Steenkoolmijn van Waterschei: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Aanpassing coördinatensjabloon
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Misbruikfilter: Leeghalen
Regel 1:
[[Bestand:Steenkoolmijnwaterschei_31-03-2009_12-20-07.JPG|thumb|350px|De steenkoolmijn van Waterschei]]
De '''Steenkoolmijn van Waterschei''' was een van de zeven [[kolenmijn|mijnen]] van het [[Kempens steenkoolbekken]]. Deze [[Kempense mijnzetel]] was gevestigd in het stadsdeel [[Waterschei]] van de [[België|Belgische]] gemeente [[Genk]].
 
ORANJHE NAAR WK IN BRAZIL
De concessie tot uitbating van [[steenkool]] werd op 1 augustus 1906 verleend met als concessienaam ''André Dumont-sous-Asch'', 2950 hectare groot, in 1912 uitgebreid tot 3080 hectare. Het kapitaal van de uitbatingsmaatschappij, ''Société anononyme André Dumont-sous-Asch'', later afgekort tot ''Charbonnages André Dumont'', was voornamelijk in handen van Belgische ondernemingen en rijke Belgische industriëlen.
 
Steenkool werd voor het eerst in 1924 gedolven op verdiepingen op 560, 647, 700, 807, 920, 980 en 1040 m diepte. In 1949 was de tewerkstelling maximaal - 6834 [[kompel|mijnwerkers]]. Het topjaar qua productie was 1968 met 1.490.700 ton. De totale productie bedroeg 72.453.000 ton.
 
De mijn werd op 10 september 1987 gesloten.
 
==André Dumont en Waterschei==
De mijn van Waterschei is verbonden met de figuur van [[André Dumont (mijnbouwkundige)|André Dumont]]. Nochtans was het in de buurgemeente [[As (België)|As]] dat Dumont in 1901 voor het eerst steenkool aantrof in Limburg. De bestuurders van As verkozen echter een landbouwersgemeente te blijven waardoor de inplanting van de mijn in Waterschei gebeurde. De eerste huizen voor de arbeiders, weliswaar voor de [[steenkoolmijn van Zwartberg]] waren toen al in As gebouwd.
 
==De schachtafdieping==
De mijningenieurs kozen voor een voorzichtige en geleidelijke aanpak van de afdieping van de [[mijnschacht]]. Ze verliep in drie fasen: bevriezing tot 380 meter, voorafgaande cementinspuiting en een tweede bevriezingscyclus vanaf 466 m tot in de laag gevormd door het [[Carboon (periode)|Carboon]] die men aantrof op 560 m diepte. Schacht I bereikte een diepte van 1208 m, schacht II 1088 m, een record voor het Kempens steenkoolbekken.
 
De uitbaters overwogen een tijdlang een tweede exploitatieschacht te bouwen in het oosten van het concessiegebied omdat de mijnzetel in het uiterste westen ervan lag. De steenkoolcrisis van 1958 verplichtte hen deze plannen op te bergen.
 
Ondergronds vertoonde de concessie veel breuken en verzakkingen (tot 170 m) van de steenkoollagen. Dat veroorzaakte meer last dan elders met waterdoorsijpeling en de aanwezigheid van mijngas (synoniem voor [[methaan]]). Dit is ook de reden waarom deze mijn zeven verdiepingen telde. Omdat de inplanting van de mijnzetel helemaal in het westen lag, was men verplicht ondergronds een verbinding te maken met de [[steenkoolmijn van Eisden]] om de gangen voldoende te kunnen ventileren.
 
Ondanks het in verhouding grote aantal ingenieurs had deze mijn de reputatie ondergronds ''onoverzichtelijk en rommelig'' te zijn.
 
Ook hier paste men het [[Koepesysteem]] toe bij het transport in de hoofdschachten.
 
==Ramp in 1929==
Op 30 maart 1929 kwamen bij een mijngasontploffing 24 mijnwerkers om het leven en werden er een aantal zwaargewond. Het ''schieten'' (tot ontploffing brengen van springstof) aan het front van een [[steengang]] was de oorzaak. Men probeerde de moeilijk te blussen brand te doven door de gang af te sluiten. Dat leidde de dag nadien tot een nieuwe ontploffing waarbij drie redders omkwamen. Deze ramp, de zwaarste in het Kempens steenkoolbekken, bezorgde deze mijn tot het einde een kwalijke reputatie.
 
In 1983 vermeldden de statistieken van Waterschei voor dat jaar 851 gewonden als gevolg van instortingen en vallende stenen, 102 gewonden bij ondergronds vervoer, 262 door machines of gereedschappen en vier door elektriciteit. Dat jaar werkten er 3600 arbeiders in de mijn waarvan 2800 ondergronds.
 
==Manifesta 9==