de Elbe bij [[Maagdenburg (stad)|Maagdenburg]] over [[Brandenburg (deelstaat)|Brandenburg]] maar ze kwam na in totaal 250 km. al tot staan omdat ze daar stuitte op een dichte Slavische bevolking rond [[Poznań (stad)|Poznań]] welke zich daar in een Pools koninkrijk organiseerde. De zone daaronder verliep over 600 km. vanaf de [[Saale (rivier)|Saale]] ([[Thüringen (deelstaat)|Thüringen]]) over [[Saksen (deelstaat)|Saksen]] en [[Silezië]] tot in de [[Beskiden]] zuidelijk van de Poolse koningsstad [[Krakau]]. In [[Bohemen]] en [[Moravië (regio)|Moravië]] vormden de Slavische Tsjechen, zoals de Polen, ook al vroeg een eigen koninkrijk dat de opname van kolonisten hier beperkte tot de steden. Alleen de nauwelijks bewoonde randgebieden ([[Sudetenland]]) zouden hier gekoloniseerd worden. In de zuidelijkste zone begon de kolonisatie in Beieren en zij strekte ze zich vanaf de [[Enns (rivier)|Enns]] 200 km. uit over [[Oostenrijk]] tot voorbij [[Wenen]] en zuidelijker naar [[Graz]]. In al deze gebieden bleef nog enkele eeuwen lang een juridisch en economisch gemarginaliseerde Slavische restbevolking bestaan die zich pas in de 16de eeuw linguïstisch geassimileerd had in de talrijke regionale bevolkingsgroepen met hun variëteit aan zeer uiteenlopende Duitse dialecten.
Schattingen van het aantal kolonisten belopen een half miljoen, evenveel als de Slavische bevolking. Zij verveelvoudigden zich in enkele generaties, en vermengden zich met elkaar. Na 1350 halveerde de bevolking overigens door de pestepidemie, uitputting van de bodem en economische neergang. Langzaam kwam daarin verbetering maar tijdens de [[Dertigjarige Oorlog]] halveerde in de 17de eeuw de bevolking van Midden-Europa opnieuw. In de 17de en 18de eeuw volgde een tweede, in omvang veel geringere, stroom kolonisten, voornamelijk arme boeren uit Midden-Duitsland die, aangetrokken dedoor grondbezitters, door oorlog en epidemieën ontvolkte en tot dan toe nauwelijks bewoonde, moerasgebieden, heidevelden en bossen ontgonnen in de zones tussen Slavisch- en Duitstaligen.
De Oostkolonisatie had niet alleen een etnografische vorm maar ook een geo-politieke. De gekoloniseerde gebieden sloten zich aan bij het Duitse Rijk omdat de regionale Slavische vorsten zich inpasten in het feodale systeem van dat rijk en de Duitse keizer als hun soeverein erkenden. Om te beginnen de hertogen van Mecklenburg, en vervolgens die van Pommeren en tenslotte de hertogen {piasten} in Silezië die hun banden met de Poolse koningen doorsneden. De nieuw gestichte kolonisatiesteden gingen deelnemen aan stadsverbanden die hun zwaartepunt hadden in het Duitse Rijk, zoals met name de [[Hanze]]. In het begin van de 20ste eeuw woonden in de ooit gekoloniseerde en bij Duitsland en Oostenrijk aangesloten gebieden 30 miljoen mensen.
In de jaren 1945-1948 werd de voormalige Oostkolonisatie, etnografisch zowel als staatspolitiek, grotendeels weer teruggedrongen door Polen en Tsjechoslowakije, twee moderne staten die 10 tot 15 miljoen Duitstaligen westwaarts verdreven over hun – wat Polen betreft nieuwe – staatsgrenzen. Zie [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]]. Alleen het gebied van de voormalige [[Duitse Democratische Republiek|DDR]] en het oosten van Oostenrijk kunnen nu nog beschouwd worden als een resultaat van de middeleeuwse Oostkolonisatie.