Promiscuïteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Stouwer (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Traditioneel bestaat in de meeste [[maatschappij (sociologie)|maatschappijen]] op dergelijk [[gedrag]] een [[taboe]], zeker daar waar het vrouwen betreft. Volgens de Zwitserse [[antropoloog]] [[Johann Jakob Bachofen]] (1815 – 1887) vormde promiscuïteit de basis van primitieve samenlevingen, waarin de identiteit van de vader onachterhaalbaar was en afstamming en vererving daarom in vrouwelijke lijn plaatsvonden ([[matrilineariteit]]). Daarna zou dit gebruik afgenomen zijn en evolueerde de maatschappij naar een [[Patriarchaat (sociologie)|patriarchaat]]<ref>''Das Mutterrecht; eine Untersuchung über die Cynaikokratie der alten Welt nach ihrer religiösen und rechtlichen Natur'' (1861, 21897)</ref>. Empirisch sociaal-antropologisch onderzoek heeft de waarde van deze theorie gerelativeerd. Vooral het universele voorkomen van de door Bachofen beschreven stadia is in twijfel getrokken.
 
Sinds de [[seksuele revolutie]] ([[1960-1969|jaren '60]]) en naarmate de seksuele moraal in de westerse maatschappij minder streng werd is de promiscuïteit in de westerse maatschappij toegenomen.<ref>[[Winkler Prins Encyclopedie]], 7e druk, 1972</ref><ref>[[Microsoft Encarta]], 1993-2002</ref>. De verspreiding van de ziekte [[aids]] sinds het begin van de [[1980-1989|jaren '80]], heeft deze ontwikkeling weer enigszins afgeremd.
 
Door wisselende contacten is er een grotere kans op een [[seksueel overdraagbare aandoening]] (soa), waartoe sinds de jaren '80 ook besmetting met HIV behoort. Door [[veilig vrijen]], zoals het gebruik van een [[condoom]] en andere bescherming kan dit risico sterk verminderd worden.