Romeinse religie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Versie 41061827 van 86.82.165.105 (overleg) ongedaan gemaakt. Letterlijke vertaling is beter
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 65:
 
=== Principaat (1e eeuw v.Chr. en 1e eeuw n.Chr.) ===
[[Bestand:RomaAraPacis ProcessioneNordParticolare.jpg|left|thumb|Feestelijke staatsprocessie van de keizerlijke familie (noordreliëf van de ''[[Ara Pacis|Ara Pacis Augustae]]'', Rome, 9 v.Chr.)]] De heerschappij van [[Imperator Caesar Augustus|Augustus]] begon in de late republiek met de vordering van de [[mythe]] als bestanddeel van de Romeinse cultus en een restauratiepolitiek: herleving van de priestercolleges en culten, de bouw van tempels, het creëren van nieuwe ''numina'' zoals (''pax'', ''felicitas'', ''iustitia'', ''providentia'', ''securitas'')<ref>[[Res Gestae divi Augusti|Monumentum Ancyranum]] (Res Gestae [[Imperator Caesar Augustus|Divi Augusti]]) 7, 20: „Pontifex maximus, augur, XV virum sacris faciundis, VII virum epulonum, frater arvalis, sodalis Titius, fetialis fui. […] Duo et octoginta templa deum in urbe consul sextum ex auctoritate senatus refeci nullo praetermisso quod eo tempore refici debebat.“ <span style="color:#8B5742">(„Pontifex maximus, augur, XV virumvir sacris faciundis, VII virumvir epulonum, frater arvalis, sodalis Titius, fetialis was ik. […] Tweeëntachtig godentempels in de stad (d.i. Rome) tijdens mijn zesde consulaat op gezag van de senaat hersteld heb ik geen overgeslagen dat in die tijd het nodig had te worden hersteld.“)</ref>. De poging om het middelpunt van het religieuze leven naar de door hem in het jaar 2 v.Chr. ingewijde [[tempel van Mars Ultor]] (na de moord op zijn adoptiefvader Caesar „Wrekende Mars“) op het [[forum van Augustus]] te verplaatsen, gaf Augustus na korte tijd op. De [[Capitolijnse godentrias]] bleef bepalend binnen de Romeinse religie, maar met de [[keizercultus]] werd met de nieuwe religieuze behoefte aan een meer op een persoon gerichte verering rekening gehouden. De keizercultus begon reeds met de gelegitimeerde ''auctoritas'' van Augustus, die dit expliciet als bron van zijn machtsaanspraken noemde, en won gestaag aan betekenis (overgang naar de [[charisma (karakter)|charismatische heerschappij]]). Beroemd zijn de aan keizer [[Vespasianus]] toegeschreven wondergenezingen, die met de in het Nieuwe Testament genoemde verhalen over de wondergenezingen van Jezus verwant zijn<ref>[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''Historiae'' IV 81: „Per eos mensis quibus Vespasianus Alexandriae statos aestivis flatibus dies et certa maris opperiebatur, multa miracula evenere, quis caelestis favor et quaedam in Vespasianum inclinatio numinum ostenderetur: e plebe Alexandrina quidam oculorum tabe notus genua eius advolvitur, remedium caecitatis exposcens gemitu, monitu Serapidis dei, quem dedita superstitionibus gens ante alios colit; precabaturque principem ut genas et oculorum orbis dignaretur respergere oris excremento. alius manum aeger eodem deo auctore ut pede ac vestigio Caesaris calcaretur orabat. […] igitur Vespasianus cuncta fortunae suae patere ratus nec quicquam ultra incredibile, laeto ipse vultu, erecta quae adstabat multitudine, iussa exequitur. statim conversa ad usum manus, ac caeco reluxit dies.“ <span style="color:#8B5742">(„Gedurende die maanden, dat Vespasianus te Alexandrië de passaatwinden en een rustige zee afwachtte, gebeurden er vele wonderen, waaruit de gunst van de hemel en een zekere genegenheid van de goden jegens Vespasianus bleek. Iemand van het mindere volk uit Alexandrië, bekend als ooglijder, wierp zich voor zijn knieën neer en smeekte hem jammerend om genezing van zijn blindheid, op aanraden van de god Serapis, die het aan geloverij lijdende volk boven de anderen vereert. Hij verzocht de keizer zich te verwaardigen, zijn wangen en oogkringen met het vocht van zijn mond te besproeien. Een ander, met een lamme hand, verzocht, op aansporing van dezelfde god, door de keizerlijke voet te worden getreden. [...] Toen gaf Vespasianus, in de mening dat zijn geluk geen grenzen kende en niets verder ongelofelijk was, zelf met een blij gelaat, en te midden van de gespannen verwachting der aanwezige menigte, aan het verzoek gehoor. Terstond werd de verlamde hand weer lenig en herblonk voor de blinde het daglicht.“)</sub> ([http://www.gutenberg.org/files/15215/15215-h/15215-h.htm trad. {{Aut|K.H.E. de Jong}}, 1921])</ref>. De keizercultus nam op de drempel van de 2e en 3e eeuw de vorm aan van het oriëntaals [[Godkoning]]schap. De keizercultus, die met name in het leger bijzondere aandacht had, diende niet slechts voor het creëren van loyaliteit tegenover de heerser van het rijk, maar riep bij het volk ook oprecht religieus ontzag op; ten slotte werd dit een staatsdragend element.
 
=== Hoge en late keizertijd (2e tot 6e eeuw n.Chr.) ===