Berm (strook): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanpassing
→‎Geschiedenis: aanpassing
Regel 25:
Naarmate de bevolkingsdichtheid en het aantal verplaatsingen toenamen werd het op de paden drukker. In de jaren 30 van de [[20e eeuw]] is men begonnen met het verharden van de wegen, eerst de rijks- en [[provinciale weg]]en, daarna pas de gemeentelijke wegen. In die tijd is men ook begonnen met het aanleggen van bermen. Het onderhoud van de bermen gebeurde door agrariërs. Het vee graasde in de bermen en/of het [[maaien|maaisel]] werd als veevoer aan het vee gegeven.
 
In de jaren 50 werd de kwaliteit van het maaisel niet meer gewaardeerd door de agrariërs. De toename van het aantal wegen en dus ook de bermen, maakten het kleinschalige beheer door agrariërs niet meer mogelijk. Om de bermen toch te onderhouden werden deze zeven tot zelfs twaalf keer [[MaaienKlepel#BermKlepelen|geklepeld]], wat weer zorgde voor bemesting en dus snellere groei. In deze tijd werden de Nederlanders ook [[mobiliteit|mobieler]], het zogenaamde [[bermtoerisme]] ontstond. Hele gezinnen trokken eropuit om in de berm te [[picknick]]en. In de jaren zestig pleitte professor [[Piet Zonderwijk]] (verbonden aan de Universiteit van Wageningen) voor het maken van 'bonte bermen'. Halverwege de jaren zeventig werd het ecologisch beheren van bermen langs rijkswegen beleid.
 
==Zie ook==